1/ Veranderingen in de beweging van de aarde
Milankovíc-variabelen:
Variatie in de vorm van de baan van de aarde rond de zon
Variatie van de stand van de aardas
Variatie in de tollende beweging die de aarde maakt
→zorgen ervoor dat de aarde meer/minder zonne-energie ontvangt→ijs/tussentijd
1.1/ excentriciteit
Excentriciteit: in welke mate de vorm van de aardbaan rond de zon afwijkt van een cirkel(=0)
Hoe verder de aarde van de zon bevindt, hoe lager de stralingsintensiteit en dus het verschil tussen winter en zomer
1.2/ Obliquiteit
Obliquiteit: inclinatiehoek van de aardas tov van het vlak van de aardbaan of het eclipticavlak
→hoe kleiner de hoek, hoe minder uitgesproken de seizoenen
1.3/ Precessie
Precessie: verandering v/d de richting v/d aardas(die een tolbeweging maakt)
Hierdoor verandert het tijdstip waar de aarde het dichtst bij de zon staat(nu=N halfrond met minder koudere winters)
1.4/ Berekeningen worden bevestigd door metingen
Milankovic berekende de invloed van de variabelen op de straling van de zon op elke plaats op aarde→ effect sterkst 65°(straling kan verhogen tot 25%)
→variabelen versterken elkaar= ijstijd/heffen elkaar op= warmere tijd
2/ Veranderingen in de stralingsbalans van de aarde
2.1/ Zonneactiviteit
Hoge zonneactiviteit verhoogt inkomende straling maar heeft geen effect op temperatuur
2.2/ Vulkaanuitbarstingen
2.2.1/ Uitstoot van gassen en as
Asdeeltjes→afkoeling(houden zon tegen)
Gas: Koolstofdioxide: houdt warmte vast
Sulfaataerosolen: kleine druppels/stofdeeltjes die nevel vormen→kaatsen zonnestralen terug→afkoeling
2.2.2/ Hoogte van de vulkanische uitstoot
Hoe hoger de uitgestoten gassen na vulkaanuitbarsting hoe meer effect
Trage uitwisseling tussen verschillende lagen laat vervuiling langer hangen
2.2.3/ Geografische locatie van vulkaan
In tropen meer effect→as en gassen worden hoger in de atmosfeer gebracht door luchtstromingen
3/ Herverdeling van de energie op aarde
3.1/ Spreiding van de landmassa’s
Tijden van supercontinent: droogte en extreme temperatuurschommelingen→afname tektonische plaatbewegingen en vulkaanactiviteit→verlaagde zeespiegel en dus Icehouse earth
Gondwana→pangea(carboon permglaciatie) lage temperaturen maar wel tropisch
Greenhouse earth: Warm en hoge concentratie atmosferische broeikasgassen→ continenten maximaal van elkaar verwijderd→toename tektonische plaatbewegingen en vulkaanactiviteit en een hoge zeespiegel
3.2/ Ligging van de landmassa’s
Broeikaswereld= norm
ligging landmassa’s→ invloed klimaat
Veel land ter hoogte van de polen→ meer ijs→ albedo→ daling temp→ meer ijskappen