FR voc 3 + 1

le bail

het huurcontract

le cafard

de kakkerlak

le carrelage

de tegels, de tegelvloer

les dégats (m pl.)

de schade

le délai

het termijn

l'entretien (m)

het onderhoud

l'état des lieux (m)

de inventaris

l'immeuble (m)

het flatgebouw

l'inconvénient (m)

het nadeel

le locataire

de huurder

le loyer

de huur(prijs)

le mètre carré

de vierkante meter

le taudis

het krot

le tuyau (d'évacuation)

de (afvoer)buis

l'arnaque (f)

de oplichting

la caution

de waarborg

la fissure

de barst

la fuite (d'eau, de gaz)

het (water-, gas-) lek

l'humidité (f)

de vochtigheid

la moisissure

de schimmel

la nuisance

de overlast, de hinder

la pénurie

de schaarste

la superficie

de oppervlakte

couler

lopen, lekken

gâcher

verpesten

grincer

kraken, piepen

prévenir

verwittigen

résilier

opzeggen, annuleren

s'effondrer

instorten

se plaindre (de)

klagen (over)

se préoccuper de

zich zorgen maken (over)

abordable

betaalbaar

insalubre

ongezond

locatif

huur-

nocif

schadelijk

pourri

rot

rénové

vernieuwd

sonore

geluids-

être à charge de

ten laste zijn van

être digne de confiance

betrouwbaar zijn

déposer plainte

klacht neerleggen

mettre un terme à

een einde stellen aan/ annuleren

mettre en demeure

in gebreke stellen

par recommandé

aangetekend

payer des dommages et intérêts

schadevergoeding betalen

sauter sur une occasion

de gelegenheid aangrijpen

annuler

annuleren

le désavantage

het nadeel

le manque

de schaarste

raisonnables

betaalbaar

le permis de conduire

het rijbewijs

le code de la route

het verkeersreglement

traverser

oversteken

le passage à niveau

de overweg

une barrière

een slagboom

relever

opheffen

un feu rouge

een rood licht

le rond-point

het rondpunt

un clignotant

een richtingaanwijzer

allumer

aanzetten

éteindre

uitzetten

un véhicul

een voertuig

dépasser

voorbijsteken

doubler

voorbijsteken

céder le passage

voorrang verlenen

céder la priorité

voorrang verlenen

donner la priorité

voorrang verlenen

un panneau de signalisation

een verkeersbord

virer à droite

naar rechts draaien

tourner à droite

naar rechts draaien

un carrefour

een kruispunt

une intersection

approcher de

naderen

un ralentisseur

een verkeersremmer

un rue

een weg

un chemin

een weg

un chausée

een weg

un route

een weg

en mauvais état

in slechte staat

s'immobiliser

stilstaan

stationner

parkeren

garer

parkeren

une limitation de vitesse

een snelheidsbeperking

un piéton

een voetganger

un passage de piétons

een voetpad

il est obligatoire de

het is verplicht te

ralentir

vertragen

un dos d'âne

een verkeersdrempel

il est interdit de

het is verboden te

renverser

omverrijden

en excès de vitesse

met overdreven snelheid

succomber

bezwijken, doodgaan

le verglas/ le gel

de ijzel

glissant

glad

freiner

remmen

déraper

slippen

heurter

botsen tegen/ inrijden op

un poteau d'éclairage

een verlichtingspaal

un conducteur fantôme

een spookrijder

une victime

een slachtoffer