BIOLOGIE // H6 - Ecologie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/106

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

107 Terms

1
New cards
\***Wat zijn de verschillende niveaus waarop ecologisch onderzoek plaatsvindt
Ecologisch onderzoek vindt plaats op de niveaus: molecuul, cel, organisme, populatie, ecosysteem en biosfeer.
2
New cards
\***Wat wordt bestudeerd in de ecologie
Ecologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving.
3
New cards
\***Wat is environmental DNA (eDNA)
Environmental DNA is een methode waarbij het DNA-molecuul wordt gebruikt om te bepalen welke diersoorten in een bepaald gebied voorkomen.
4
New cards
\***Wat is ecogenomica
Ecogenomica maakt gebruik van het genoom, alle DNA-moleculen in een cel, om informatie te verkrijgen over welke diersoorten in een bepaald gebied voorkomen en voor andere toepassingen.
5
New cards
\***Wat zijn emergente eigenschappen van een organisme
Emergente eigenschappen van een organisme zijn bijvoorbeeld leeftijd en geslacht, die uniek zijn voor elk individu.
6
New cards
\***Wat is een populatie
Een populatie is een groep organismen van dezelfde soort die in een bepaald gebied leven en samen een voortplantingsgemeenschap vormen.
7
New cards
\***Wat is een levensgemeenschap
Een levensgemeenschap verwijst naar het feit dat binnen een bepaald gebied populaties van verschillende soorten samenleven.
8
New cards
\***Wat is een niche in de ecologie
Een niche is een n-dimensionaal hypervolume waarbinnen een soort een stabiele en leefbare populatie kan behouden. Het beschrijft de rol en positie van een soort in zijn omgeving. In een levensgemeenschap heeft elke soort zijn eigen plekje en zijn eigen manier van overleven. Dat eigen plekje wordt aangeduid als de habitat terwijl de taak en functie van een soort de niche van die soort wordt genoemd. Niche omschrijft hoe de soort gebruikt maakt van omgevingsfactoren als vochtigheid, voedseltype, nestgelegenheid en wat zijn effect is op andere soorten. Bijgevolg hangt de niche van een soort heel nauw samen met de rol van deze soort in een ecosysteem.
9
New cards
\***Wat is een ecosysteem
Een ecosysteem is een min of meer natuurlijk begrensd deel van de biosfeer, zoals een duingebied of een heideveld, waarin biotische (levende) en abiotische (levenloze) factoren samenkomen.
10
New cards
\***Wat zijn emergente eigenschappen van een ecosysteem
Emergente eigenschappen van een ecosysteem zijn bijvoorbeeld de stof- en energiestromen en de relaties tussen verschillende populaties binnen het ecosysteem.
11
New cards
\***Wat is de biosfeer
De biosfeer is het gedeelte van de aarde en de atmosfeer (dampkring) dat bewoond wordt door organismen. Het omvat alle ecosystemen en vormt samen met de atmosfeer het systeem aard
12
New cards
Biotoop
\
Een biotoop is het resultaat van het samenspel van de natuurlijke omstandigheden in een bepaald gebied (klimaat, bodemgesteldheid, aanwezigheid van zoet of zout water enz.) en resulterend in een bepaald landschapstype. Kort gezegd gaat het bij een biotoop om een min of meer geografisch begrensd gebied dat de specifieke duidelijk herkenbare leefomgeving vormt voor een bepaalde leefgemeenschap van dieren en planten. Het totaal van de abiotische omgeving plus de daarin levende leefgemeenschap wordt een ecosysteem genoemd.

