Utilisation Imparfait et PC
Passé Composé en Imparfait
Passé Composé (PC)
Gebruik voor:
Specifieke, afgeronde gebeurtenissen in het verleden:
Voorbeeld: “J’ai visité Paris.” (Ik heb Parijs bezocht.)
Opeenvolgende acties in het verleden:
Voorbeeld: “Il est arrivé, il a vu, il a vaincu.” (Hij kwam, hij zag, hij overwon.)
Imparfait
Gebruik voor:
Beschrijvingen en achtergrondinformatie in het verleden:
Voorbeeld: “Il faisait beau.” (Het was mooi weer.)
Gewoontes of herhaalde acties in het verleden:
Voorbeeld: “Tous les étés, nous allions à la plage.” (Elke zomer gingen we naar het strand.)
Voortdurende of onafgemaakte acties in het verleden:
Voorbeeld: “Je lisais quand il est arrivé.” (Ik was aan het lezen toen hij aankwam.)
Fysieke of emotionele toestanden in het verleden:
Voorbeeld: “J’étais fatigué.” (Ik was moe.)
Kort samengevat:
Passé Composé: Voor specifieke, afgeronde gebeurtenissen.
Imparfait: Voor beschrijvingen, gewoontes en voortdurende acties.