French chapitre 2
0.0(0)
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/159
160 Terms
1
New cards
célébrer
vieren
2
New cards
festif
feestelijk
3
New cards
avoir lieu
plaatsvinden
4
New cards
estival
zomer-
5
New cards
le congé
de vrije dag(en)
6
New cards
manifester sa joie
zijn vreugde tonen
7
New cards
payant
tegen betaling
8
New cards
croiser
tegenkomen
9
New cards
se produire
optreden
10
New cards
le citoyen
de burger
11
New cards
l'epoque (v)
het tijdperk
12
New cards
la nourriture
het voedsel
13
New cards
avoir faim
honger hebben
14
New cards
s'enfuir
vluchten
15
New cards
effrayé
geschrokken
16
New cards
mécontent
ontevreden
17
New cards
satisfait
tevreden gesteld
18
New cards
l'événement
de gebeurtenis
19
New cards
dédier à
opdragen aan
20
New cards
forcément
per se
21
New cards
incroyable
ongelooflijk
22
New cards
Approprié
passend, geschikt
23
New cards
repérer
ontdekken, vinden
24
New cards
n'importe quel/quelle
welke ... dan ook
25
New cards
en ce sens que
in die zin dat
26
New cards
le monde
de wereld
27
New cards
la plupart
de meeste(n)
28
New cards
marquer le début
het begin markeren
29
New cards
la foule
de menigte
30
New cards
tandis que
terwijl
31
New cards
vers
rond, omstreeks
32
New cards
environ
ongeveer
33
New cards
distribuer
uitdelen
34
New cards
crier
schreeuwen, roepen
35
New cards
se promener
wandelen
36
New cards
entraîner
meetrekken
37
New cards
l'amateur (m)
de liefhebber
38
New cards
avoir lieu
plaatsvinden
39
New cards
assister à
bijwonen
40
New cards
se produire
optreden
41
New cards
il y a
er is, er zijn
42
New cards
distribuer
uitdelen
43
New cards
créer
creëren
44
New cards
offrir
geven/aanbieden
45
New cards
cacher
verbergen
46
New cards
l'événement
de gebeurtenis
47
New cards
décorer
versieren
48
New cards
le musicien
de muzikant
49
New cards
il est possible de
het is mogelijk om te
50
New cards
l'ambiance (v)
de sfeer
51
New cards
dans la rue
op straat
52
New cards
gratuit
gratis
53
New cards
tirer des feux d'artifice
vuurwerk afsteken
54
New cards
le sapin de Noël
de kerstboom
55
New cards
l'œuf (m)
het ei
56
New cards
les sucreries (vmv)
het snoep
57
New cards
se déguiser
zich verkleden
58
New cards
déranger
storen
59
New cards
être fier de
trots zijn op
60
New cards
j'y tiens
ik hecht er waarde aan
61
New cards
ça m'est égal
het maakt me niet uit
62
New cards
allez-y
ga uw/jullie gang
63
New cards
étranger
buitenlands
64
New cards
au sujet de
voor wat betreft
65
New cards
l'achat (m)
de aanschaf
66
New cards
au niveau de
op het gebied van
67
New cards
la préférence
de voorkeur
68
New cards
plutôt ... que
eerder/liever dan
69
New cards
notamment
vooral
70
New cards
récemment
onlangs
71
New cards
comparable à
vergelijkbaar met
72
New cards
contrairement à
daarentegen
73
New cards
en particulier
in het bijzonder
74
New cards
cartonner
succes hebben
75
New cards
l'invention (v)
de uitvinding
76
New cards
enregistrer
registreren
77
New cards
le chiffre d'affaires
de omzet
78
New cards
la performance
de prestatie
79
New cards
la vente
de verkoop
80
New cards
revendiquer
opeisen
81
New cards
exister
bestaan
82
New cards
représenter
vertegenwoordigen
83
New cards
mondial
wereld-
84
New cards
indispensable
noodzakelijk
85
New cards
incontournable
onmisbaar
86
New cards
innovant
vernieuwend
87
New cards
circuler
in omloop zijn
88
New cards
désormais
voortaan
89
New cards
également
ook
90
New cards
un sur deux
één op de twee
91
New cards
dont
waarvan
92
New cards
le produit
het product
93
New cards
la marque
het merk
94
New cards
la raison
de reden
95
New cards
les gens
de mensen
96
New cards
personnellement
persoonlijk
97
New cards
l'entreprise (v)
het bedrijf
98
New cards
célèbre
beroemd
99
New cards
bon marché
goedkoop
100
New cards
bon pour la santé
gezond