academische woordenschat examen juni
Adapteren: aanpassen
Adaptatie: aanpassing
Anachronisme: fout tegen de tijd
Courant: gangbaar
Doorgronden: volledig doorzien, begrijpen
Eruditie: belezenheid, geleerdheid
Evident: heel duidelijk, zonneklaar
Fantaseren: fantasiëren
Wraken: verwerpelijk vinden
Intertekstualiteit: verwevenheid van teksten
Karikatuur: overdreven, bespottelijk
Minutieus: heel nauwgezet, uiterst zorgvuldig
Naadloos: onmerkbaar, vloeiend
Parodiëren: spottend imiteren
Pastiche: imitatie van stijl van auteur of stroming
Persiflage: spottende imitatie
Pragmatisch: praktisch, nuttig en bruikbaar
Prototype: oorspronkelijk model, voorbeeld
Scepsis: twijfel, scepticisme
Strubbelen: onenigheid hebben
Suggereren: voorstellen, opperen, aanpraten
Adapteren: aanpassen
Adaptatie: aanpassing
Anachronisme: fout tegen de tijd
Courant: gangbaar
Doorgronden: volledig doorzien, begrijpen
Eruditie: belezenheid, geleerdheid
Evident: heel duidelijk, zonneklaar
Fantaseren: fantasiëren
Wraken: verwerpelijk vinden
Intertekstualiteit: verwevenheid van teksten
Karikatuur: overdreven, bespottelijk
Minutieus: heel nauwgezet, uiterst zorgvuldig
Naadloos: onmerkbaar, vloeiend
Parodiëren: spottend imiteren
Pastiche: imitatie van stijl van auteur of stroming
Persiflage: spottende imitatie
Pragmatisch: praktisch, nuttig en bruikbaar
Prototype: oorspronkelijk model, voorbeeld
Scepsis: twijfel, scepticisme
Strubbelen: onenigheid hebben
Suggereren: voorstellen, opperen, aanpraten