frans tweede semester

de uitdieping

l’approfondissement (m)

het fopbericht, de hoax

le canular

het account

le compte

het simpel nieuwsfeit

le fait divers

het dagblad

le quotidien

de roddel

le ragot

de primeur

le scoop

de drager

le support

de televisiekijker

le téléspectateur

het publiek, de kijkers

l’audience (f)

de geloofwaardigheid

la crédibilité

het persbericht

la dépêche

de belediging

l’insulte (f)

het pushbericht

la notification push

de veronderstelling

la supposition

de voorpagina van een krant

la Une

uitbrengen, bekendmaken

divulguer

aan zich binden, aan klantenbinding doen

fidéliser

publiceren

publier

genoeg krijgen van iets, iets moe worden

se lasser (de)

vertrouwelijk

confidentiel

overdadig, buiten proportie

démesuré

onuitgegeven

inédit

ongewoon, ongebruikelijk

insolite

media-

médiatique

digitaal

numérique

relevant

pertinent

vals beschuldigen

accuser à tort

toegang hebben tot

avoir accès à

de aandacht trekken van

capter l’attention de

verslag uitbrengen over een onderwerp

couvrir un sujet

verondersteld zijn om

être censé

te ver gaan

franchir la ligne

op het spel zetten

mettre en jue

op de voet volgen

suivre de près

in een lus draaien

tourner en boucle

het leren

l’apprentissage (m)

de aula

l’auditoire (m)

de blokperiode

le blocus

de toekomstmogelijkheden

les débouchés (m pl)

de mislukking, de onvoldoende

l’échec (m)

het hoger onderwijs

l’enseignement supérieur (m)

het ingangsexamen

l'examen d’entrée (m)

de interesse

l’intérêt (m)

de arbeidsmarkt

le marché de l’emploi

de partiële examens

les (examens) partiels

de verwachting

l’attente (f)

de studentenvereniging

l’association estudiantine (f)

de studiebeurs

la bourse d’études

de slaagkansen

les chances de réussite (f pl)

de te ondernemen stappen

les démarches (f pl)

de middelbare studies

les études secondaires (f pl)

de (studie)richting

la filière (d’études)

de tweede zittijd

la seconde session

bijwonen

assister à

bijdragen tot

contribuer à

bepalen

déterminer

aanvatten

entamer

zich ontplooien

s’épanouir

zich richten naar

s’orienter vers

herhalen, studeren

réviser

zelfstandig

autonome

aanzienlijk

considérable

onbeslist

indécis

strikt

rigoureux

zakken, niet slagen

être recalé

voor een examen zakken

rater un examen

niet naar de les gaan

sécher un cours

zijn weg vinden

trouver sa voie

de student

l'étudiant

gemotiveerd zijn

être motivé

zeker van zijn keuze zijn

être sûr de son choix

volhouden

s’accrocher, persévérer

zich goed in zijn vel voelen

être bien dans sa peau

kunnen omgaan met zijn vrijheid

savoir gérer sa liberté

zich laten overstelpen

se laisser déborder

afhaken

décrocher

te laat beginnen met werken

s’y mettre trop tard

feesten / uitgaan

faire la fête / sortir / guindailler

zich laten beïnvloeden door zijn vrienden

se laisser influencer par ses amis

“neen” kunnen zeggen

savoir dire “non”

de keuze van zijn ouders volgen

satisfaire le choix des parents

zelfstandig zijn

être indépendant

onder stress lijden

souffrir de stress

goed georganiseerd zijn

être organisé

van het leven genieten

profiter de la vie

goed omringd zijn

être bien entouré

slecht omringd zijn

être mal entouré

op je familie / vrienden kunnen rekenen

pouvoir compter sur sa famille (ses amis)

op kot zitten

être en kot

in een studentenresidentie wonen

vivre dans une résidence étudiante

de hogere studies

les études supérieures

zich aan de unief inschrijven

s’inscrire à l’université

deelnemen aan een ingangsexamen

passer un examen d’entrée

de start van het (academie)jaar

la rentrée (académique)

de doop

le baptême

de lessen volgen

suivre les cours

blokken / de blok

bloquer, le blocus

een auditorium

un amphithéâtre, un amphi

een hoorcollege

un cours magistral