FRANS LEZEN

Hexagon

Frankrijk

DOM-TOM

Overzeese gebiedsdelen van Frankrijk

R.E.R

Snelle deels ondergrondse treinen van Parijs naar de voorsteden

S.N.C.F

Franse spoorwegen

Senat

Eerste kamer

Chambre des députés (Assemblée nationale)

Tweede kamer

Parti socialiste Francais (PSF)

Linkse partij van Franciose Hollande

Union Démocratique Francaise (UDF)

Centrumrechts partij

Rassemblement pour la République (RPR)

Centrumrechts

Union pour Mouvement populaire (UMP)

Centrum rechts

Front National

Rechts

Maternelle

kleuterschool

Ecole primaire

Basisschool

College

Middelbare school (klas 6 t/m 3) duurt 4 jaar

Lycee

Middelbare school duurt 3 jaar, na college

Baccalaureat

Eindexamen

Cyberpotaches

E-leerlingen

En ligne

Online

Numeriser

Digitaliseren

Piratage informatique

Hacking

Ado

Adolescent

Ecole buissonnière / Sécher les cours

Spijbelen

SAMU

Ambulancedienst

SIDA

Aids

VIH

HIV

La bonne chère

Lekker eten

Culture generale

Algemene Ontwikkeling

SMIC

Minimumloon

Sans domicile fixe (SDF)

Dakloze

Passeurs

Mensensmokkelaars

Pub

Reclame

Mariage pour tous

Homohuwelijk

Une greve

Een staking

Une manif

Demonstratie

Allocations familiales

Kindertoeslag

Canicule

hittegolf

provenant

afkomstig

fair la une

groot nieuws zijn

Un bilan

Een balans

Le montant

het bedrag

le benefice

de winst

fleurir

bloeien

effectuer

ten uitvoer brengen

superflu

overbodig

remettre

uitstelen

le compte-rendu

het verslag

il va sans dire

het is vanzelfsprekend

enchainer

veroorzaken

en faveur

voor

decevant

teleurstellend

Dans quel but l’auteur a-til écrit cet article

Wat is het doel van de auteur?

Que peut-on déduire du premier alinea?

Wat kun je afleiden uit de eerste alinea?

Comment cette prhase se rapporte-t-elle a la phrase qui précède?

Hoe verhoudt deze zin zich tot de vorige?

A quoi sert ce passage?

Waartoe dient deze passage

Il montre que…

Het laat zien dat…

Qu’est-ce que ca illustre?

Wat laat het zien?

Mettre en doute

In twijfel trekken

affaiblir

afzwakken

appuyer

Ondersteunen

souligner

onderstrepen

etonnement

verbaasheid

indifferent

onverschillig

indigne

verontwaardigd

effectivement

inderdaad

Qu’affirme l’auteur dans l’alinea ..?

Wat beweert de auteur in alinea ..?

sans aucun doute

zonder enige twijfel

je crains que..

Ik ben bang dat..

Je m’en doutais

Daar geloofde ik niet in

J’espère que….

Ik hoop dat …

car

want; omdat

bien que

hoewel

c’est pourquoi

daarom; dat komt omdat

comme

zoals

a la fois

tegelijkertijd

a savoir

dat wil zeggen

a moins que

tenzij; mits

ainsi

zo, op die manier

alors

dus

au fond

eigenlijk

cause par

veroorzaakt door

certainement

natuurlijk; vanzelfsprekend

c’est a dire

dat wil zeggen; te weten

de cette façon

zo; op die manier

de plus

bovendien

egalement

ook; eveneens

en effet

inderdaad

in feite

en fait

en outre

bovendien

en ravanche

daarentegen

ensuite

vervolgens

grace a

dankzij

il se peut

het is mogelijk

malgre

ondanks

neanmoins

niettemin

par ailleurs

trouwens

par consequent

daarom

peut être

misschien

pourtant

toch

pourvu que

tenzij

probable

waarschijnlijk