Module 1

Alstublieft (doe maar)

Je vous en prie

Aangenaam !

Enchanté !

Mag ik dit van u aannemen (wanneer iemand een jas vast heeft)

Je peux vous débarrasser ?

Ik ben dadelijk bij u.

Je suis à vous dans quelques instants.

Wilt u iets drinken ?

Vous boirez bien quelque chose ?

Ja, graag

Oui, volontiers

Nou, kijk eens wie hier is!

Tiens, qui voilà!

Ik luister aandachtig

J'écoute activement

Inderdaad

En effet!

Denk je ?

Vous croyez?

Zeker weten !

Absolument!

Uiteraard !

Bien sûr!

Ik neem afscheid

Je prends congé

Het was me een genoegen!

Au plaisir !

Het was leuk je te ontmoeten

Voilà! J'ai été ravi de vous rencontrer.

Nou, het spijt me, ik heb nog een afspraak.

Bon, je suis désolé, j'ai encore un rendez-vous.

Zoals afgesproken, dan ?

Comme convenu, alors?

Ik moet u laten

Je dois vous laisser

Tot later ! Ik laat je weten hoe het gaat.

Voilà, plus tard! Je vous donnerai de mes nouvelles.

Ik begin een nieuw onderwerp

Je lance un sujet

U heeft opgemerkt dat

Vous avez remarqué que

Stel u voor dat

Figurez-vous que

Nou, ...

Tiens,

Zeg, ...

Dites,

Wat betreft

À propos

Trouwens

Au fait

Ik wil van onderwerp veranderen

Je voudrais changer de sujet

Soit

Soit !

Dat doet er niet toe

Peu importe !

Kortom

Bref !

Daarmee

Sur ce, ...

Nou, dat gezegd hebbende, ...

Bien, ceci dit, ...

In ieder geval ...

Quoi qu'il en soit, ...

Ik heb niets meer te zeggen, mijn beurt is voorbij

Je n'ai plus rien à dire, mon tour de parole est terminé

Toch ?

N'est-ce pas?

Tot zover

Voilà

Overigens (by the way)

Au fait

In feite

En fait

Inderdaad

En effet

Over het weer spreken

Parler de la météo

Wat een slecht weer !

Quel mauvais temps !

Ik denk dat de (weers-)voorspellingen niet goed zijn

Je crois que les prévisions ne sont pas bonnes

Het ziet ernaar uit dat het gaat regenen

Il paraît même qu'il va pleuvoir

Het is kalm

Il fait assez calme

Er wordt sneeuw en ijs voorspeld.

On annonce de la neige du verglas.

Ik hoop dat het morgen beter is

J'espère qu'il fera meilleur demain

Deze ochtend was het nog somber/donker

Ce matin il faisait encore sombre

Uit huis gaan

Quitter la maison

Er was zelfs regen

Il y avait même des pluies

De opklaringen

Des éclaircies

Er is mist

Il y a du brouillard

Het is mooi weer.

Il fait beau

Er is zon

Il y a du soleil

Het is zonnig

Une journée ensoleillée

Het is warm

Il fait chaud

Het is koud

Il fait froid

Het is frisjes

Il fait frisquet

Het is glad

Il y a du verglas

Over de verplaatsing spreken

Parler du déplacement

Had u een goede reis?

Vous avez fait bon voyage ?

De spitsuren.

Les heures de pointe.

Ik moest overstappen en heb de verbinding gemist.

J'ai dû changer de train et j'ai raté ma correspondance.

Veel verkeersopstoppingen.

Beaucoup d'embouteillages.

Met het openbaar vervoer. Met de auto.

Se déplacer en train. Prendre la voiture.

Een doodlopend straatje.

Une petite rue sans issue.

Een ondergrondse parking.

Un parking souterrain.

Rekening houden met de verkeerswerken

Tenir compte des travaux.

Een wegomleiding.

Une déviation.

De wegbeschrijving.

L'itinéraire

Mijn trein had vertraging.

Le train avait du retard.

Zich informeren over de algemene zaken

Se renseigner sur les affaires en général

We zijn overbelast

Nous sommes débordés

Ik heb horen zeggen

J'ai entendu dire que

Hoe zit het met

Qu'en est-il de

Vakantieplannen

Des projets de vacances

Ik ben van plan

Je compte + verbe

Wat zijn jullie plannen

Quels sont vos projets

Difficultés linguistiques

Het is druk (we hebben het druk)

Nous sommes débordés

Ik heb een drukke week

J'ai une semaine chargée

Het is druk in de winkel

Il y a beaucoup de monde dans la boutique

Ga uw gang maar

Je vous en prie

Ik zal het niet vergeten

Je n'y manquerai pas

Doe de groetjes aan ...

Faites-lui le bonjour de ma part.

Insgelijks

Pareillement

Graag gedaan

Je vous en prie

Mag ik even ? Staat u me toe ?

Vous permettez ?

Excuseer, ik geraak er niet aan uit!

Excusez-moi, je n'en sors plus !

Ga uw gang maar

Je vous en prie

Had ik helemaal niet verwacht

Je ne m'y attendais pas du tout!

Kan geen kwaad

Il n'y a pas de mal

Ik houd me er wel mee bezig

Ok, je m'en charge

Past dit voor u ?

Cela vous convient ?

Er is iets mis

Il y a quelque chose qui cloche

Waar was ik ?

Où en étais-je?

Wat denken jullie?

Qu'en dites-vous?

Dat dacht ik al

Je m'en doutais

Iemand niest en jij zegt 'gezondheid'

A vos souhaits!

Vous prenez congé d'une personne.

Au revoir. Bonne journée!

Beterschap

Je vous souhaite un bon rétablissement