Vocabulaire examen

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/262

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Language

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

263 Terms

1
New cards
de bankier
le banquier
2
New cards
de winst
la bénéfice
3
New cards
het koopgedrag
le comportement d’achat
4
New cards
de zichtrekening
le compte courant
5
New cards
de lening (van)
l’emprunt (m)
6
New cards
de investering
l’investissement (m)
7
New cards
het spaarboekje
le livret d’épargne
8
New cards
de belegging
le placement
9
New cards
de koopkracht
le pouvoir d’achat
10
New cards
de lening (aan)
le prêt
11
New cards
het inkomen
le revenu
12
New cards
de loontrekkende
le salarié
13
New cards
de peiling
le sondage
14
New cards
het percentage, het cijfer, het gehalte
le taux
15
New cards
de rentevoet
le taux d’intérêt
16
New cards
(hier) het aandeel
l’action (f)
17
New cards
de uitgave
la dépense
18
New cards
de oplichting
l’escroquerie (f)
19
New cards
de loonbrief
la fiche de paie
20
New cards
de schommeling
la fluctuation
21
New cards
het gemiddelde
la moyenne
22
New cards
genieten van, voordeel halen uit
bénéficier de
23
New cards
(be)sparen
économiser
24
New cards
uitvoeren
effectuer
25
New cards
sparen
épargner
26
New cards
beheren
gérer
27
New cards
opbrengen
rapporter
28
New cards
afhalen
retirer
29
New cards
handels-
commercial
30
New cards
zuinig
économe
31
New cards
financieel
financier
32
New cards
munt-
monétaire
33
New cards
rendabel
rentable
34
New cards
stabiel
stable
35
New cards
(be)sparen
faire des économies
36
New cards
de eindjes aan elkaar knopen
joindre les deux bouts
37
New cards
uitlenen (aan iemand)
prêter (à quelqu’un)
38
New cards
ontlenen (van iemand)
emprunter (à quelqu’un)
39
New cards
de werkloosheid
le chômage
40
New cards
de koers
le cours
41
New cards
het instorten
l’effondrement (m)
42
New cards
de plotse stijging
l’envol (m)
43
New cards
het droombeeld
le fantasme
44
New cards
de winst
le gain
45
New cards
de grafiek
le graphique
46
New cards
de tussenpoos, de tussenruimte
l’intervalle (m)
47
New cards
de piek
le pic
48
New cards
de belegging
le placement
49
New cards
de portefeuille (met aandelen)
le portefeuille
50
New cards
de terugval
le recul
51
New cards
de afname
le repli
52
New cards
het percentage
le taux
53
New cards
een aandeel
le titre
54
New cards
het aandeel
l’action (f)
55
New cards
de stijging
l’augmentation (f)
56
New cards
de daling
la baisse
57
New cards
de Beurs
la Bourse
58
New cards
de klets, de (vuist)slage
la claque
59
New cards
de val
la chute
60
New cards
de daling
la diminution
61
New cards
de schommeling
la fluctuation
62
New cards
de (prijs)stijging
la hausse (des prix)
63
New cards
de tegenslag
la mésaventure
64
New cards
de inzet
la mise
65
New cards
de eenheidsmunt
la monnaie unique
66
New cards
de stijging
la montée
67
New cards
het verlies
la perte
68
New cards
de vroegrijpheid
la précocité
69
New cards
de meerwaarde
la plus-value
70
New cards
de stijging na een daling
la remontée
71
New cards
de waarde
la valeur
72
New cards
de variatie
la variation
73
New cards
het overzicht
la vue d’ensemble
74
New cards
staafdiagram
un graphique en barres
75
New cards
cirkeldiagram
un graphique en secteurs
76
New cards
lijndiagram
un graphique en courbes
77
New cards
een record verbreken
battre un record
78
New cards
een Beursorder plaatsen
passer un ordre en Bourse
79
New cards
op de Beurs spelen
spéculer en Bourse
80
New cards
voor het leven, voor altijd
à vie
81
New cards
ronduit
carrément
82
New cards
bereiken
atteindre
83
New cards
stijgen, vermeerderen
augmenter
84
New cards
dalen
baisser
85
New cards
vallen, sterk dalen
chuter
86
New cards
verminderen, dalen
diminuer
87
New cards
diversifiëren
diversifier
88
New cards
verdubbelen
doubler
89
New cards
schommelen
fluctuer
90
New cards
inzetten op
miser sur
91
New cards
(opnieuw) stijgen
(re)monter
92
New cards
instorten
s’effondrer
93
New cards
sterk klimmen
s’envoler
94
New cards
achteruitgaan
reculer
95
New cards
afnemen
se replier
96
New cards
wisselen, variëren
varier
97
New cards
maandelijks
mensuel
98
New cards
de maand
le mois
99
New cards
(geld) innen
toucher (de l’argent)
100
New cards
de bekwaamheid, de vaardigheid
la compétence