13
New cards
Habitiat
Een habitat omvat alle mogelijke plaatsen waar een bepaald organisme voorkomt. Op deze plekken voldoen zowel biotische als abiotische factoren aan de minimale levensvoorwaarden van betreffend organisme. Dat wil zeggen dat deze factoren binnen de toleranties van dat organisme blijven. Hierdoor kan het op deze plaatsen overleven, groeien en zich voortplanten. In de vegetatiekunde gebruikt men voor plantensoorten en voor plantengemeenschappen in plaats van 'habitat' gewoonlijk de term standplaats.
14
New cards
\***Wat zijn biotische factoren in een ecosysteem
Biotische factoren zijn invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur. Dit omvat de interacties tussen soortgenoten, predatoren, prooidieren en ziekteverwekkers, evenals de interactie tussen organismen en hun leefomgeving.
15
New cards
\***Wat zijn abiotische factoren in een ecosysteem, noem ook voorbeelden voor land en waterorganismen
Abiotische factoren zijn invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur, zoals klimaat (temperatuur, licht, wind en neerslag) en bodemgesteldheid voor landorganismen,

en temperatuur, zuurstofgehalte, zoutgehalte, licht en stroming voor waterorganismen. Deze factoren vormen het milieu waarin organismen leven.
16
New cards
\*\*\*Wat wordt bedoeld met het verspreidingsgebied van een soort

\
5\.2 \***Hoe beïnvloedt de bodemgesteldheid de groei van planten?, geef de soorten bodem***
Het verspreidingsgebied van een soort verwijst naar het geografische gebied waarin deze soort van nature voorkomt.

\
De bodemgesteldheid heeft invloed op de groei van planten. Zand heeft grote bodemdeeltjes, bevat veel lucht en weinig water, en kan water niet goed vasthouden. Klei heeft daarentegen kleine bodemdeeltjes, bevat weinig lucht en veel water, en kan water goed vasthouden. Humus verbetert de structuur van de bodem en voorkomt uitspoeling van mineralen naar diepere bodemlagen. Andere factoren die de bodemgesteldheid bepalen, zijn onder andere de pH (zuurgraad), grondwaterstand en gehalte aan mineralen.
17
New cards
\***Wat zijn de effecten van licht op plantengroei
Licht is een abiotische factor die de groei van planten beïnvloedt.
-Zonplanten groeien het best bij een hoge lichtintensiteit, zoals in het open veld, terwijl schaduwplanten het best gedijen bij een lage lichtintensiteit, zoals op de bodem van een loofbos.
-Licht remt de lengtegroei van plantenstengels omdat de aanmaak van auxine wordt geremd. Dit resulteert in stengels die naar het licht groeien.
-Kiemplantjes die in het donker worden gehouden, krijgen lange, slappe stengels met weinig steunweefsel en bleekgele bladeren.
- De daglengte heeft invloed op het tijdstip van voortplanting bij veel organismen, zoals de bloemvorming bij planten en de paring en eileg bij dieren.
- In zeeën en oceanen dringt licht alleen door in de bovenste waterlagen tot een diepte van ongeveer 200 meter.
18
New cards
\***Hoe beïnvloedt water (wat voor factor (a)biotisch?) de aanpassingen van planten en dieren? — wortelstelsels, bladeren, waslaagje, huidmondjes***

\
Water is een abiotische factor die van invloed is op de aanpassingen van planten en dieren.

-%%**Landplanten**%% in een ^^*vochtig*^^ milieu hebben zwak ontwikkelde wortelstelsels, bladeren met een dunne cuticula (waslaagje) en veel huidmondjes.

\-%%**Landplanten**%% in een ==*droog*== milieu daarentegen hebben goed ontwikkelde wortelstelsels, bladeren met een dikke cuticula en weinig huidmondjes, voornamelijk aan de onderkant van de bladeren.

\-^^**Waterplanten**^^ hebben kleine of geen wortelstelsels, luchtkanalen in de stengels, grote en slappe bladeren en huidmondjes aan de bovenkant van de bladeren.

-^^**Waterdieren**^^ hebben een bepaald zuurstof- en zoutgehalte nodig om te overleven.

\-%%**Dieren**%% in een ^^*vochtig*^^ milieu hebben een huid die waterdoorlatend is en produceren sterk verdunde urine.

