Temperatuur: een maat voor de gemiddelde bewegingsenergie van de atomen of moleculen  

Warmte: is de hoeveelheid overgedragen energie van een voorwerp/lichaam met hoge temperatuur naar een voorwerp/lichaam met lage temperatuur zonder temperatuurverschil is er geen warmtestroom 

Bij een hoog temperatuur gaan de moleculen sneller bewegen. (brownse-beweging) dit komt doordat kleine deeltjes onderhevig zijn aan botsingen met vele moleculen van het gas of de vloeistof waarin ze zweven. De hevigste botsingen daaronder brengen voldoende energie over om microscopisch waarneembare bewegingen te veroorzaken. Het is dus een indirect bewijs voor het bestaan van moleculen en de beweging daarvan  

Als twee voorwerpen met verschillende temperatuur met elkaar contact maken, dragen de sneller bewegende moleculen van het warmere voorwerp een deel van hun energie over aan de langzamer bewegende moleculen van het koudere voorwerp. Hierdoor kan een evenwichtssituatie ontstaan  

Bij het absolute nulpunt (0K) houdt alle beweging op, en staan alle moleculen stil hierdoor kan er geen warmteoverdracht plaatsvinden. Temperatuur van een voorwerp kan ook niet lager  

Soortelijke warmte: de hoeveelheid warmte die nodig is om 1 kg van de stof 1K in temperatuur te doen stijgen. (c)