Alles van het bovenlichaam

a. subclavia dextra

a. axillaris

axilla = okselholte

truncus brachiocephalicus

truncus = stam

brachio = bovenarm

cephalicus = hersenen

arcus aortae

a. brachialis / v. brachialis

ligt in de bovenarm

splits ventraal van art. cubiti in a. ulnaris en a. radius

brachio = brachium = arm

a. ulnaris/ v. ulnairis

a. radialis / v. radialis

gebruiken ze voor de hartslag

arcus palmaris profundus

binnenste ring

arcus palmaris superficialis

buitenste ring

vena basillica

vena cephalica

vena mediana cubiti

koppeling tussen vena basilica en vena mediana cubiti

Plexus brachialis van C5 tot T1

plexus = vlechtwerk

bestaat uit stam en bundel

truncus : superior, medius, inferior

fasciculus: lateralis, posterior, medialis

n. musculocutaneus

innnervatie: flexoren art. cubiti

(m. coracobrachialis, m. biceps brachii, caput longum en caput breve , m. brachialis)

n. medianus

innervatie: flexoren pols duimzijde

m. pronator teres

m. flexor carpi radialis

m. plamaris longus

m. flexor digitorum profuncus: digiti II, III

m. pronator quadratus

innervatie: spieren duimmuis

n. radialis

innervatie; alle spieren dorsaal gelegen in de bovenarm

m. triceps brachii, caput longum, caput mediale, caput laterale

m. brachioradialis, m. anconeus, m.extensor carpi radialis longus en brevis, m. supinator

innervatie alle spieren dorsaal gelegen in onderarm;

m. exstensor carpi ulnaris, carpi radialis longus en brevis, digitorum, indicus, pollicis longus en brevis , digiti minimi

m. abductor digiti minimi

n. ulnaris

innervatie flexoren pols pinkzijde

m. flexor carpi ulnaris

m. flexor digitorum profundus; IV, V

innervatie van spieren pinkmuis

innervatie ab- en adductoren vingers (mm. interossei dorsales en ventrales)

innervatie adductor duim (m. adductor pollicis)

wat is het carpaal tunnnersyndroom?

inklemming n. medianus inklemming, leidt tot pijn en gevoelloosheid bij de handen

Sternum

manubrium sterni

Manus = handvat

Corpus sterni

functie schoudergordel

verplaatsen art. humeri, bewegen art. humeri, positioneren van de hand in de ruimte.

processus xiphoideus

onderkantje sternum, wil je niet te hard op drukken bij reanimatie om inwendige bloeding te verkomen

extremitas sternalis

koppelpunt sternum en clavicula

extremitas acromialis

clavicula fractuur

meest voorkomende botbreuk

bij baby's breken ze het soms express, heelt na een paar dagen

bij volwassenen 1 week mutella, daarna mobiliseren

acromion

angulus superior

angles = hoek

margo lateralis

margo medialis

angulus inferior

angulus = hoek

fossa supraspinatus

fossa = uitholling/ kuil

fossa infraspinatus

fossa = uitholling/ kuil

fossa subcapularis

fossa = uitholling/ kuil

submarine = onderzeer, sub = onder

processus coracoideus

cavitas glenoidalis

tuberculum majus

tuber = knobbel

tuberculum = knobbeltje

tuberculum minus

tuber = knobbel

tuberculum = knobbeltje

caput humeri

sulcus intertubercularis

gootje voor pees van lange kop m. biceps brachii

epicondylus lateralis

epi = rondom

condylus = rondvormig

epicondylus medialis

epi = rondom

condylus = rondvormig

capitulum humeri

kop van art. humero-radialis

trochlea humeri

kop bam art. humero-ulnaris

fossa olecrani

art. sternoclavicularis

kop? kom? bewegingsmogelijkheid?

kop = extremitas sternalis claviculae

kom = manubrium sterni

bewegingsmogelijkheid = relatief beperkt, beweegt mee met scapula

slecht passend synoviaal gewricht met een discus articularis. Stevig kapsel met diverse ligamenten

art. acromioclavicularis

kop? kom? bewegingsmogelijkheid?

kop: extrmitas acromiale claviculae

kom: acromion scapulae

beweging = zeer beperkt, biedt vooral stevigheid.

stevig + nauw kapsel met name door ligamenten.

art. humeri

kop? kom? bewegingsmogelijkheid?

kop= caput humeri

kom= cavitas glenoidalis scapulae

glenohumeraal gewricht

beweging= anteflexie, retroflexie, abductie, adductie, endorotatie en exorotatie

gleno-humerale ligamenten (art. humeri)

functie = beperken bewegingen, alle bewegingen waarbij je handen buiten blikveld gaan

lig. coracoacromiale

functie = voorkomen "klem" zitten humerus bij abductie

m. trapezius pars descendens

o: acterhoofd + cervicaal

i: clavicula/ scapula (acromion)

functie: elevatie scapula (beetje rotatie)

m. trapezius pars transversa

o: hoog thoracale wervels

i: scapula

functie : retractie scapula

m. trapezius pars ascendens

o: midthoracale wervels

i: scapula

functie; detractie scapula (beetje rotatie )

m. rhomboideus major

caudaal deel van de spier

o: C6/Th4 (proc. spinosi)

i: scapula

functie : retractie, elevatie en mediorotatie scapula

m. rhomboideus minor

caudaal deel van de spier

o: C6/Th4 (proc. spinosi)

i: scapula

functie : retractie, elevatie scapula

m. levator scapulae

o: C1/ C4 (proc, transversi)

i: scapula

functie: e;ebatie scapula

m. serratus anterior

GAAT ONDER SCAPULA

o: coastae I-X

i: scapula (angulus superior, margo medialis, angulus inferior)

functie: protractie en laterotatie scapula

en stabilisatie scapula naar gewenste positie

m. pectoralis minor

o: costae III-V

i: scapula

functie: schuine detractie scapula en stabilisatie

rotatorenmanchet

de stabilisatoren

- 4 spieren

- insertie zeer dicht over het kapsel van de art. humeri, ofwel zelfs in dit kapsel uitstralend