\-%%**Dieren**%% in een ==*droog*== milieu hebben daarentegen een huid die waterafstotend is, hebben beperkte verdampingsademhaling en produceren sterk geconcentreerde urine.
19
New cards
\***Hoe beïnvloedt temperatuur de enzymactiviteit en aanpassingen van organismen
Temperatuur is een abiotische factor die invloed heeft op de enzymactiviteit en aanpassingen van organismen. Enzymactiviteit is afhankelijk van de temperatuur.
-Bij lage temperaturen kunnen poikilotherme (koudbloedig, verandert met omgeving) dieren niet actief zijn.
-In warme gebieden hebben homoiotherme (warmbloedig, constante temp) dieren grotere lichaamsuitsteeksels dan in koude gebieden.
20
New cards
\***Wat zijn de effecten van lucht op planten en dieren, wat doen planten om verdamping tegen te gaan
Lucht speelt een rol bij de bestuiving van planten door de wind en de verspreiding van zaden.
-Wind kan ook de verdamping van water uit bladeren bevorderen.
Planten hebben aanpassingen ontwikkeld om overmatige verdamping tegen te gaan, zoals een dikke waslaag op bladeren, huidmondjes alleen aan de onderzijde van bladeren, verzonken huidmondjes, behaarde bladeren en het omkrullen van bladeren.
-Het zuurstofgehalte in de lucht is belangrijk voor de overleving van heterotrofe organismen.
-Vervuilende stoffen kunnen de overlevingskansen van organismen beïnvloeden.
21
New cards
\***Wat wordt bedoeld met tolerantie en tolerantiegrens
Tolerantie verwijst naar het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen, dit gebied is ook de niche. Tolerantiegrens is de grenswaarde van een abiotische factor waarbij een organisme niet langer kan overleven. Wanneer een organisme de tolerantiegrens van ten minste één abiotische factor overschrijdt, bevindt het zich buiten zijn verspreidingsgebi
22
New cards
\
Wat is een macro en microklimaat

\
\
Op aarde zijn grote gebieden met dezelfde klimaat -> macroklimaat • er zijn wel andere abiotische factoren -> dus elk ecosysteem eigen microklimaat.
23
New cards
\
\
\
Wat geeft een optimumkromme weer?
\
Een optimumkromme voor een abiotische factor geeft weer:

\
* de tolerantiegrenzen (het minimum en het maximum);
* het tolerantiegebied (tussen minimum en maximum, *alle waarden van abiotische factoren waarbij een soort kan overleven)*
* het optimum (de gunstigste waarde)

\
\
\
\
24
New cards
Wat is het Verspreidingsgebied (areaal): 
Wat is het Verspreidingsgebied (areaal): 

\
het gebied op aarde waar organismen van een bepaalde soort voorkomen, als je buiten het verspreidingsgebied bent moet er de tolerantiegrens van ten minste 1 abiotische factor overschreden zijn.
25
New cards
Vraag: Wat zijn enkele vormen van concurrentie binnen een populatie (hoe wordt te sterke competitie tegengegaan
Antwoord: Competitie om voedsel —te sterke competitie wordt vaak tegengegaan door het vormen van een territorium (een eigen gebied, waaruit soortgenoten worden geweerd) of door specialisatie — en competitie om voortplanting. Natuurlijke selectie speelt ook een rol.
26
New cards
Vraag: Wat zijn enkele vormen van concurrentie tussen een populatie
Concurrentie tussen populaties.
* Meestal minder sterk dan binnen een populatie. Niche (nis): de rol die een soort speelt in het geheel van relaties in een ecosysteem.
* ▪ Ook tussen organismen van verschillende soorten in een ecosysteem bestaat concurrentie, maar heel weinig omdat iedere soort een eigen nis of niche heeft; de rol die een bepaalde populatie speelt in een ecosysteem -\> Een zwaluw eet insecten overdag en een vleermuis in de nacht.
27
New cards
Vraag: Wat zijn enkele vormen van coöperatie binnen een populatie
Coöperatie binnen een populatie.
* Bijv. voor voedsel, bescherming tegen vijanden, bij de voortplanting.
* Samenwerking in paren, in groepen of in staten.
28
New cards
Vraag: Wat zijn enkele vormen van coöperatie tussen een populatien
Coöperatie tussen populaties.
* bijv. voor voedsel, voortplanting. - Symbiose: langdurige samenleving van organismen van verschillende soorten.
29
New cards
Vraag: Hoe wordt concurrentie tussen populaties meestal beïnvloed
Antwoord: Concurrentie tussen populaties is meestal minder sterk dan binnen een populatie. De rol die een soort speelt in het ecosysteem, ook wel niche genoemd, beïnvloedt de competitie tussen populaties.
30
New cards
Vraag: Wat is symbiose en noem enkele vormen ervan
Antwoord: Symbiose is een langdurige samenleving van organismen van verschillende soorten. Enkele vormen van symbiose zijn
-mutualisme (voordelig voor beide soorten),
-commensalisme (voordelig voor één soort en neutraal voor de andere soort) en
-parasitisme (voordelig voor de parasiet en schadelijk voor de gastheer).
31
New cards
Vraag: Wat is populatiedichtheid en biologisch evenwicht
Antwoord: Populatiedichtheid is het gemiddelde aantal organismen van een soort per oppervlakte-eenheid of volume-eenheid.
32
New cards
Vraag: Wat is biologisch evenwicht en hoe wordt het gehandhaafd
Antwoord: Biologisch evenwicht is een toestand waarin de populatiedichtheid van elke soort schommelt rond een bepaalde waarde. Het wordt gehandhaafd door dichtheidsafhankelijke factoren.
33
New cards
Wat is het verspredingspatroen
Uit de populatiedichtheid kun je niet afleiden waar je individuen van een populatie kunt vinden; iedere populatie heeft een andere verspreidingspatroon (gegroepeerd, regelmatig verspreid of willekeurig verspreid)/(in bomen of bodem).
34
New cards
Wat zijn dichtheidsafhankelijke en onafhankelijke actoren
Deze zorgen voor schommeling populatiedichteheid, factoren (zoals predatie, parasitisme, ziekte en voedselconcurrentie)

