Le sport et la forme physique
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/171
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
172 Terms
pratiquer un sport
een sport beoefenen
faire du sport
aan sport doen
être passionné de
een passie hebben voor
s'entrainer sans relâche
voortdurend trainen
un entrainement
een training
un entraineur
een trainer
un club de sport
een sportclub
un sportif
een sporter
sportif
sportief
un athlète
een atleet
un joueur
een speler
une joueuse
een speelster
jouer à + sport
sport + spelen
faire du/de la
sport + doen
un amateur
een amateur
un professionnel
een pro(fessional)
un joueur de haut niveau
een topspeler
un sport d'équipe
een ploegsport
un sport individuel
een individuele sport
participer à une compétition
aan een competitie (wedstrijd) deelnemen
s'inscrire à un tournoi un match
zich inschrijven voor een tornooi
un match à domicile
een thuismatch
un match aller - un match retour
een thuis en uit-wedstrijd
une épreuve sportive
een sportevent
les jeux olympiques d'été
de Olympische zomerspelen
le championnat du monde
het wK (wereldkampioenschap)
les jeux paralympiques
de paralympische spelen
gagner une médaille (d'or - d'argent - de bronze)
een (gouden-zilveren-bronzen) medaille winnen
brandir une coupe / un trophée
een trofee in de lucht houden
repousser ses limites
z'n grenzen verleggen
marquer des points / un but
punten / een doelpunt scoren
faire un tournoi
een tornooi doen
un match nul
een gelijkspel
une rencontre
een ontmoeting
une partie
een partij(tje) (geen competitie)
un concours sportif
een sportwedstrijd
les jeux olympiques d'hiver
de olympische winterspelen
le championnat d'Europe
het EK (Europees kampioenschap)
battre un record
een record verbreken
gagner↔ perdre
winen ↔ verliezen
(remporter) la victoire ↔(subir) la défaite
de overwinning (behalen) ↔ het verlies (lijden)
l'équipe (f.)
de ploeg, het team
un (jeune) espoir
een (jonge) belofte
le favori ↔ l'outsider
de favoriet ↔ de outsider
l'homme du match
de man van de match
se qualifier - la qualification
zich kwalificeren - de kwalificatie
le sélectionneur national
de bondscoach
le capitaine
de kapitein
un (jeune) prodige
een (jong) talent
le fair-play
de fair-play
l'équipe (f.) nationale
het nationale team
soutenir son équipe
supporteren voor z'n team
encourager les joueurs
de spelers aanmoedigen
les encouragements de la foule / du public
de aanmoedigingen van de massa / het publiek
applaudir - les applaudissements (m.)
klappen - het geklap
chanter - les chants (m.) de stade
zingen - de stadion gezangen
le chauvinisme
het chauvinisme
le hooligan
de hooligan
l'interdiction (f.) de stade
het stadionverbod
la mascotte
de mascotte
le drapeau
de vlag
la fan zone
de fan zone
demander un autographe
een handtekening vragen
le matériel sportif
het sportmateriaal
la tenue de sport
de sportkledij
le maillot - le dossard
het truitje - het rugnummer
les chaussures de sport
de sportschoenen
les protections
de beschermingen
le ballon
de bal (groot vb. voetbal)
la balle
de bal (klein bv. tennis)
le filet
het net
le but (le gardien de but)
het doel (de keeper)
la raquette
de racket
le sac de sport
de sportzak
la bande de résistance
de weerstandsband
le sport indoor ↔ outdoor
binnensport ↔ buitensport
le terrain de ... (tennis, basket, volley, ...)
het terrein, veld
la piste
de piste
la piscine
het zwembad
la patinoire
de schaatsbaan
le vélodrome
de velodroom / fietsbaan
la salle de sport
de sportzaal
la salle de danse
de danszaal
le gymnase
de gymzaal (sportzaal)
la salle de fitness
de fitnesszaal
le mur d'escalade
de klimmuur
le centre d'entrainement
het trainingscentrum
le complexe sportif
het sportcomplex
le vestiaire
de kleedkamer
la douche
de douche
le green
de green
le stade (de sport)
het (sport)stadion
l'agilité - agile
de lenigheid - lenig
la rapidité - rapide
de snelheid - snel
la flexibilité - flexible
de flexibiliteit - flexibel
la souplesse - souple
de soepelheid - soepel
la force mentale - être fort mentalement
de mentale kracht - mentaal sterk zijn
l'endurance - endurant
de uithouding - met een goede uithouding
la résistance - résistant
de weerstand - die goed weerstand biedt
la persévérance - persévérant
de volharding - volhardend
Note 
Flashcards (21)