- bij aanspanning worden kop en kom stevig tegen elkaar aangeduwd = stabiliteit van gewricht

- spieren hebben relatief kleine momentsarm.

m. supraspinatus

loopt onder de scapula

o: scapula

i: humerus

functie: stabiliseren abductie art. humeri

m. infraspinatus

o: scapula

i: humerus

functie: stabilisatie

exorotatie art. humeri

m. teres minor

o: scapula

i: humerus

functie: stabilisatie, exorotatie en abductie art. humeri

m. subscapularis

o: scapula

i: humerus

functie: stabilisatie en endorotatie

m. teres major

o: scapulae

i: humerus

functie: endorotatie, adductie, reteroflexie art. humeri

m. deltoideus pars spinata

o: scapula

i: laterale zijde humerus

fucntie: retroflexie

zit het meest dorsaal van de 3

m. deltoideus pars acromialis

o: scapula

i: laterale zijde humerus

functie : abductie

m. deltoideus pars clavicularis

o: clavicula

i: laterale zijde humerus

functie : anteflexie

zit het meest ventraal

m. coracobrachialis

o: scapula

i: humerus

functie: anteflexie adductie art. humeri

m. latissimus dorsi

o: vertebrae en illium (dorsaal romp)

i: humerus (ventrale zijde)

loopt samen met m. teres major van dorsaal naar ventraal

functie: adductie en endorotatie

m. pectoralis major

o: clavicula, costae en sternum

i: humerus

functie: endorotatie en adductie

olecranon

punt ulna (goed te zien via een dorsaal aanzicht)

corpus ulnae

bot ulna

caput ulna

onderkant ulna

processus styloideus ulnae

uitsteeksel onderaan ulna

caput radii

bovenkant radius

corpus radii

lichaam radius

processus styloideus radii

uitsteeksel onderkant radius

lig. collaterale radiale

functie: berperking adductie

lig. collaterale ulnare

functie: berperking abductie

m. biceps brachii caput longum

o: scapula

i: radius (MEDIAAL)

functie : flexie art. cubiti

anteflexie art. humeri

supinatie art. radio ulnares

m. biceps brachii caput breve

o: processus coracoideus scapulae

i: radius (MEDIAAL)

functie : flexie art. cubiti

anteflexie art. humeri

supinatie artt. radio ulnares

m. brachialis

o: humerus

i: ulna

functie : flexie art. cubiti

m. brachioradialis

o: humerus

i: radius

functie: flexie art. cubiti

pro- en supnatie artt. radio ulnares (tot de middenspositie)

3 (4) ventrale spieren art. cubiti

1. m. biceps brachii (cput longum en breve)

2. m. brachialis

3. m. brachioradialis

m. triceps brachii caput longum

o: scapula

i: ulna (olecranon)

functie : extensie art. cubiti

reteroflexie art. humeri

m. triceps brachii caput laterale

o: humerus (proximaal)

i: ulna (olecranon)

functie : extensie art. cubiti

m. triceps brachii caput mediale

o: humerus (distaal)

i: ulna (olecranon)

functie : extensie art. cubiti

Op welke 3 de plekken zijn de radio-ulnaire gewrichten met elkaar verbonden?

proximaal --> art. radio-ulnare proximalis

midden --> membrana interossea antebrachii

distaal --> art. radio- ulnaris distalis

i: ALTIJD radius want ulna zit met een kopje vast en kan dus niet roteren.

m. pronator quadratus

o: ulna

i: radius

functie : pronatie artt. radio-ulnair

m. pronator teres

o: humerus (epicondylus medialias)

i: radius

functie : pronatie artt. radio-ulnair

m. supinator (dorsaal)

o: ulna

i: radius

functie: supnatie artt. radio-ulnair

m. palmaris longus (oppervlakkig)

Heeft een hele lange pees

o: humerus (epicondylus medialis)

i: os metacarpi II

functie : op spanning brengen palmair aponeurose, bindweefselplaat in handpalm.

m. flexor carpi radialis (oppervlakkig)

o: humerus

i: os metacarpi II

functie : palmairflexie art manus

radiaal abductie art. manus

m. flexor carpi ulnaris (oppervlakkig)

o: humerus

i: o.a. metacarpi V

pees bevat os pisiforme

functie: palmairflexie art. manus

ulnairabductie art. manus

m. flexor digitorum superficialis (oppervlakkig)

o: humerus/ulna

i: phalanx medius II-V

functie: palmairflexie art. manus

flexie MCP en PIP II-V (NIET DIP)

m. flexor digitorum profundus (diep)

o: ulna

i: phlanx distalis II-V

functie : palmairflexie art. manus

flexsie MCP en PIP gewricht II-V

flexie DIP gewricht.

m. flexor pollicis longus (diep)

ligt aan de nagelkant, want flexor

o: radius

i: phalanx distalis I

functie palmairflexie art. manus

flexie MCP en IP I

retinaculum flexoren

flexorenpezen in polsgebied met hele sterke bindweefselstructuur waardoor alles op zijn plek blijft

carpale tunnelsyndroom

inklemming van n. medianus

gevolg : doof gevoel, motorische uitval

oplossing : retinaculum deels openen

peesscheden

flexorpezen in de vingers