17.1 voorzetsels

à

in, naar, aan, om

diane habite à Poitiers

diana woont in Poitiers

serge a prêté sa veste à carole

serge heeft zijn jasje aan carole geleend

à trois heures, nous allons à la piscine

om drie uur gaan we naar het zwembad

à cause de

door, wegens, vanwege

Le tournoi a été annulé à cause de la pluie

het toernooi is afgezegd vanwege de regen

à côté de

naast

il y a un restaurant à côté du musée

er is een restaurant naast het museum

à partir de

vanaf

à partir de demain, les étudiants peuvent s’inscrire aux cours de langues

vanaf morgen kunnen de studenten zich inschrijven voor taallessen

après

na

tournez à gauche après la piscine

sla af linksaf na het zwembad

après le dîner, on est allé au cinéma

na het eten zijn we naar de film gegaan

à travers

(dwars) door, door … heen

ils ont marché à travers la forêt

ze hebben door het bos gelopen

au cours de

in de loop van, gedurende

au cours de

in de loop van, gedurende

au cours de sa carrière, il a obtenu plusiers diplômes

in de loop van zijn carrière heeft hij verschillende diploma’s behaald

au-delà-de

verder dan, aan de andere kant van

le café est situé au-delà de la rivière

het café ligt aan de andere kant van de rivier

au-dessous de

onder

Il y un café au-dessous de notre appartement

er is een café onder ons appartement

au-dessus de

boven

la salle de bains se trouve au-dessus de la salle à manger

de badkamer bevindt zich boven de eetkamer

au lieu de

in plaats van

prenons le train au lieu de la voiture

laten we de trein nemen in plaats van de auto

au milieu de

te midden van, in het midden van

ils vivent au milieu des bois

ze wonen midden in de bossen

autour

rondom, om … heen

il y a beaucoup de maisons autour du lac

er zijn veel huizen rondom het meer

avant

voor

il était parti avant moi

hij was vertrokken voor mij

avec

met

julie a parlé longtemps avec charles

julie heeft lang gepraat met charles

chez

bij, naar

anne m’a invité chez elle

anne heeft me bij haar thuis uitgenodigd

ce week-end, je vais chez mes parents

dit weekend ga ik naar mijn ouders

dans

in, over

le sucre est dans la boîte

de suiker zit in de bus

nous partons dans cinq minutes!

we vertrekken over vijf minuten!

contre

tegen

je suis contre la réforme du système scolaire

ik ben tegen de hervorming van het onderwijssysteem

d’après

volgens

d’après mes parents, j’étais un bébé tranquille

volgens mijn ouders was ik een rustige baby

de

van, uit

la fille tremble froid

het meisje rilt van de kou

je viens de Paris

ik kom uit Parijs

depuis

sinds, al

depuis un mois, notre chat a disparu

sinds een maand is onze kat verdwenen

je l’attends depuis deux heures

ik wacht al twee uur op hem

derrière

achter

l’école se trouve derrière l’église

de school staat achter de kerk

dès

(onmiddelijk) vanaf

je vais me préparer à l’examen dès demain

ik ga me vanaf morgen voorbereiden op het examen

devant

voor

l’arrêt de bus se trouve juste devant l’école

de bushalte is precies voor de school

durant

gedurende, tijdens

il a vécu à Lille durant ses années d’études

hij heeft in Lille gewoond tijdens zijn studietijd

en

in, naar

en France, il y a beaucoup de châteaux

in Frankrijk zijn veel kastelen

cet après-midi, je vais en ville

vanmiddag ga ik naar de stad

en face de

tegenover

l’hôtel se trouve en face de la gare

het hotel ligt tegenover het station

entre

tussen

le parc est entre l’église et le musée

het park ligt tussen de kerk en het museum

hors de

buiten

l’université est situé hors de la ville

de universiteit ligt buiten de stad

il y a

… geleden

j’ai été en Italie il y a longtemps

ik ben lang geleden in Italië geweest

jusqu’à

tot (aan)

il reste chez son amie jusqu’à lundi

hij blijft tot maandag bij zijn vriendin

loin de

ver van

phillippe habite loin du centre-ville

philippe woont ver van het centrum

lors de

tijdens

lors de l’examen oral, elle était très nerveuse

tijdens het mondeling examen was ze erg zenuwachtig

par

door; langs, via

le train de Paris à Bordeaux passe par Poitiers

de trein van Parijs naar Bordeaux gaat via Poitiers

l’église a été détruite par un incendie

de kerk is verwoest door een brand

pendant

gedurende, tijdens

pendant le voyage, j’ai lu des revues

tijdens de reis heb ik tijdschriften gelezen

pour

voor

ce cadeau est pour mon mari

dat cadeau is voor mijn man

près

dicht bij, vlak bij

il y a un bar près du cinéma

er is een bar dicht bij de bioscoop

sans

zonder

il est parti sans moi

hij is zonder mij weggegaan

sauf

behalve, uitgezonderd

tu peux me joindre toute la journée sauf pendant l’heure de midi

je kunt me de hele dag bereiken, behalve tussen de middag

sous

onder

le chat était sous la table

de kat zat onder de tafel

sur

(boven) op

l’ordinateur portable est sur mon bureau

de laptop ligt op mijn bureau

vers

naar, in de richting van; omstreeks, tegen

à Lyon, prenez l’A7 vers Avignon

in Lyon neemt u de A7 richting Avignon

nous arriverons vers cinq heures

we komen rond vijf uur aan

à l’aide de

met behulp van

j’ai ouvert l’envelloppe à l’aide d’un couteau

ik heb de envelop geopend met behulp van een mes

auprès de

bij

vous pouvez faire la réservation auprès de la réception

u kunt de reservering bij de receptie doen

au sujet de

over, met betrekking tot