Frans C'est Parti 3 Défi 5

0.0(0)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/126

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

French

9th

127 Terms

1
New cards
une blague
een grap, mop
2
New cards
une bougie
een kaars
3
New cards
une casquette
een pet
4
New cards
une chaine
een kanaal
5
New cards
les choses du quotidien
alledaagse zaken
6
New cards
un, une comique
een komiek
7
New cards
une connexion
een verbinding
8
New cards
une dépression
een depressie
9
New cards
un, une gamer
een gamer, gamester
10
New cards
un, une humoriste
een humorist, komiek
11
New cards
la majorité
de meerderjarigheid, volwassenheid
12
New cards
un mur Facebook
een Facebookmuur
13
New cards
une pile
een batterij
14
New cards
un quart
een kwart, vierde
15
New cards
un quart de siècle
een kwarteeuw
16
New cards
le quotidien
het alledaagse
17
New cards
la retraite
het pensioen, op rust zijn
18
New cards
un siècle
een eeuw
19
New cards
un type de casse-pieds
een zeurpiet, lastpak
20
New cards
une vue
een view, weergave, uitzicht
21
New cards
barbant, barbante
saai
22
New cards
doué, douée pour
begaafd voor
23
New cards
commerçant, commerçante
commercieel, met het doel handel te drijven
24
New cards
embêtant, embêtante
vervelend
25
New cards
énervant, énervante
enerverend
26
New cards
irrespectueux, irrespectueuse
respectloos
27
New cards
rasoir, rasoire
saai
28
New cards
rigolo, rigolote
grappig
29
New cards
abandonner
in de steek laten
30
New cards
apprécier
appreciëren, waarderen
31
New cards
énerver
enerveren, op de zenuwen werken
32
New cards
exagérer
overdrijven
33
New cards
hésiter (entre)
twijfelen, aarzelen (tussen)
34
New cards
plaire à quelqu'un
iemand behagen, bevallen
35
New cards
s'attendre à quelque chose
iets verwachten
36
New cards
séduire quelqu'un
iemand verleiden (tot, om)
37
New cards
suivre quelqu'un
iemand volgen
38
New cards
traiter un sujet
een onderwerp behandelen
39
New cards
casser les pieds à quelqu'un
iemand de voeten uithangen
40
New cards
faire stresser quelqu'un
iemand stress geven
41
New cards
Il manque quelque chose.
Er ontbreekt iets.
42
New cards
rendre quelqu'un (+ adjectif)
iemand (+ bijvoeglijk naamwoord) maken
43
New cards
sentir venir quelqu'un/ quelque chose
iemand/iets voelen aankomen
44
New cards
en revanche
daarentegen, aan de andere kant
45
New cards
un admirateur
een bewonderaar
46
New cards
une admiratrice
een bewonderaarster
47
New cards
l'admiration
de bewondering
48
New cards
un, une ado
een puber, adolescent
49
New cards
un adorateur
een aanbidder
50
New cards
une adoratrice
een aanbidster
51
New cards
un, une adulte
een volwassene
52
New cards
un, une défenseur
een verdediger, verdedigster
53
New cards
un dégout
een afkeer, afschuw
54
New cards
la nostalgie
de nostalgie, de heimwee
55
New cards
un oreiller
een kussen
56
New cards
ému, émue
ontroerd
57
New cards
impressionné, impressionnée
onder de indruk
58
New cards
merveilleux, merveilleuse
wonderlijk, buitengewoon
59
New cards
sensationnel, sensationnelle
sensationeel, geweldig
60
New cards
superbe
schitterend, fantastisch, prachtig
61
New cards
calmer
kalmeren
62
New cards
croiser quelqu'un
iemand tegenkomen, kruisen
63
New cards
déplaire à quelqu'un
iemand misnoegen, niet bevallen
64
New cards
s'ennuyer
zich vervelen
65
New cards
se souvenir de quelque chose
zich iets herinneren
66
New cards
trembler
beven
67
New cards
avoir l'impression
de indruk hebben
68
New cards
avoir une grosse tête
pretentie of praatjes hebben
69
New cards
Ça m'a déçu(e)
Dat heeft me ontgoocheld.
70
New cards
Ça me surprend.
Dat verrast me.
71
New cards
casser les oreilles de quelqu'un
te veel lawaai maken
72
New cards
C'est l'horreur!
Dat is verschrikkelijk!
73
New cards
construire sa personnalité
zijn persoonlijkheid ontwikkelen
74
New cards
en cours
tijdens de les
75
New cards
être à fond dedans
er helemaal in opgaan
76
New cards
être amoureux, amoureuse de
verliefd zijn op
77
New cards
être au courant de
op de hoogte zijn van
78
New cards
être fou, folle de
gek zijn op
79
New cards
faire une remarque à quelqu'un
iemand een opmerking geven
80
New cards
J'ai horreur de ça.
ik vind dat verschrikkelijk
81
New cards
par héritage
door erfenis
82
New cards
partager un souvenir
een herinnering delen
83
New cards
se passer de
zonder kunnen
84
New cards
tomber sur quelque chose
op iets vallen
85
New cards
ailleurs
elders, ergens anders
86
New cards
en fait
in feite
87
New cards
forcément
absoluut, per se
88
New cards
le bricolage
het knutselen
89
New cards
un cauchemar
een nachtmerrie
90
New cards
une comédie musicale
een musical
91
New cards
une course de drones
een dronesrace
92
New cards
une devise
een motto
93
New cards
les échecs (m.)
het schaken
94
New cards
l'étranger (m.)
het buitenland
95
New cards
une initiation
een initiatie, kennismaking met
96
New cards
un patin à roulettes
een rolschaats
97
New cards
le patinage à roulettes
het rolschaatsen
98
New cards
la planche à voile
het windsurfen
99
New cards
la plongée sous-marine
het diepzeeduiken
100
New cards
la sculpture
het beeldhouwen