* Als de populatiedichtheid groter wordt, nemen predatie, parasitisme en ziekten toe en neemt de hoeveelheid voedsel af. Hierdoor daalt de populatiedichtheid weer.
* Als de populatiedichtheid kleiner wordt, nemen predatie, parasitisme en ziekten af en neemt de hoeveelheid voedsel toe. Hierdoor stijgt de populatiedichtheid weer.
* er blijft hierdoor dus biologisch evenwicht en dichtheidsonafhankelijke factoren (meestal klimaat- of door mens veroorzaakte factoren). Dichheidsafhankelijke en dichteheidsonafhankelijke factoren beïnvloeden het sterftecijfer, geboortecijfer en migratie binnen een populatie., en houd niet het evenwicht in stand.
35
New cards
Leg uit over het geboorte, sterfte cijfer en migratie + emigratie
Het geboortecijfer van een populatie is het aantal organismen dat per tijdseenheid ontstaat door voortplanting.
Het sterftecijfer van een populatie is het aantal organismen dat per tijdseenheid sterft.
Door migratie kan de populatiegrootte veranderen. immigratie: aantal binnentrekkende individuen; e
migratie: aantal wegtrekkende individuen.
36
New cards
Wat zijn invasiege, uitheemse sooryen en exoten
Organismen die een gebied binnendringen \= uitheems, als eht door menselijke invloed gebeurt \= exoten.
Als ze eigenschappen hebben om zich te vestigen en verspreiden \= invasief
37
New cards
Hoe werkt het als invasieve exoten met weinig individuen zijn en gunstige omstandigheden hebben met wel en met geen vijanednen
* Als de hulpbronnen (bijv. voedsel) beperkt zijn en/of als er natuurlijke vijanden aanwezig zijn, stelt zich na de beginfase een biologisch evenwicht in (S-vormige groeicurve).
* Als de hulpbronnen onbeperkt zijn en als natuurlijke vijanden ontbreken, gaat de exponentiële groei na de beginfase door (J-vormige groeicurve). Dit kan leiden tot een plaag.
38
New cards
Vraag: Wat is de draagkracht van een ecosysteem
Antwoord: De draagkracht van een ecosysteem is de maximale populatiegrootte die over langere tijd in het ecosysteem kan worden gehandhaafd. Het wordt beïnvloed door beschikbare hulpbronnen en andere factoren.
39
New cards
Wat zijn manieren om de populatie dichtheid te bepalen
* @@Kwadrantmethode@@: in een ecosysteem worden kwadranten uitgezet en hierbinnen worden tellingen gedaan. b.v. bij kleine populaties (bomen, grote zoogdieren) 
telling van steekproef; telling op een bepaald klein oppervlak., @@vierkant, telling x (deel oppervlakte : gehele oppervlakte)@@
* %%**Transectmethode**%%: in een ecosysteem wordt en %%langwerpige proefrstook%% uitgezet waarbinenn tellingen worden gedaan, Bij de transectmethode, deel je ook een bepaalde oppervlakte op in kleine delen, maar  i%%n bijvoorbeeld rechthoeken.%% Je doet dit omdat je ook %%alle typen begroeiing%% van het betreffende gebied erbij wil pakken. Als er in het grasveld bomen staan, moet je die meenemen in het gebied dat je telt. Verder werkt de methode hetzelfde als de kwadrantmethode. %%Tellen, en dan x verhouding; (deel oppervlakte: geheel)%% letten op de afwijking.

