Spaans thema 10+11

0.0(0)
studied byStudied by 2 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/228

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Spanish

University/Undergrad

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

229 Terms

1
New cards
divertirse
zich vermaken
2
New cards
la diversión
het amusement, het vermaak
3
New cards
divertido, divertida
amusant, leuk
4
New cards
la broma
de grap, het geintje
5
New cards
no está para bromas.
niet in voor een grapje
6
New cards
el chiste
de grap, de mop
7
New cards
entretenerse
zich bezighouden
8
New cards
la distracción
het vermaak, de afleiding
9
New cards
las vacanciones
de vakantie
10
New cards
la feria
de jaarmarkt, de kermis
11
New cards
feria del libro
boekenbeurs
12
New cards
salir
uitgaan
13
New cards
la discoteca
de discotheek
14
New cards
bailar
dansen
15
New cards
el baile
de dans
16
New cards
habrá baile
is er dansen
17
New cards
pasear
wandelen
18
New cards
hemos venido paseando
we zijn komen wandelen
19
New cards
pasearse
wandelen
20
New cards
se pasea por...
gaan wandelen op...
21
New cards
el paseo
de wandeling, het ommetje
22
New cards
dar un paseo
een wandeling maken
23
New cards
la vuelta
de wandeling, het ommetje, de ronde
24
New cards
la afición
de hobby, de liefhebberij
25
New cards
el aficionado, la aficionada
de amateur, de liefhebber, de fan
26
New cards
el juego
het spel
27
New cards
el juguete
het speelgoed
28
New cards
la muñeca
de pop
29
New cards
jugar
spelen
30
New cards
al ajedrez
een partijtje schaak
31
New cards
la carta
de speelkaart
32
New cards
la fotografía
de fotografie
33
New cards
la foto
de foto
34
New cards
sacarles fotos
fotograferen
35
New cards
la cámara (fotográfica)
het fototoestel, de camera
36
New cards
la cámara digital
de digitale camera
37
New cards
la cámara de cine
de filmcamera
38
New cards
la colección
de verzameling, de collectie
39
New cards
coleccionar
verzameling
40
New cards
el/la coleccionista
de verzamelaar/ verzamelaarster
41
New cards
hacer labores
handwerken
42
New cards
hacer trabajos manuales
knutselen
43
New cards
el/la deportista
de sporter, de sportster, de sportman, de sportvrouw
44
New cards
deportivo, deportiva
sportief
45
New cards
me dedico a atividades deportivas
ik doe sportieve activiteiten
46
New cards
el deporte
de sport
47
New cards
Juego al tenis
ik speel tennis
48
New cards
practicar
beoefenen, doen aan
49
New cards
entrenarse
trainen
50
New cards
el entrenamiento
de training
51
New cards
ganar
winnen
52
New cards
perder
verliezen
53
New cards
vencer
overwinnen, winnen
54
New cards
correr
hardlopen
55
New cards
el footing
het joggen
56
New cards
hace footing
jogt
57
New cards
la carrera
de wedstrijd, de race
58
New cards
la meta
het doel, de finish
59
New cards
estaba en forma
in vorm zijn
60
New cards
saltar
springen
61
New cards
el salto de longitud
het vérspringen
62
New cards
el salto de altura
het hoogspringen
63
New cards
lanzar
gooien, werpen
64
New cards
boxear
boksen
65
New cards
el boxeador, la boxeadora
de bokser
66
New cards
esquiar
skiën
67
New cards
montar
paardrijden
68
New cards
montar a caballo
paardrijden
69
New cards
la piscina
het zwembad
70
New cards
la natación
het zwemmen
71
New cards
nadar
zwemmen
72
New cards
el jugador, la jugadora
de speler, de speelster
73
New cards
el equipo
het team, de ploeg, de sportuitrusting
74
New cards
el fútbol
het voetbal
75
New cards
el balompié
het voetbal
76
New cards
el partido
de wedstrijd, het partijtje
77
New cards
un partido de fútbol
een voetbalwedstrijd
78
New cards
el/la hincha
de fan
79
New cards
el balón
de bal, de voetbal
80
New cards
la pelota
de bal
81
New cards
el/la futbolista
de voetballer/voetbalster
82
New cards
el aquero, la aquera
de keeper, keepster
83
New cards
el portero, la portera
de keeper, keepster
84
New cards
el árbitro
de scheidsrechter
85
New cards
marcar
scoren, een doelpunt maken
86
New cards
el gol
het doelpunt
87
New cards
la portería
het doel, de goal
88
New cards
el estadio
het stadion
89
New cards
la pelota
de bal, het Baskische balspel
90
New cards
el tenis
het tennis
91
New cards
la raqueta
het racket
92
New cards
la competición
de wedstrijd, de competitie, de concurrentie
93
New cards
competiciones de motos
motorwedstrijden
94
New cards
el campeonato
het kampioenschap
95
New cards
el campeón/la campeona
de kampioen/kampioene
96
New cards
el récord
het record
97
New cards
ha batido el récord
heeft het record verbeterd
98
New cards
el programa
het programma
99
New cards
el teatro
het theater
100
New cards
hacer cola
in de rij staan