français - unité 1: conflits et violence (partie 2)

un crime

een misdaad

un criminel

een crimineel/een misdadiger

criminel/criminelle

misdadig

la criminalité

de criminaliteit

une victime

een slachtoffer

voler quelque chose de quelqu’un

iets stelen van iemand

un vol

een diefstal

un voleur

een dief

cambrioler

inbreken

un cambrioleur

een inbreker

un cambriolage

een inbraak

un hooligan

een hooligan

un pickpocket

een zakkenroller

un voyou

een boef

le vandalisme

het vandalisme

un vandale

een vandaal

une agression

een agressie

agresser quelqu’un

iemand aanvallen

un escroc

een oplichter

escroquer quelqu’un

iemand oplichten

un trafiquant

een dealer

trafiquer de la drogue

drugs dealen

un harcèlement

een stalking

harceler quelqu’un

iemand stalken

le racket

de afpersing

un racketteur

een afperser

un trafiquant de drogues

een drugsdealer

trafiquer des drogues

drugs dealen/verhandelen

une bande

een bende

frapper quelqu’un/taper quelqu’un

iemand slaan

donner un coup de poing à quelqu’un

iemand een vuistslag geven

un assassin/un meurtrier

een moordenaar

un assassinat/un meurtre

een moord

assassiner

vermoorden

tuer

doden

un tueur

een doder/moordenaar

une arme

een wapen

armé

gewapend

tirer au revolver sur quelqu’un

op iemand schieten met een revolver

une balle

een kogel

un coup de feu

een kogel

un règlement de compte

een afrekening

la justice

het gerecht

judiciaire

gerechtelijk

le juge

de rechter

juger

oordelen

une plainte

een klacht

porter plainte contre quelqu’un

een klacht indienen tegen iemand

un procès

een proces

un tribunal

een rechtbank

une bagarre

een gevecht

le mobile

het motief

comparaître devant le tribunal

voor de rechtbank verschijnen

accuser quelqu’un de quelque chose

iemand van iets beschuldigen

une accusation

een beschuldiging

un avocat

een advocaat

se défendre

zich verdedigen

la défense

de verdediging

un témoin

een getuige

témoigner

getuigen

un témoignage

een getuigenis

un complice

een medeplichtige

la complicité

de medeplichtigheid

le verdict

het vonnis

acquitter quelqu’un

iemand vrijspreken

condamner

iemand veroordelen

un coupable

een schuldige

coupable

schuldig

le prison

de gevangenis

une peine de prison

een gevangenisstraf

une peine avec sursis

een straf met uitstel

le bracelet électronique

de enkelband

avoir des remords

wroeging/spijt hebben

la police

de politie

les autorités

de overheid

enfermer quelqu'un

iemand opsluiten

arrêter quelqu’un

iemand aanhouden

une sanction

een sanctie

retirer le permis de conduire

het rijbewijs intrekken

un procès-verbal

een proces-verbaal

une guerre

een oorlog

un conflit armé

een gewapend conflict

une tension

een spanning

une guerre civile

een burgeroorlog

une occupation

een bezetting

une hostilité

een vijandigheid

une armée

een leger

une attaque

een aanval

lancer une attaque

een aanval lanceren

attaquer

aanvallen

un ennemi

een vijand

un adversaire

een tegenstander/vijand

une lutte

een strijd

lutter

stijden

combattre

vechten

un combat

een gevecht

un massacre

een bloedbad

un cessez-le-feu

een staakt-het-vuren

un armistice

een wapenstilstand

la paix

de vrede