je kunt het *iets* precieser doen, door van twee vakken het aantal wormen te tellen, en te kijken of de afwijking tussen de twee vakken niet meer dan tien procent is. Is dat niet zo, zit je schatting aardig in de buurt, is het wel groter dan tien procent, dan tel je nog een derde vak. ==Zo ga je door tot je een gemiddelde haalt dat minder dan tien procent afwijkt van het volgende vak dat je telt.==

* Terugvangethode.

2 vangsten gedaan en daarbij wordt bepaald hoe groot populatie is.


\-1e vangst: van vangst alle gevangen dieren merken


\-2e vangst: van vangst de gemerkte dieren tellen


\-aantal 2e vangst x gemarkeerde 1e vangst : gemarkeerde 2e vangst
40
New cards
Hoe beschermen planten zich tegen vraat?
Planten beschermen zich tegen vraat door gifstoffen aan te maken en signaalstoffen te verspreiden binnen en tussen populaties.

\---
41
New cards
Wat is een voedselketen en hoe werkt het?
Een voedselketen is een reeks soorten waarbij elke soort voedselbron is voor de volgende soort. Het begint met planten (producenten) die gegeten worden door herbivoren (consumenten van de eerste orde), die op hun beurt weer gegeten worden door carnivoren (consumenten van de tweede orde), enzovoort.

\---
42
New cards
Wat is een toppredator in een voedselketen?
Een toppredator is de diersoort aan het einde van een voedselketen. Het is het dier dat geen andere soorten eet en vaak een belangrijke positie heeft in het ecosysteem.

\---
43
New cards
Wat is een trofisch niveau in een voedselketen?
Een trofisch niveau verwijst naar de plaats van een organisme in de voedselketen. Het eerste trofische niveau bestaat uit autotrofe organismen, zoals planten, die via fotosynthese organische stoffen produceren.

\---
44
New cards
Wat is een voedselweb en hoe verschilt het van een voedselketen?
Een voedselweb is het geheel van voedselrelaties in een levensgemeenschap. Het omvat meerdere voedselketens die met elkaar verbonden zijn. In een voedselweb kunnen consumenten van verschillende trofische niveaus elkaar beïnvloeden en voeden.

\---
45
New cards
Wat zijn producenten en welke rol spelen ze in een voedselweb?
Producenten zijn organismen, meestal planten, die organische stoffen produceren door middel van fotosynthese. Ze leveren de basisvoeding voor het hele ecosysteem en vormen de eerste schakel in de voedselketen.

\---
46
New cards
Wat zijn consumenten van de eerste orde in een voedselweb?
Consumenten van de eerste orde zijn herbivoren, ook wel planteneters genoemd. Ze voeden zich met de producenten (planten) in het ecosysteem. Ze vormen de volgende schakel in de voedselketen na de producenten.

\---
47
New cards
Wat is de rol van reducenten in een ecosysteem?
Reducenten, zoals bacteriën en schimmels, spelen een rol bij de afbraak van dode organische materialen. Ze zorgen voor mineralisatie, waarbij organische stoffen worden afgebroken tot anorganische stoffen. Dit maakt nieuwe anorganische stoffen beschikbaar voor de producenten in het ecosysteem.

