NDLS Q2 LISTE 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/129

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Law

1st

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

130 Terms

1
New cards
plaatsvinden (vond plaats - plaatsgevonden)
avoir lieu, se produire
2
New cards
de woning (-en)
l'habitation
3
New cards
de echtelijke woning
le domicile conjugal
4
New cards
wonen
habiter, vivre quelque part
5
New cards
ik woon in Parijs
j'habite / je vis à Paris
6
New cards
de omgeving (-en)
l'entourage, le cadre, les environs
7
New cards
in mijn omgeving
dans mon entourage
8
New cards
een aangename omgeving
un cadre agréable
9
New cards
in de omgeving van Gent
dans les environs de Gand
10
New cards
! de buurt (-en)
le quartier, les environs
11
New cards
een drukke buurt
un quartier animé
12
New cards
in de buurt van Gent
dans les environs de Gand
13
New cards
onmiddellijk
immédiat(-ement), direct(-ement), proche
14
New cards
de onmiddellijke omgeving
les environs immédiats, proches
15
New cards
de oprit (-ten) \= de inrit
l'allée, l'entrée (d'un garage par ex.)
16
New cards
de oprit van een autosnelweg
la bretelle d'accès à une autoroute
17
New cards
de uitrit van een garage
la sortie d'un garage
18
New cards
de afrit van een autosnelweg
la bretelle de sortie d'une autoroute
19
New cards
met uitzondering van
à l'exception de
20
New cards
de arbeid
le travail
21
New cards
de werk
l'effort, le labeur
22
New cards
de dag van de arbeid
la fête du travail
23
New cards
het arbeidscontract
le contrat de travail
24
New cards
de arbeidsvoorwaarden
les conditions du travail (salaire, vacances, ....)
25
New cards
het arbeidsrecht
le droit du travail
26
New cards
het recht op arbeid
le droit au travail
27
New cards
de arbeidsmarkt
le marché du travail ( de l'emploi)
28
New cards
het werk
le travail
29
New cards
de werkomstandigheden
les conditions de travail (bruit, hygiène, ...)
30
New cards
de werkdag
le jour ouvrable
31
New cards
het overwerk
les heures (le travail) supplémentaires
32
New cards
de werkloze
le chômeur
33
New cards
de werkgelegenheid in een streek
les possibilités d'emploi (l'emploi disponible) dans une région
34
New cards
het verkeer
la circulation
35
New cards
het verkeer op de autosnelweg
la circulation sur l'autoroute
36
New cards
het vrij verkeer van goederen, van personen en van diensten
la libre circulation des biens, des personnes et des services
37
New cards
de verkeerscode
le code de la route
38
New cards
veilig
sûr, en sécurité
39
New cards
een veilige buurt
un quartier sûr
40
New cards
ik voel me hier veilig
je me sens en sécurité ici
41
New cards
zeker
sûr, certain
42
New cards
het is zo zeker als 2 maal 2 vier is
c'est aussi sûr que 2 et 2 font quatre
43
New cards
de minste kans
la moindre chance, possibilité
44
New cards
de kans lopen op iets
risquer qqch., encourir le risque de
45
New cards
kans lopen op een kwetsuur
risquer une blessure
46
New cards
de kans (-en)
la chance, la possibilité, l'opportunité
47
New cards
een tweede kans krijgen
recevoir une seconde chance
48
New cards
een kans laten voorbijgaan
laisser passer une opportunité
49
New cards
er bestaat een kans dat ...
il existe une possibilité que ...
50
New cards
! de gelegenheid (-heden)
l'occasion
51
New cards
van de gelegenheid gebruik maken om ...
profiter de l'occasion pour ...
52
New cards
! het geluk
le bonheur, la chance (sens général : « de la chance»)
53
New cards
jaren van geluk gehad hebben
avoir eu des années de bonheur
54
New cards
hij heeft veel geluk in het spel
il a beaucoup de chance au jeu
55
New cards
Wat een geluk dat ...
Quelle chance que ....
56
New cards
gelukkig
heureux (heureusement)
57
New cards
de werkelijkheid
la réalité
58
New cards
werkelijk \= echt
vrai, réel ,vraiment, réellement
59
New cards
een werkelijk / echt gevaar
un danger réel
60
New cards
werkelijk / echt gevaarlijk
réellement dangereux
61
New cards
! de waarheid
la vérité
62
New cards
ik zweer de waarheid te zeggen
je jure de dire la vérité
63
New cards
leiden tot
mener à, conduire à
64
New cards
\= aanleiding geven tot
provoquer, donner lieu à
65
New cards
dat leidt tot verwarring
cela conduit à de la confusion
66
New cards
dat geeft aanleiding tot verwarring
cela conduit à de la confusion
67
New cards
de opname (in het ziekenhuis)
l'hospitalisation
68
New cards
iemand (in het ziekenhuis) laten opnemen
faire hospitaliser quelqu'un
69
New cards
bij toeval \= toevallig
par hasard
70
New cards
het toeval
le hasard
71
New cards
de onvoorzichtigheid
l'imprudence
72
New cards
voorzichtig
prudent (prudemment)
73
New cards
onvoorzichtig
imprudent (imprudemment)
74
New cards
de verwonding (-en)
la blessure
75
New cards
de wond (-en)
la blessure
76
New cards
de kwetsuur (-uren)
la blessure
77
New cards
voorkomen (kwam voor - voorgekomen)
survenir, se produire
78
New cards
dit komt niet vaak voor
ceci ne se produit pas souvent
79
New cards
een veel voorkomend probleem
un problème courant
80
New cards
! voorkomen (voorkwam - voorkomen)
prévenir, empêcher de se produire
81
New cards
voorkomen is beter dan genezen
prévenir vaut mieux que guérir
82
New cards
we hebben het ergste voorkomen
nous avons empêché le pire
83
New cards
de brandwond (-en)
la brûlure
84
New cards
de valpartij (-en)
la chute (de plusieurs personnes, en série, lors d'une compétition par exemple)
85
New cards
! de val
la chute
86
New cards
de val van de muur van Berlijn
la chute du mur de Berlijn
87
New cards
de vrije val
la chute libre
88
New cards
de vergiftiging
l'empoisonement
89
New cards
de verdrinking
la noyade
90
New cards
verdrinken (verdronk - verdronken)
se noyer
91
New cards
de beet (beten)
la morsure ou la piqûre (par des animaux)
92
New cards
de steek
la piqûre
93
New cards
een wespensteek (of -beet)
une piqûre de guêpe
94
New cards
bijten (beet - gebeten)
mordre
95
New cards
door een hond gebeten
mordu par un chien
96
New cards
steken (stak - gestoken)
piquer
97
New cards
door een wesp gestoken (of gebeten)
piqué par une guêpe
98
New cards
de plek (-ken)
l'endroit
99
New cards
een natte plek
un endroit humide
100
New cards
blauwe plekken
des bleus, des contusions