WN

Het geneemiddel

wat erin

  • actieve bestanddeel: bv. paracetamol

  • excipiens, helpt verwerking

oorsprong

natuurlijke

planten komen de bestandeoen uit

tavonine

geheugenproblemen

chemie

chemische synthese

bruffen

onstekingsremmer

biotechnologische

remicade

injectie, autoimuun aandoeningen

=> alle info over geneesmiddelen vind je op de BCFI

hoe mqken (chemische synthese)

actieve bestandeel uithalen en isoleren voor eigenschappen isoleren of synthetisch → grote schaal makkelijk

coperreactie:

asylitering:

→ sterker maken, heroïne gemaakt, moest veiliger zijn.

amoxicilline

komt van plant en word gemodificeerd zodat je antibiotica krijgt die tegen specefieke moleculen kan

niet volledig, schimmels voor basisstoffen → makkelijker dan zelf syntheseren

voorbeelden

6-Apa-a,oxicline

chemische verbinding (activiteit vqstellen)

→ fysiologisch (wat is het doel) → moleculqire

of

moleculairedoelwit → chemische verbinding → fysiologisch effect

kwaliteits controle

  • vervalsingen tegenengaan

  • problemen tijdens productie

    • zantac, tegen zuurproductie. nog aanwezig van NDMA (gebruikt bij synthese) kon kankerverwekkend zijn

Vorm

  • gebruikvriendelijk + effect worden gekeken

    • oog → oogdruppels

    • kindjes → geen tablet, eerder siroop of suppo (slecht openmen)

    • puffers

    • injecties

    • aerosol

lipinsi

na de mond toegediend (RO5, maar is 4 maar doemen 5 omdat veelvoud is van 5)

  1. loP (paritie coefficïent, lipofilitijd water en vetten) moet minder dan 5.

    • n-oct/Dwater = p, hoe hoger p hoe lipofieler, hoe dunner stof hoe hoger. (doel1)

  2. molecuulgewicht minder dan 5

  3. niet meer dan 5 waterstofbrugdonors wijn (oh + ,h)

  4. niet meer dan 10 waterstofbrug acceptors (O+N)

→ slecht als 2 of meer zijn overtreden., eiwitten sws niet

doel 2

kannalen

hoe werken

esopaghus word zwakker voor verschillende redenen → maag zuur gaat naar boven → oplossing maagzuur neustalisren

Na+ + HCO3- + Hcl → H2CO3 + Na+ + Cl-

Ca2+ CO32- + 2HCl → H2CO3 + Ca2+ + 2CL-

herman emil ficher

1890: enzym en substraat gebruiken een sleutelslot systeem.

interacties

  • elektrostatische interacties

  • waterstofbruggen

  • van der waals interactie

  • hydrofobe interacties

  • aromatische interacties

niet werken

  • te groot

  • chemische functies moeten allemaal juist zijn

  • steriochimie: zijn dezelfde, mr zijn bv gespiegeld en kunnen dan niet binden

evenwicht bepaald als het geneemsiddel met de receptor goed bindt, affiniteijd

  1. absorptie

  2. distributie via bloedsomloop (vrij of gebonden aan eiwitten of metaolisme naar metaboliete omgezet)

  3. excetie

gebruik

nevenwerkingen

molitum: kan hartritmes verstoren, de qt interval uitgerokken wat onregelmatig is (torsade de pointes) waardoor die plots dood kan gaat omdat die in andere systemen kan gaan inwerken

hoe selecieven hoe minder nevenwerkingen

oudheid → nieren slechter → opstapeling geneesmiddel

advies

bijsluiter moet altijdi n alle landstalen zijn, moet ook leesbaar zijn

prijsie