Module 5

0.0(0)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/362

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

363 Terms

1
New cards
étudier le marché
de markt onderzoeken, bestuderen
2
New cards
une étude de marché
marktonderzoek, marktstudie
3
New cards
Une étude quantitative/qualitative
een kwantitatief/ kwalitatief onderzoek
4
New cards
une étude du marché wallon
een studie van de Waalse markt
5
New cards
analyser le marché
de markt analyseren, onderzoeken
6
New cards
une analyse de marché
Een marktanalyse, een marktonderzoek
7
New cards
enquêter sur
onderzoeken
8
New cards
Enquêter sur les habitudes de consommation
De consumptiegewoonten onderzoeken
9
New cards
une enquête
een enquête, onderzoek
10
New cards
Une enquête quantitative/ qualitative
Een kwantitatieve/kwalitatieve enquête
11
New cards
Effectuer/mener une enquête
een enquête afnemen
12
New cards
un enquêteur, une enquêtrice
een enquêteur
13
New cards
sonder qqch
iets onderzoeken, naar iets peilen
14
New cards
Sonder l'opinion de qqn.
naar iemands mening peilen
15
New cards
un sondage (d'opinion)
een (opinie)onderzoek, (opinie)peiling
16
New cards
Effectuer un sondage auprès des consommateurs
Een onderzoek/peiling uitvoeren bij de consumenten
17
New cards
un institut de sondage
een bureau voor opinieonderzoek
18
New cards
un sondeur, une sondeuse
een opiniepeiler
19
New cards
un sondé, une sondée
een ondervraagde
20
New cards
faire une enquête/ un sondage, échantillonner
een steekproef nemen
21
New cards
un questionnaire
een vragenlijst
22
New cards
établir/rédiger un questionnaire
een vragenlijst opstellen
23
New cards
un panel (de consommateurs)
(consumenten)panel
24
New cards
Constituer/composer un panel
een panel samenstellen
25
New cards
Une interview en profondeur
een diepte-interview
26
New cards
un test (en) aveugle
een blinde test, blind test
27
New cards
échantillonner la population d'une ville
een steekproef nemen van de bevolking van een stad
28
New cards
un échantillon (représentatif)
een (representatieve) steekproef
29
New cards
collecter (des informations/des données/des fonds)
(informatie/gegevens/fondsen) verzamelen
30
New cards
une collecte (d'informations/de données/de fonds)
het verzamelen (van informatie/gegevens/fondsen)
31
New cards
traiter (des données)
(gegevens) verwerken
32
New cards
un traitement (de données)
een verwerking (van gegevens)
33
New cards
tendre à
neigen naar, de tendens vertonen om
34
New cards
une tendance
een tendens, trend
35
New cards
découvrir des tendances
tendensen ontdekken
36
New cards
la statistique
statistiek
37
New cards
Institut National de la Statistique (INS)
Nationaal Instituut voor statistiek (NIS) (Belg.)
38
New cards
des statistiques
statistieken
39
New cards
statistique
statistisch
40
New cards
S'appuyer/se baser sur des (données) statistiques
Steunen/zich baseren op statistische gegevens
41
New cards
consommer
consumeren, verbruiken
42
New cards
un consommateur, une consommatrice (potentiel(le))
een (mogelijke, potentiële) consument, verbruiker
43
New cards
la consommation
de consumptie, het verbruik
44
New cards
des habitudes de consommation
consumptiegewoonten
45
New cards
consommable
consumeerbaar
46
New cards
un client, une cliente
een klant
47
New cards
une clientèle
een clientèle, klantenkring, klanten
48
New cards
un public
een publiek, de mensen, de bevolking
49
New cards
le grand public
het grote publiek
50
New cards
public, publique
publiek
51
New cards
une cible, un groupe-cible (des groupes-cibles), une clientèle-cible
een doelgroep
52
New cards
un public cible
een doelgroep, doelpubliek
53
New cards
viser une cible/ le client-cible
op een bepaalde doelgroep mikken, een bepaalde doelgroep voor ogen hebben
54
New cards
déterminer la cible/ le groupe cible
de doelgroep bepalen
55
New cards
Atteindre/toucher une cible
een doelgroep bereiken
56
New cards
Cibler (qqch.) sur (qqn.)
iets op een doelgroep richten
57
New cards
une tranche d'âge
een leeftijdscategorie
58
New cards
La tranche d'âge des 15-25 ans
De leeftijdscategorie van de 15- tot 25-jarigen
59
New cards
une classe (sociale)
een (sociale) klasse
60
New cards
la classe aisée
de welgestelde klasse
61
New cards
La classe moyenne, les classes moyennes
de middenklasse
62
New cards
la classe ouvrière
de arbeidsklasse
63
New cards
une catégorie socio-professionnelle
een sociaal-economische categorie
64
New cards
Les ouvriers, les cadres, les 'sans profession', ...
Arbeiders, kaderleden, mensen zonder beroep
65
New cards
un niveau de vie
een levensstandaard
66
New cards
un mode de vie
een levenswijze
67
New cards
un comportement d'achat
een koopgedrag
68
New cards
une motivation d'achat
een (koop)motief
69
New cards
le pouvoir d'achat
de koopkracht
70
New cards
un marché
Een markt, afzetmarkt
71
New cards
un marché saturé
een verzadigde markt
72
New cards
un marché porteur
een winstgevende markt
73
New cards
un marché potentiel
een mogelijke, potentiële markt
74
New cards
le marché national
de nationale, binnenlandse markt
75
New cards
le marché international
de internationale markt
76
New cards
la marché de consommation de masse
de markt voor massaconsumptie
77
New cards
attaquer un nouveau marché
zich op een nieuwe markt storten
78
New cards
prendre pied sur un marché
Zich vestigen op een markt, vaste voet aan de grond krijgen op een markt
79
New cards
conquérir un marché
een markt veroveren
80
New cards
dominer un marché
de markt beheersen
81
New cards
être leader de marché
marktleider zijn
82
New cards
conforter/renforcer sa position sur le marché
zijn positie op de markt verstevigen
83
New cards
détenir une part de marché (de 10%)
een marktaandeel (van 10%) in handen hebben
84
New cards
détenir une part du marché (wallon)
een deel van de Waalse markt in handen hebben
85
New cards
une part de marché
een marktaandeel
86
New cards
introduire/lancer un nouveau produit sur le marché
een nieuw product op de markt brengen
87
New cards
l'introduction/ le lancement d'un nouveau produit sur le marché
Het lanceren van een nieuw product op de markt
88
New cards
retirer un produit du marché
Een product terugtrekken van de markt
89
New cards
Le retrait d'un produit du marché
Het terugtrekken van een product van de markt
90
New cards
commercialiser un produit
het afzetten van een product
91
New cards
la commercialisation d'un produit
de afzet van een product
92
New cards
faire concurrence à qqn, être en concurrence avec qqn
Met iemand concurreren, iemand beconcurreren
93
New cards
Cette nouvelle entreprise leur fait concurrence dangereusement.
Dat nieuwe bedrijf vormt een ernstige bedreiging (concurrentie) voor hen.
94
New cards
Cette nouvelle entreprise est en concurrence avec eux.
Dat nieuwe bedrijf beconcurreert hen.
95
New cards
concurrencer
concurreren
96
New cards
la concurrence
de concurrentie
97
New cards
un concurrent, une concurrente
een concurrent
98
New cards
concurrent, concurrente (qui se font concurrence)
concurrerend
99
New cards
Des entreprises concurrentes
concurrerende bedrijven
100
New cards
concurrentiel, concurrentielle (où la concurrence s'exerce, compétitif)
concurrerend