Home
Explore
Exams
Search for anything
Login
Get started
Home
Language
Dutch
NVZS Niveau 3 Imperfectumvormen
0.0
(0)
Rate it
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards
Card Sorting
1/256
Earn XP
Description and Tags
Dutch
Add tags
Study Analytics
All
Learn
Practice Test
Matching
Spaced Repetition
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced
No study sessions yet.
257 Terms
View all (257)
Star these 257
1
New cards
aanbieden
bood aan
2
New cards
aandoen
deed aan
3
New cards
aangeven
gaf aan
4
New cards
aanhebben
had aan
5
New cards
aankijken
keek aan
6
New cards
aankomen
kwam aan
7
New cards
aankunnen
kon aan
8
New cards
aannemen
nam aan
9
New cards
aanspreken
sprak aan
10
New cards
aanstaan
stond aan
11
New cards
aantrekken
trok aan
12
New cards
aanvragen
vroeg aan
13
New cards
achterblijven
bleef achter
14
New cards
achterlaten
liet achter
15
New cards
achteruitgaan
ging achteruit
16
New cards
afhangen
hing af
17
New cards
aflopen
liep af
18
New cards
afnemen
nam af
19
New cards
afsluiten
sloot af
20
New cards
afspreken
sprak af
21
New cards
afstaan
stond af
22
New cards
afvragen (zich)
vroeg zich af
23
New cards
afwassen
waste af
24
New cards
bakken
bakte
25
New cards
bedenken
bedacht
26
New cards
bedriegen
bedroog
27
New cards
beginnen
begon
28
New cards
begraven
begroef
29
New cards
begrijpen
begreep
30
New cards
bekijken
bekeek
31
New cards
beschrijven
beschreef
32
New cards
besluiten
besloot
33
New cards
bespreken
besprak
34
New cards
bestaan
bestond
35
New cards
betreffen
betrof
36
New cards
bevinden zich
bevond zich
37
New cards
bewegen
bewoog
38
New cards
bewijzen
bewees
39
New cards
bezitten
bezat
40
New cards
bezoeken
bezocht
41
New cards
bidden
bad
42
New cards
bieden
bood
43
New cards
bijeenkomen
kwam bijeen
44
New cards
binnenkomen
kwam binnen
45
New cards
blijken
bleek
46
New cards
blijven
bleef
47
New cards
breken
brak
48
New cards
brengen
bracht
49
New cards
buigen
boog
50
New cards
deelnemen
nam deel
51
New cards
denken
dacht
52
New cards
dichtdoen
deed dicht
53
New cards
doen
deed
54
New cards
doorbrengen
bracht door
55
New cards
doorkijken
keek door
56
New cards
doorlopen
liep door
57
New cards
dragen
droeg
58
New cards
drinken
dronk
59
New cards
duiken
dook
60
New cards
dwingen
dwong
61
New cards
eruitzien
zag eruit
62
New cards
eten
at
63
New cards
flauwvallen
viel flauw
64
New cards
fluiten
floot
65
New cards
gaan
ging
66
New cards
gedragen (zich)
gedroeg zich
67
New cards
gelden
gold
68
New cards
genezen
genas
69
New cards
genieten
genoot
70
New cards
geven
gaf
71
New cards
gieten
goot
72
New cards
goedvinden
vond goed
73
New cards
hangen
hing
74
New cards
hebben
had
75
New cards
helpen
hielp
76
New cards
herdenken
herdacht
77
New cards
heten
heette
78
New cards
houden
hield
79
New cards
ingaan
ging in
80
New cards
innemen
nam in
81
New cards
inrijden
reed in
82
New cards
inschrijven
schreef in
83
New cards
insluiten
sloot in
84
New cards
inzien
zag in
85
New cards
kiezen
koos
86
New cards
kijken
keek
87
New cards
klaarliggen
lag klaar
88
New cards
klaarstaan
stond klaar
89
New cards
klimmen
klom
90
New cards
klinken
klonk
91
New cards
komen
kwam
92
New cards
kopen
kocht
93
New cards
krijgen
kreeg
94
New cards
kruipen
kroop
95
New cards
kunnen
kon
96
New cards
lachen
lachte
97
New cards
langsgaan
ging langs
98
New cards
langskomen
kwam langs
99
New cards
langslopen
liep langs
100
New cards
laten
liet
Load more