Basisvoc Latijn - letter T&U

1e bachelor Latijn - sorry dat ik elke letter apart doe, anders crasht de app :/

tabula

tabulae f | schrijfplankje - register

tacitus

zwijgend - verzwegen - onbesproken

tālis

dergelijke - zulke

tam

zo - zozeer

tamen

toch - echter

tametsī

hoewel

tamquam

zoals - alsof - als het ware

tangere

tangō | aanraken

tantum

zoveel - slechts

tantummodo

alleen maar - slechts

tantus

zo groot - zo veel

tardus

langzaam

taurus

taurī m | stier

tēctum

tēctī onz | dak

tegere

tegō | bedekken - verbergen - beschermen

tellūs

tellūris f | aarde

tēlum

tēlī onz | werptuig - speer

temere

zo maar - doelloos

temeritās

temeritātis f | roekeloosheid

temperāre

temperō | in de juiste verhouding brengen - regelen - maat houden

tempestās

tempestātis f | tijd - weer - storm

templum

templī onz | gewijd domein - tempel

temptāre

temptō | onderzoeken - proberen - aanvallen

tempus

temporis onz | tijd

tendere

tendō | spannen - uitstrekken - streven

tener

fijn - teer

tenēre

teneō | vasthouden

tenuis

dun - fijn - nietig - armzalig

ter

driemaal

terere

terō | wrijven - verslijten

tergum

tergī onz | rug

terra

terrae f | land - aarde - grond

terrēre

terreō | bang maken

terror

terrōris m | angst

tertius

derde

testārī

testor | getuige zijn - verklaren - als getuige aanroepen

testis

testis m/f | getuige

thalamus

thalamī m | slaapkamer - huwelijk

tībia

tībiae f | fluit

tigris

tigris m | tijger

timēre

timeō | bang zijn

timidus

angstig - schuchter

timor

timōris m | angst

tingere

tingō | bevochtigen

tolerāre

tolerō | verdragen

tollere

tollō | opheffen - wegnemen

tormentum

tormentī onz | foltering - katapult

torquēre

torqueō | draaien - kwellen - slingeren

tot

zoveel

totiēns

zoveel keer

tōtus

geheel

tractāre

tractō | behandelen

trādere

trādō | overhandigen - toevertrouwen - uitleveren

trādūcere

trādūcō | brengen over

trahere

trahō | trekken - rekken

trāicere

trāiciō | brengen over - oversteken - doorboren

trāns

over

trānsferre

trānsferō | overbrengen

trānsīre

trānseō | oversteken

tremere

tremō | trillen - sidderen

trepidāre

trepidō | opgewonden zijn

trepidus

opgewonden

trēs

drie

tribuere

tribuō | toekennen

tribūnus

tribūnī m | tribuun

trīgintā

dertig

trīstis

droevig - onvriendelijk

triumphus

triumphī m | zegetocht

tū

jij - u

tuērī

tueor | beschouwen - kijken - beschermen

tum, tunc

toen - op dat ogenblik - vervolgens - verder

tumultus

tumultūs m | rumoer - oproer - rebellie

turba

turbae f | verwarring - verwarde massa

turbō

turbinis m | draaiing - wervelwind

turma

turmae f | ruiterafdeling

turpis

lelijk - schandelijk

turris

turris f | toren

tūs

tūris onz | wierook

tūtus

veilig

tuus

jouw - uw

tyrannus

tyrannī m | tiran

ūber

ūberis onz | borst - uier - vruchtbaarheid

ubī

waar - zodra - wanneer

ūdus

nat

ūllus

enig - iemand

ulmus

ulmī f | olm

ulterior

aan de andere kant gelegen - verder weg liggend

ultrā

verder - langer

ultrō

bovendien - sterker nog - uit eigen beweging -ongevraagd

umbra

umbrae f | schaduw - schim van de dode

umerus

umerī m | schouder

ūmidus

vochtig

umquam

ooit

ūnā

tezamen - tegelijkertijd

unda

undae f | golf - water

unde

waarvandaan

undique

overal vandaan

ūnicus

enig - uniek

ūniversus

geheel - alle tezamen

urbānus

van de stad - verfijnd - beschaafd