Tous les mots pièges
0.0(0)
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/105
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
106 Terms
1
New cards
(en) chantant
al zingend
2
New cards
en travaillant
door te werken
3
New cards
quelque chose de beau
iets moois
4
New cards
quelqu'un de gentil
een vriendelijk iemand
5
New cards
avant
voor (tijd)
6
New cards
devant
voor (plaats)
7
New cards
après
na (tijd)
8
New cards
derrière
achter (plaats)
9
New cards
finalement
ten laatste
10
New cards
dernièrement
ten laatste
11
New cards
utiliser
gebruiken
12
New cards
user
verslijten
13
New cards
si
als, indien
14
New cards
quand
als, wanneer
15
New cards
la semaine passée
vorige week
16
New cards
il y a deux semaines
2 weken geleden
17
New cards
la semaine prochaine
volgende week
18
New cards
dans une semaine
binnen een week
19
New cards
en une semaine
in een week
20
New cards
si
of
21
New cards
au cas où + conditionnel
in het geval dat
22
New cards
le livre parle de
het boek gaat over
23
New cards
dans le livre, il s'agit de
het boek gaat over
24
New cards
avoir 17 ans
17 jaar zijn
25
New cards
contrairement à
in tegenstelling tot
26
New cards
la même chose
hetzelfde
27
New cards
ranger
opruimen
28
New cards
ramasser
oprapen
29
New cards
Peut-être que (devant dans la phrase)
misschien
30
New cards
peut-être
misschien
31
New cards
un abus
een misbruik
32
New cards
une erreur
een fout, vergissing
33
New cards
il s'était assis
hij was gaan zitten
34
New cards
il était assis
hij zat; hij zat neer
35
New cards
aussi...que
zo...als
36
New cards
tellement...que
zo...dat
37
New cards
autrefois
vroeger, eertijds
38
New cards
sinon
anders
39
New cards
impertinent
brutaal
40
New cards
insolent
brutaal
41
New cards
brutal
bruut, ruw
42
New cards
la monnaie
het kleingeld, het wisselgeld
43
New cards
l'argent (m .)
het geld
44
New cards
une pièce
een munt, een muntstuk
45
New cards
un morceau
een stuk, een gedeelte
46
New cards
le coin
de hoek
47
New cards
directement
rechtstreeks
48
New cards
s'habiller
zich aankleden
49
New cards
se dresser
oprijzen
50
New cards
prier
verzoeken
51
New cards
achever
voltooien, afmaken, beëindigen
52
New cards
fonctionner
werken, functioneren
53
New cards
réussir
slagen voor
54
New cards
relativiser
relativeren
55
New cards
financier
financieel
56
New cards
un médicament
een medicijn
57
New cards
un médecin
een dokter
58
New cards
s'attendre à
verwachten
59
New cards
anormal
abnormaal
60
New cards
étrange
raar
61
New cards
rare
zeldzaam
62
New cards
exploser
ontploffen
63
New cards
efficace
efficiënt
64
New cards
concernant
in verband met, betreffende
65
New cards
au sujet de
in verband met, betreffende
66
New cards
pertinent
relevant
67
New cards
la pile
een batterij
68
New cards
une batterie
een batterij (accu), een drumstel
69
New cards
célèbre
beroemd
70
New cards
la file
de rij
71
New cards
un embouteillage
een file
72
New cards
zéro
nul (getal)
73
New cards
nul
waardeloos
74
New cards
une grotte
de grot
75
New cards
une cave
de kelder
76
New cards
le souvenir
de herinnering
77
New cards
la mémoire
het geheugen
78
New cards
supporter
verdragen
79
New cards
soutenir
ondersteunen
80
New cards
diviser
verdelen
81
New cards
s'exprimer
zich uitdrukken
82
New cards
le quai
de kade, het perron
83
New cards
un acompte
een voorschot
84
New cards
le musulman
de moslim
85
New cards
introverti
introvert
86
New cards
extraverti
extravert
87
New cards
résoudre
oplossen
88
New cards
l'itinéraire
de reisweg, de route
89
New cards
la route
de (grote) weg
90
New cards
l'environnement
het milieu
91
New cards
un milieu
een omgeving
92
New cards
une combinaison
een combinatie
93
New cards
apparemment
blijkbaar
94
New cards
à peine
nauwelijks, amper
95
New cards
à peu près
ongeveer, bijna
96
New cards
peu à peu
beetje bij beetje
97
New cards
assister à
bijwonen
98
New cards
l'est
het oosten
99
New cards
l'ouest
het westen
100
New cards
le Midi
Zuid-Frankrijk
Note 
Flashcards (29)