door carl rogers ontwikkelde therapie, waarbij de therapeut geen richting geeft aan de cliënt (= non-directief). Hij interpreteert of adviseert ook niet, tenzij ter aanmoediging of verheldering. Hij moet alleen een niet-beoordeende, accepterende atmosfeer scheppen. De theorie is immers dat de cliënt het beste zijn eigen problemen kent en ze het best kan hanteren.