Alles im Griff - Kapitel 1

die Freizeit

de vrije tijd

die Ferien

de vakantie

der Urlaub

de vakantie

der Urlaubstag

de vakantiedag

der Ferientag

de vakantiedag

Ferien machen

vakantie hebben

Urlaub machen

vakantie hebben

der Feiertag (e)

de feestdag (en)

der Feierabend

de sluitingstijd, de vrije tijd

Weihnachten

Kerstmis

Ostern

Pasen

die Beschäftigung

de bezigheid, de activiteit

die Fete (n)

het feestje (s)

die Stadt (¨e)

de stad (steden)

der Ausflug (¨e)

de uitstap (pen)

die Disko (s)

de discotheek (en)

das Konzert (e)

het concert (en)

der Freizeitpark

het pretpark

die Kneipe (n)

de kroeg (en)

das Kino (s)

de bioscoop (en)

das Meer

de zee

die Ausstellung (en)

de tentoonstelling (en)

die Veranstaltung (en)

het evenement (en)

Facebook

Facebook

die Zeitung (en)

de krant (en)

die Illustrierte (n)

het tijdschrift (en)

ans Meer fahren

naar zee rijden

Sport treiben

sport beoefenen

fernsehen

tv kijken

faulenzen

luieren

reden

babbelen

plaudern

babbelen

pauken

blokken

bummeln

flaneren, slenteren

morgens

's morgens

am Morgen

's morgens

mittags

's middags

am Mittag

's middags

abends

's avonds

am Abend

's avonds

täglich

dagelijks

wöchentlich

wekelijks

monatlich

maandelijks

häufig

vaak

oft

vaak

das Gesetz

de wet

der Jugendliche

de jongere

der Erwachsene

de volwassene

heiraten

trouwen

wählen

kiezen

der Politiker (-)

de politicus

das Fahrrad (¨er)

de fiets

der Kurier

de koerier

das Büro

het kantoor

die Aushilfe

de hulp

der Rezeptionist

de receptionist

der Kassierer (-)

de kassier

die Kasse

de kassa

der Verkäufer (-)

de verkoper

das Regal (-)

het rek

das Lager (-)

het magazijn

der Kellner (-)

de ober

das Hotel (s)

het hotel

das Kaufhaus (¨er)

het warenhuis

die Gaststätte (n)

het restaurant

die Anruf (e)

het telefoongesprek

jobben

werken

arbeiten

werken

der Ferienjob (s)

de vakantiejob (s)

die Arbeit

het werk

das Taschengeld

het zakgeld

die Kohle

de poen

die Knete

de poen

das Sparkonto

de spaarrekening

das Handy (s)

de gsm ('s)

die klassische Musik

de klassieke muziek

die Band

de band

der Kopfhörer

de koptelefoon

ablehnen

afwijzen

gefallen

bevallen

basteln

knutselen

sich etwas anhören

iets beluisteren

sich lohnen

de moeite lonen

langweilig

vervelend

blöd

dom, stom

altmodisch

ouderwets

angstrengend

afmattend

übrigens

overigens

je ... desto ...

hoe ... hoe ...

im Fernsehen

op tv

zum Beispiel

bijvoorbeeld

die Geige

de viool

das Schlagzeug

het drumtoestel

die Gitarre

de gitaar

die Trompete

de trompet

das Klavier

de piano

die Querflöte

de dwarsfluit

das Wetter

het weer

der Wetterbericht (e)

het weerbericht (en)

die Wettervorhersage (n)

de weersvoorspelling (en)