trajet 7

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/110

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

111 Terms

1
New cards
les bagages à main (m)
de handbagage
2
New cards
la compagnie aérienne
de luchtvaartmaatschappij
3
New cards
l’embarquement (m)
de boarding
4
New cards
le vol
de vlucht
5
New cards
atterrir
landen
6
New cards
décoller
opstijgen
7
New cards
embarquer
boarden
8
New cards
enregistrer
inchecken
9
New cards
enregistrer les bagages
de bagage inchecken
10
New cards
récupérer les bagages
de bagage ophalen
11
New cards
voler
vliegen
12
New cards
la carte d’identité
de identiteitskaart
13
New cards
le contrôle de sûreté
de veiligheidscontrole
14
New cards
le controle passeport
de paspoortcontrole
15
New cards
les documents de voyage (m)
de reisdocumenten
16
New cards
les papiers d’identité (m)
de identiteitspapieren
17
New cards
changer de train
overstappen
18
New cards
descendre
uitstappen
19
New cards
descendre du train
uitstappen
20
New cards
monter dans
instappen
21
New cards
monter dans le train
instappen
22
New cards
rater sa correspondance
zijn aansluiting missen
23
New cards
la boussole
het kompas
24
New cards
le camping
het kamperen
25
New cards
le camping sauvage
het wildkamperen
26
New cards
la caravane
de caravan
27
New cards
l’emplacement (m)
de standplaats, de locatie
28
New cards
le feu de camp
het kampvuur
29
New cards
le matelas pneumatique
de luchtmatras
30
New cards
le sac à dos
de rugzak
31
New cards
le sac de couchage
de slaapzak
32
New cards
dormir sous la tente
in de tent slapen
33
New cards
monter sa tente
zijn tent opzetten
34
New cards
planter sa tente
zijn tent opzetten
35
New cards
replier sa tente
zijn tent opvouwen
36
New cards
l’altitude (f)
de hoogte (t.o.v. de zeespiegel)
37
New cards
l’arrivée (f)
de aankomst
38
New cards
l’autorisation (f)
de toestemming
39
New cards
la baignade
het baden, het zwemmen
40
New cards
le bain de soleil
het zonnen, het zonnebad
41
New cards
la borne libre-service
de ticketautomaat
42
New cards
le château
het kasteel
43
New cards
la clim
de airco(nditioning)
44
New cards
la climatisation
de airco(nditioning)
45
New cards
la crème solaire
de zonnecrème
46
New cards
le départ
het vertrek
47
New cards
le dépliant
de folder
48
New cards
la destination
de bestemming
49
New cards
la frontière
de grens
50
New cards
les heures d’ouverture (f)
de openingsuren
51
New cards
le logement
het logement
52
New cards
l’office de tourisme (m)
de toeristische dienst
53
New cards
le parc naturel
het natuurpark
54
New cards
le passager, la passagère
de passagier, de passagierster
55
New cards
le paysage
het landschap
56
New cards
la randonnée
de trektocht
57
New cards
le renseignement
de inlichting
58
New cards
le rocher
de rots
59
New cards
le sac de voyage
de reistas
60
New cards
le séjour
het verblijf
61
New cards
la serviette de plage
het badlaken, de strandhanddoek
62
New cards
le spray antimoustiques
de antimuggenspray
63
New cards
le stage
de stage, de cursus, het kamp
64
New cards
le syndicat d’initiative
de dienst voor toerisme
65
New cards
le tour du monde
de wereldreis
66
New cards
le tourisme
het toerisme
67
New cards
le tourisme durable
het duurzame toerisme
68
New cards
la trousse de toilette
de toilettas
69
New cards
la valise
de koffer
70
New cards
le voilier
de zeilboot
71
New cards
le voyage organisé
de georganiseerde reis
72
New cards
le voyageur, la voyageuse
de reiziger, de reizigster
73
New cards
la vue
het (uit)zicht
74
New cards
bien situé(e)
goed gelegen
75
New cards
mal situé(e)
slecht gelegen
76
New cards
bruyant(e)
luidruchtig
77
New cards
confortable
comfortabel
78
New cards
inoubliable
onvergetelijk
79
New cards
splendide
prachtig
80
New cards
accueillir
onthalen
81
New cards
attendre
wachten op
82
New cards
attendre les vacances
wachten op de vakantie
83
New cards
faire sa valise
zijn koffer maken
84
New cards
faire ses bagages
zijn koffer maken
85
New cards
loger
logeren, overnachten
86
New cards
loger à l’hôtel
logeren, overnachten in een hotel
87
New cards
participer à
deelnemen aan
88
New cards
passer
doorbrengen
89
New cards
passer ses vacances
zijn vakantie doorbrengen
90
New cards
profiter de
genieten van
91
New cards
réserver
reserveren
92
New cards
réserver à l’avance
vooraf reserveren
93
New cards
rester
blijven
94
New cards
retourner
terugkeren
95
New cards
revenir de
terugkomen van
96
New cards
se reposer
(uit)rusten
97
New cards
s’informer
zich informeren
98
New cards
traverser
oversteken, doorkruisen
99
New cards
à destination de
met bestemming
100
New cards
à destination de La Panne
met bestemming De Panne