Hoe beïnvloeden geomorfologische processen het vormen van het landschap

Geomorfologische processen zijn processen die het landschap vervormen. Specifieker heb je endogenen processen die zijn er voor gebergte, vorming, opheffing, breukvorming, vulkanisme en intrusie. En exogenen processen dat is verwering, abrasie, erosie en sedimentatie.

Verwering	Verzorgt dat gesteente afbreekt door bepaalde invloeden Chemisch: De samenstelling verandert door chemische reacties, dit kan zijn door zuur dat iets kan oplossen Biologisch: gesteente breekt af door planten, dieren en micro-organismen. fysisch: Gesteente breekt af in kleinere deeltjes zonder dat de samenstelling verandert. vorst: door bevriezing van water in scheuren van gesteente.
Erosie	Is verplaatsing van materiaal door wind, water of ijs. De plaats waar het wordt afgezet noem je dan sedimentatie.
abrasie	Is het proces waardoor bij wrijving deeltjes loskomen van gesteenten

GLetchers zijn overal in de wereld op hoge plaatsen in de bergen bij 0 graden.

Landijs is een ijslaag op land wat meestal in ophopingen liggen, als dat beweegt, is dat een gletcher. Pakijs zit op een oceaan water dat afhankelijk van seizoen wanneer het bevroren is.

Gletchers ontstaan als er ophopingen van sneeuw zijn dat samengedrukt worden tot gletchereis door zwaartekracht begint dat te glijden. Als de gletcher aan het glijden is, scheurt dat de grond waardoor je een u-dal krijgt, omdat het de vuil mee neemt.

Het vuil noem je morenen. Het stuks dat in beweging is, noem je een middenmoreen, het gedeelte dat afgezet wordt is een eindmorenen. Het vuil aan de zijkant zijn de zijmuren. En wat onder de gletcher vind zijn de grond morenen.

Je kan merken als een gletcher net langs is geweest door de morenen, de overblijfselen van puin en gletsjerkrassen achterlaat. Ook als je een u-dal hebt op een plek.

In het begin heb je een V-dal dat is, omdat een rivier het landschap uitsnijdt. Wanneer het koud wordt, valt er veel sneeuw dat zich verzamelt in bergachtige gebieden, dit bouwt zich op tot landijs of een gletsjer. De sneeuw verandert stilletjes aan tot ijs. Begint de gletsjer zich te vormen. De gletcher begint te bewegen waardoor het de wanden begint te schuren waardoor je een U-vormige vallei krijgt.

Een fjord is een lang smal steile vallei dat gevuld is met water dat ontstaat, omdat het als eerste een u-dal was dat contact met zeewater kwam!

gletchers hebben ook effect op de menselijke leven. Door de klimaatopwarming kan gebeuren dat er meer gletsjermeren ontstaan en als die dan doorbreken er erge overstromingen kunnen gebeuren. er is dan ook minder natte sneeuw dat voorzorg dat er meer sneeuwlawines en modderstromen komen. Skioorden moeten naar hogere plaatsen verhuizen. En drinkwatervoorzieningen zijn in gevaar.