\---

\---
48
New cards
Wat is assimilatie een voorttgezette assimilatie?
Assimilatie is de vorming van grote organische moleculen uit kleine (anorganische) moleculen.
Bij fotosynthese vindt er assimilatie plaats. Assimilatie betekent dat er uit kleinere stoffen grotere stoffen worden opgebouwd. Uit de glucose die bij de fotosynthese ontstaat, worden andere stoffen gemaakt. Dat heet voortgezette assimilatie.

\---
49
New cards
Wat is koolstofassimilatie?
Koolstofassimilatie is de vorming van glucose uit koolstofdioxide en water(stof).

\---
50
New cards
Welke organismen worden producenten genoemd?
Organismen die in staat zijn tot koolstofassimilatie worden producenten genoemd.

\---
51
New cards
Waar komt de energie voor koolstofassimilatie vandaan?
De energie voor koolstofassimilatie is afkomstig van fotosynthese of chemosynthese.

\---


\---
52
New cards
kunnen heterotrofe organismen glucose vormen?
ja maar niet in staat glucose te vormen uit anorganische stoffen.

\---
53
New cards
Wat zijn consumenten?
Consumenten zijn heterotrofe organismen die energie halen uit organische stoffen, zoals andere organismen.

\---
54
New cards
Wat gebeurt er bij dissimilatie?
Bij dissimilatie worden organische moleculen afgebroken, waarbij energie vrijkomt.

\---
55
New cards
Wat is het trofische niveau?
Elke schakel in een voedselketen heeft een trofisch niveau.

\---
56
New cards
Wat zijn producenten?
In het 1e trofische niveau bevinden zich autotrofe organismen, zoals sommige planten, bacteriën en dieren die geen andere soorten eten. Ze worden producenten genoemd omdat ze organische stoffen produceren uit anorganische stoffen.

\---
57
New cards
Wat is assimilatie?
Assimilatie is de opbouw van organische moleculen uit kleine moleculen.

\---
58
New cards
Wat is koolstofassimilatie?
Koolstofassimilatie is het vermogen van producenten om glucose te vormen uit koolstofdioxide en water(stof).

\---
59
New cards
Wat zijn foto-autotrofe organismen?
Foto-autotrofe organismen, zoals planten en cyanobacteriën, gebruiken lichtenergie voor koolstofassimilatie.

\---
60
New cards
Wat is chemosynthese?
Chemosynthese is het proces waarbij bacteriën energie halen uit anorganische stoffen door oxidatie en zo organische verbindingen kunnen produceren. Organismen die dit vermogen hebben, worden chemo-autotroof genoemd.

\---
61
New cards
Wat gebeurt er bij voortgezette assimilatie?
Bij voortgezette assimilatie wordt glucose gebruikt als grondstof voor de vorming van koolhydraten, DNA, eiwitten en vetten.

\---
62
New cards
Wat zijn consumenten?
Heterotrofe organismen die geen organische stoffen kunnen vormen uit anorganische stoffen, worden consumenten genoemd. Consumenten van de eerste orde zijn herbivoren (planteneters), carnivoren (diereneters) en omnivoren (alleseters).

\---
63
New cards
Wat is dissimilatie?
Dissimilatie is de afbraak van organische moleculen, waarbij energie vrijkomt die gebruikt kan worden voor assimilatie.

\---
64
New cards
Wat zijn detrivoren?
Dode resten van organismen worden opgegeten door detrivoren, ook wel afvaleters genoemd.

\---
65
New cards
Wat doen reducenten?
Reducenten, zoals bacteriën en schimmels, breken overgebleven resten af tot anorganische stoffen in een proces dat mineralisatie wordt genoemd. Producenten kunnen deze anorganische stoffen weer opnemen.

