1 - PERSOONLIJKE GEGEVENS
Studied by 1 person
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/109
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
110 Terms
de persoon, de mens
la persona
zijn
ser/estar
de voornaam, de naam
el nombre
de achternaam
el apellido
heten
llamarse
de man, de mens
el hombre
de vrouw
la mujer
de jongen, het meisje
el muchacho, la muchacha
de heer, de dame
el señor, la señora
de juffrouw
la señorita
Don, Doña (Don Juan)
don, doña
Waar komt u vandaan?
¿De donde es usted?
Ik kom uit Colombia.
Soy colombiano.
het adres
la dirección
wonen, leven
vivir
de straat
la calle
het telefoonnummer
el número de teléfono
de burgerlijke stand
el estado civil
zijn
estar
ongetrouwd, ongehuwd
soltero, soltera
getrouwd, gehuwd
casado, casada
gescheiden
divorciado, divorciada
het geregistreerd partnerschap
la pareja de hecho
de weduwnaar, de weduwe
el viudo, la viuda
uit elkaar
separado, separada
het beroep
la profesión
Wat is uw beroep?
¿Cuál es su profesión?
zich (beroepsmatig) bezighouden met, zich toeleggen op
dedicarse a
het identiteitsbewijs
el documento de identidad, la cédula (Am)
het paspoort
el pasaporte
buitenlands, buitenlander/buitenlandse, vreemdeling(e)
extranjero, extranjera
Europa
Europa
Europees, de Europeaan
(el, la) europeo, europea
de Europese Unie (EU)
la Unión Europea (UE)
het land
el país
de taal, de vreemde taal
el idioma
Nederland
(los) Países Bajos
Nederlands, Hollands, het Nederlands, de Nederlander/Nederlandse
(el, la) holandés, holandesa
België
Bélgica
Belgisch, de Belg/Belgische
(el, la) belga
Engeland
Inglaterra
Engels, het Engels, de Engelsman/Engelse
(el, la) inglés, inglesa
Frankrijk
Francia
Frans, het Frans, de Fransman/Française
(el, la) francés, francesa
Italië
Italia
Italiaans, het Italiaans, de Italiaan/Italiaanse
(el, la) italiano, italiana
Turkije
Turquía
Turks, het Turks, de Turk/Turkse
(el, la) turco, turca
Spanje
España
Spaans, het Spaans, de Spanjaard/Spaanse
(el, la) español, española
Castiliaans, het Castiliaanse, de Castiliaan/Castiliaanse
(el, la) castellano, castellana
Portugal
Portugal
Portugees, het Portugees, de Portugees/Portugese
(el, la) portugúes, portuguesa
Brazilië
(el) Brasil
Braziliaans, het Braziliaans, de Braziliaan/Braziliaanse
(el, la) brasileño, brasileña
Amerika, Zuid-Amerika, Noord-Amerika
América
de Mercosur
el Mercosur
de Unasur
la Unasur
Amerikaans, de Zuid-Amerikaan/Zuid-Amerikaanse, de Noord-Amerikaan/Noord-Amerikaanse
(el, la) americano, americana
Canada
(el) Canadá
Canadees, de Canadees/Canadese
(el, la) canadiense
de Verenigde Staten
(los) Estados Unidos (EE. UU.)
van/uit de VS, iemand afkomstig uit de VS
(el, la) estadounidense
Noord-Amerikaans, de Noord-Amerikaan/Noord-Amerikaanse
(el, la) norteamericano, norteamericana
Spaans-Amerika
Hispanoamérica
Spaans-Amerikaans
hispanoamericano, hispanoamericana
Latijns-Amerika
Latinoamérica
Spaanstalig, de Spaanstalige, de persoon die Spaans spreekt
(el, la) hispanohablante
Zuid-Amerikaans, de Zuid-Amerikaan/Zuid-Amerikaanse
(el, la) sudamericano, sudamericana
Mexico
México (Méjico)
Mexicaans, de Mexicaan/Mexicaanse
(el, la) mexicano, mexicana (mejicano, mejicana).
Guatemala
Guatemala
Guatemalteeks, de Guatemalteek/Guatemalteekse
(el, la) guatemalteco, guatemalteca
Honduras
Honduras
Hondurees, de Hondurees/Hondurese
(el, la) hondureño, hondureña
El Salvador
El Salvador
Salvadoraans, de Salvadoraan/Salvadoraanse
(el, la) salvadoreño, salvadoreña
Nicaragua
Nicaragua
Nicaraguaans, de Nicaraguaan/Nicaraguaanse
(el, la) nicaragüense
Costa Rica
Costa Rica
Costaricaans, de Costaricaan/Costaricaanse
(el, la) costarricense
Panama
Panamá
Panamees, de Panamees/Panamese
(el, la) panameño, panameña
Cuba
Cuba
Cubaans, de Cubaan/Cubaanse
(el, la) cubano, cubana
Dominicaanse Republiek
(la) República Dominicana
Dominicaans, de Dominicaan/Dominicaanse
(el, la) dominicano, dominicana
Colombia
Colombia
Colombiaans, de Colombiaan/Colombiaanse
(el, la) colombiano, colombiana
Venezuela
Venezuela
Venezolaans, de Venezolaan/Venezolaanse
(el, la) venezolano, venezolana
Ecuador
(el) Ecuador
Ecuadoriaans, de Ecuadoriaan/Ecuadoriaanse
(el, la) ecuatoriano, ecuatoriana
Peru
Perú
Peruaans, de Peruaan/Peruaanse
(el, la) peruano, peruana
Bolivia
Bolivia
Boliviaans, de Boliviaan/Boliviaanse
(el, la) boliviano, boliviana
Paraguay
(el) Paraguay
Paraguayaans, de Paraguayaan/Paraguayaanse
(el, la) paraguayo, paraguaya
Uruguay
(el) Uruguay
Note 
Flashcards (20)