Wortschatzliste 6MT (copy)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/155

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

wiederholung

German

11th

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

156 Terms

1
New cards

excuseer, waar vind ik

Entschuldigung, wo finde ich

2
New cards

excuseer, hoe kom ik

entschuldigung, wie komme ich zu

3
New cards

excuseer, ik zoek

entschuldigung, ich suche

4
New cards

excuseer, mag ik iets vragen?

entschuldigung, darf ich Sie was fragen?

5
New cards

Hoe ver is dat van hier?

Wie weit ist das von hier?

6
New cards

het is in de buurt

es ist in der Nähe

7
New cards

het is net om de hoek

es ist gleich um die Ecke

8
New cards

gaat u aan het kruispunt linksaf

gehen Sie an der Kreuzung links

9
New cards

wablief?

Wie bitte?

10
New cards

Kunt u dat alsjeblieft herhalen?

Können Sie das bitte wiederholen?

11
New cards

Kunt u alsjeblieft iets trager spreken?

Können Sie bitte etwas langsamer sprechen?

12
New cards

Het spijt me, ik ken de weg hier ook niet

Es tut mir leid, ich kenne mich hier auch nicht aus

13
New cards

ga altijd rechtdoor

Gehen Sie immer geradeaus

14
New cards

sla links/rechts af/in

Biegen Sie links/rechts ab/ein

15
New cards

rij tot aan het verkeerslicht

Fahren Sie bis zur Ampel

16
New cards

ga het park voorbij

Gehen Sie am Park vorbei

17
New cards

steek de brug/straat over

überqueren Sie die Brücke/die Straße

18
New cards

Het ligt aan de linker-/rechterkant

Es liegt auf der linken/rechten Seite

19
New cards

Neem de eerste/tweede/derde straat rechts

Nehmen Sie die erste/zweite/dritte Straße rechts

20
New cards

hartelijk bedankt 2

Vielen/Herzlichen Dank

21
New cards

graag gedaan 3

Keine Ursache/Gerne geschehen/Gerne

22
New cards

de vrije tijd

die Freizeit

23
New cards

vakantie hebben

Ferien/Urlaub machen

24
New cards

de vakantie

die Ferien/der Urlaub

25
New cards

kerstmis

Weihnachten

26
New cards

Pasen

Ostern

27
New cards

de uitstap mv

der Ausflug(¨e)

28
New cards

het café mv

die Kneipe(n)

29
New cards

de krant mv

die Zeitung(en)

30
New cards

naar de zee gaan

ans Meer fahren

31
New cards

sport beoefenen

Sport treiben

32
New cards

televisie kijken

fernsehen

33
New cards

luieren

faulenzen

34
New cards

praten

reden

35
New cards

s morgens 2

morgens/am Morgen

36
New cards

s middags 2

mittags/am Mittags

37
New cards

s avonds 2

abends/am Abend

38
New cards

dagelijks

täglich

39
New cards

wekelijks

wöchentlich

40
New cards

vaak 2

häufig/oft

41
New cards

de volwassene

der Erwachsene

42
New cards

werken

arbeiten

43
New cards

de gsm mv

das Handy(s)

44
New cards

afwijzen

ablehnen

45
New cards

bevallen (graag hebben) + dativ

gefallen

46
New cards

dat bevalt me

das gefällt mir

47
New cards

iets beluisteren

sich etwas anhören

48
New cards

saai

langweilig

49
New cards

vermoeiend

anstrengend

50
New cards

overigens

übrigens

51
New cards

op de tv

im Fernsehen

52
New cards

bijvoorbeeld

zum Beispiel

53
New cards

het weerbericht 2

der Wetterbericht/die Wettervorhersage

54
New cards

de ijzel

das Glatteis

55
New cards

het regent

es regnet

56
New cards

het liefst luier ik

Am liebsten faulenze ich

57
New cards

alles hangt van het weer af

Alles hängt vom Wetter ab

58
New cards

de schaduw

der Schatten

59
New cards

sportief

sportlich

60
New cards

de race/de koers

das Rennen

61
New cards

het toernooi

das Turnier

62
New cards

de vereniging

der Verein

63
New cards

trainen

trainieren

64
New cards

de uitrusting

die Ausrüstung

65
New cards

de zwembroek

die Schwimmhose

66
New cards

het badpak

der Badeanzug

67
New cards

de prestatie

die Leistung

68
New cards

de carrière

die Karriere

69
New cards

het succes

der Erfolg

70
New cards

veel succes

viel Erfolg

71
New cards

succesvol

erfolgreich

72
New cards

winnen 2

siegen/gewinnen

73
New cards

verliezen

verlieren

74
New cards

de nederlaag

die Niederlage

75
New cards

de tegenstander mv

der Gegner(-)

76
New cards

de wereldkampioen

der Weltmeister

77
New cards

de finale

das Finale

78
New cards

het lichaam

der Körper

79
New cards

de spierpijn

der Muskelkater

80
New cards

de schouder mv

die Schulter(n)

81
New cards

de rug

der Rücken

82
New cards

de knie mv

das Knie (-)

83
New cards

het zitvlak 2

das Gesäß/der Popo

84
New cards

de kwetsuur, de verwonding mv

die Verletzung(en)

85
New cards

geblesseerd, gewond

verletzt

86
New cards

moe

müde

87
New cards

de kracht mv

die Kraft(¨e)

88
New cards

de uithouding

die Ausdauer

89
New cards

de snelheid

die Geschwindigkeit

90
New cards

belangrijk

wichtig

91
New cards

remmen

bremsen

92
New cards

deelnemen aan

teilnehmen an

93
New cards

iets klaarspelen

etwas schaffen

94
New cards

nodig hebben

brauchen

95
New cards

een afspraak hebben

verabredet sein

96
New cards

afspreken

sich verabreden

97
New cards

akkoord gaan

einverstanden sein

98
New cards

jammer

schade

99
New cards

jammer genoeg

leider

100
New cards

ik heb jammer genoeg geen tijd

Ich habe leider keine Zeit