\---
66
New cards
Wat zijn ecologische piramiden?
Ecologische piramiden zijn grafische weergaven van voedselrelaties in een ecosysteem. Ze tonen verschillende kenmerken, zoals abiotische factoren, diversiteit aan soorten, voedselwebstructuur en biomassa, tussen pionierecosystemen en climaxecosystemen.
67
New cards
Wat wordt weergegeven in de piramide van aantallen?
De piramide van aantallen geeft het aantal organismen weer voor elk trofisch niveau in een ecosysteem.
68
New cards
Wat wordt weergegeven in de piramide van biomassa?
De piramide van biomassa geeft de biomassa (het totale gewicht aan organische stoffen) weer voor elk trofisch niveau in een ecosysteem.
69
New cards
Wat is bruto primaire productie (BPP)?
Bruto primaire productie is de totale biomassa die wordt gevormd in een ecosysteem tijdens fotosynthese. Het omvat alle organische stoffen die worden geproduceerd.
70
New cards
Wat is netto primaire productie (NPP)?
Netto primaire productie is de biomassa die beschikbaar is voor de vorming van nieuwe weefsels in autotrofe organismen. Het is gelijk aan de bruto primaire productie minus het verlies door dissimilatie, afsterven van weefsel en ontlasting.
71
New cards
Wat is de rol van NPP in voedselketens?
Een deel van de netto primaire productie dient als voedsel voor het volgende trofische niveau in een voedselketen.
72
New cards
Wat gebeurt er met de energie in een ecosysteem?
In elke schakel van een voedselketen treedt energieverlies op door afgestorven weefsels, onverteerd voedsel en dissimilatie.
73
New cards
Wat kunnen berekeningen met betrekking tot energiestroom in een ecosysteem onthullen?
Berekeningen met betrekking tot de energiestroom in een ecosysteem kunnen inzicht geven in de hoeveelheid energie die beschikbaar is voor verschillende trofische niveaus en kunnen helpen bij het begrijpen van de dynamiek van voedselrela
74
New cards
vergelijk pionier en climaxecosusteem (abiotische facoren, humusaanwezigheid bodem, soortenrijkdom, voedselweb, niche, biomassa, productie en afbraak, kringlopen, vegetatie:
knowt flashcard image
75
New cards
Wat is successie?
Successie is de verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap, zodat deze geleidelijk in een andere overgaat.
76
New cards
Wat is een pionierecosysteem?
Een pionierecosysteem is het ecosysteem dat als eerste ontstaat in een onbegroeid gebied. Hierbij is sprake van een open kringloop.
77
New cards
Wat is een climaxecosysteem?
Een climaxecosysteem is het laatste stadium in de successie. Hierbij is sprake van een gesloten kringloop. Bijvoorbeeld tropische regenwouden, koraalriffen en loofbossen (in Nederland).
78
New cards
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire successie?
Primaire successie vindt plaats op een kale ondergrond, terwijl secundaire successie optreedt als er al een humus-bevattende bodem aanwezig is.
79
New cards
Wat is humus?
Humus is een mengsel van organische en anorganische stoffen en micro-organismen (reducenten). Het ontstaat bijvoorbeeld na het kappen van een bos.
80
New cards
Wat is gelaagdheid in een ecosysteem?
Gelaagdheid ontstaat door successie en verwijst naar de verschillende vegetatielagen, zoals mossen, kruiden, struiken en bomen.
81
New cards
Wat is erosie?
Erosie is het wegspoelen of wegwaaien van de bovenste laag van de bodem.
82
New cards
Wat is verlanding?
Verlanding verwijst naar successie die plaatsvindt in een plas.
83
New cards
Wat is een omslagpunt of kantelpunt?
Het omslagpunt of kantelpunt is de overgang tussen twee evenwichtssituaties in een ecosysteem.
84
New cards
Wat is een ecologisch model?
Een ecologisch model is een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid,
 • voorraadgrootheden: onderdelen waar iets bij komt of af gaat;
* constanten: factoren die niet door iets anders in het model worden beïnvloed;
* stroompijlen: geven instroom of uitstroom aan.
85
New cards
Wat zijn pionier soorten?
Pionier soorten zijn de eerste planten en dieren die zich vestigen in een ongunstig gebied. Ze zijn bestand tegen barre omstandigheden en vormen samen met andere organismen een pionier ecosysteem.

