4. Reizen en verkeer

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/137

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

German

University/Undergrad

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

138 Terms

1
New cards
sich befinden
zich bevinden
2
New cards
dahin
daarheen
3
New cards
direkt
direct, rechtstreeks
4
New cards
dorthin
daarheen
5
New cards
die Ecke
de hoek
6
New cards
die Entfernung
de afstand
7
New cards
sich erkundigen
informeren
8
New cards
gegenüber
tegenover
9
New cards
geradeaus
rechtdoor
10
New cards
heraus
uit
11
New cards
hierher
hierheen, hier naartoe
12
New cards
hin
(er)heen
13
New cards
hinauf
op, omhoog
14
New cards
hinaus
uit
15
New cards
hinfahren
naartoe rijden
16
New cards
hinüber
over, naar de overkant
17
New cards
links
links
18
New cards
die Nähe
de buurt
19
New cards
sich orientieren
zich oriënteren
20
New cards
rechts
rechts
21
New cards
die Richtung
de richting
22
New cards
der Schritt
de stap
23
New cards
die Straße
de straat
24
New cards
suchen
zoeken
25
New cards
sich verlaufen
verkeerd lopen, verdwalen
26
New cards
vorbeigehen
voorbijgaan
27
New cards
der Weg
de weg
28
New cards
weisen
wijzen
29
New cards
weitergehen
verdergaan
30
New cards
zurück
terug
31
New cards
das Abenteuer
het avontuur
32
New cards
der Ausflug
de excursie, de trip
33
New cards
die Aussicht
het uitzicht
34
New cards
das Denkmal
het monument, het gedenkteken
35
New cards
erleben
beleven
36
New cards
das Erlebnis
de belevenis
37
New cards
die Fahrt
de reis, de rit
38
New cards
die Ferien
de vakantie
39
New cards
der Flug
de vlucht
40
New cards
der Führer
de gids
41
New cards
das Gepäck
de bagage
42
New cards
die Gruppe
de groep
43
New cards
das Hotel
het hotel
44
New cards
die Information
de informatie
45
New cards
der Koffer
de koffer
46
New cards
packen
pakken
47
New cards
der Passagier
de passagier
48
New cards
per
per, via
49
New cards
der Plan
het plan
50
New cards
planen
plannen
51
New cards
die Reise
de reis
52
New cards
reisen
reizen
53
New cards
die Saison
het seizoen
54
New cards
die Sehenswürdigkeit
de bezienswaardigheid
55
New cards
der Tourismus
het toerisme
56
New cards
der Tourist
de toerist
57
New cards
der Rucksack
de rugzak
58
New cards
die Übernachtung
de overnachting
59
New cards
unternehmen
ondernemen
60
New cards
unterwegs
onderweg
61
New cards
der Urlaub
de vakantie
62
New cards
das Wohnmobil
de camper
63
New cards
der Wohnwagen
de caravan
64
New cards
das Zelt
de tent
65
New cards
das Ziel
het doel
66
New cards
zurückgehen
teruggaan
67
New cards
zurückkommen
terugkomen
68
New cards
die Abfahrt
het vertrek
69
New cards
ankommen
aankomen
70
New cards
die Ankunft
de aankomst
71
New cards
der Anschluss
de aansluiting
72
New cards
die Auffahrt
de oprit
73
New cards
die Ausfahrt
de afrit
74
New cards
aussteigen
uitstappen
75
New cards
die Autobahn
de snelweg
76
New cards
der Bahnhof
het station
77
New cards
die Brücke
de brug
78
New cards
die Einbahnstraße
het eenrichtingsverkeer
79
New cards
die Einfahrt
de inrit
80
New cards
einsteigen
instappen
81
New cards
erreichen
bereiken, halen
82
New cards
fliegen
vliegen
83
New cards
der Flughafen
het vliegveld
84
New cards
gefährden
in gevaar brengen
85
New cards
die Geschwindigkeit
de snelheid
86
New cards
der Hafen
de haven
87
New cards
die Kurve
de bocht
88
New cards
die Kreuzung
de kruising
89
New cards
landen
landen
90
New cards
die Linie
de lijn
91
New cards
parken
parkeren
92
New cards
der Parkplatz
de parkeerplaats
93
New cards
die Parkuhr
de parkeermeter
94
New cards
passieren
gebeuren, overkomen
95
New cards
der Schaden
de schade
96
New cards
der Start
de start
97
New cards
der Stau
de file
98
New cards
stoppen
stoppen
99
New cards
die Strecke
de afstand; het traject
100
New cards
das Ticket
het ticket, het kaartje