\---
86
New cards
Wat is humus?
Humus is een mengsel van organische en anorganische stoffen en micro-organismen dat ontstaat door afgestorven planten. Het speelt een rol bij het voeden van de bodem en het bevorderen van de biodiversiteit.

\---
87
New cards
Wat is successie?
Successie is de verandering van een ecosysteem waarbij de soortensamenstelling geleidelijk verandert, waardoor het ecosysteem overgaat in een ander systeem. Het resulteert in een toename van biomassa, biodiversiteit en gelaagdheid van de vegetatie.

\---
88
New cards
Wat is een climaxecosysteem?
Een climaxecosysteem is het eindstadium van successie waarin de abiotische factoren en de soortensamenstelling constant zijn. De netto primaire productie is gelijk aan de afbraak, en de kringloop van stoffen is gesloten zonder uitwisseling met de omgeving.

\---
89
New cards
Waarom zijn tropische regenwouden kwetsbaar?
Tropische regenwouden zijn kwetsbaar omdat de bodem weinig humus bevat. Wanneer bomen worden gekapt en de bovenste bodemlaag wegwaait of wegspoelt, gaat de humus verloren. Dit leidt tot erosie en vereist het opnieuw plaatsvinden van primaire successie.

\---
90
New cards
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire successie?
Primaire successie vindt plaats wanneer er geen humusrijke bodem aanwezig is, zoals na het ontstaan van een nieuw ecosysteem. Secundaire successie treedt op wanneer er al een humusrijke bodem aanwezig is, zoals na verstoringen waarbij de bodem behouden blijft.

\---
91
New cards
Wat is een gradiëntecosysteem?
Een gradiëntecosysteem is een ecosysteem met geleidelijke overgangen van verschillende milieufactoren, zoals zout-zoet, nat-droog en kalkarm-kalkrijk. Duinen zijn een voorbeeld van een gradiëntecosys
92
New cards
Wat is verwering van gesteente?
Verwering van gesteente is het natuurlijke proces waarbij gesteentemateriaal verandert als gevolg van invloeden van weer, klimaat, exogene krachten en bodembiologie.

\---
93
New cards
Wat zijn voorbeelden van fysische verwering?
- Door vorstverwering, waarbij water uitzet en inkrimpt bij temperatuurverschillen, kunnen kleine breuken in het gesteente groter worden totdat het in stukken breekt.
- Door het afnemen van de druk als materiaal boven op het gesteente erodeert, kan het gesteente breken.
- Door grote temperatuurverschillen, vooral in woestijnen waar het verschil tussen dag- en nachttemperaturen groot is, kunnen gesteentes uitzetten en inkrimpen.
- Door zoutdrukverwering.
- Door stromend water.

\---
94
New cards
Wat is chemische verwering?
Chemische verwering is het proces waarbij water de kalksteenbodem binnendringt, wat kan leiden tot de vorming van grotten.

\---
95
New cards
Wat is biologische verwering?
Biologische verwering ontstaat door de druk van plantenwortels die met hun groei de steen openbreken.

\---
\---
96
New cards
Wat is een indicatorsoort?
Een indicatorsoort is een soort die aangeeft hoe het gesteld is met de omgeving waar de soort groeit.

\---
97
New cards
Welke eigenschap van de bodem geeft een indicatorsoort aan die op kalksteen groeit?
Indicatorsoorten op kalksteen hebben de eigenschap dat ze veel kalk nodig hebben in de bodem.

\---
98
New cards
In welk soort gebieden groeien indicatorsoorten die veel vocht nodig hebben?
Indicatorsoorten die veel vocht nodig hebben, groeien voornamelijk in moeras- of veengebieden.

\---
99
New cards
Welk type bodem hebben indicatorsoorten in kwelders nodig?
Indicatorsoorten in kwelders hebben een zoute bodem nodig.

\---
100
New cards
Welke vorm van verontreiniging kan worden aangegeven door bepaalde bacteriën, zoals Escherichia coli?
Bepaalde bacteriën, zoals Escherichia coli, geven faecale verontreiniging aan.

\---

Natuurlijk! Hier zijn enkele flashcard-stijl vragen over het bos als climaxstadium:

\---