unité 19

uniforme, uniforme

gelijkmatig; effen; gelijkvormig, uniform

fidèle, fidèle

trouw

une grève

staking

un achat

aankoop

mentionner

vermelden

une exécution

uitvoering; executie

distinguer

onderscheiden

exploiter

ontginnen; uitbaten; uitbuiten

administratif, administrative

administratief

effectif, effective

effectief, eigenlijk, feitelijk

communautaire, communautaire

gemeenschaps-, communautair

individuel, individuelle

individueel

faciliter

vergemakkelijken, gemakkelijker maken; mogelijk maken

original, originale

origineel; oorspronkelijk

une surprise

verrassing

veiller

waken

une dette

schuld

un capitale

hoofdstad; hoofdletter

un maintien

behoud

chanter

zingen

une pension

uitkering; internaat; pension

une revue

tijdschrift

clore

afsluiten, dichten

la neige

sneeuw

une figure

figuur, zicht

une masse

massa, hoop

susceptible, susceptible

lichtgeraakt; in staat om, vatbaar

étroit, étroite

smal; nauw; bekrompen

un goût

smaak

une présentation

presentatie, voorstelling

régner

regeren; heersen

une catastrophe

ramp, catastrofe

ressortir

duidelijk uitkomen

une exploitation

uitbuiting; uitbating; ontginniging, bedrijf

une manifestation

betoging, demonstratie; evenement; uiting

dormir

slapen

un lit

bed

une bouche

mond; opening

une excuse

verontschuldiging, excuus; uitvlucht, smoesje

la veille

vorige dag, dag voordien, vooravond; (het) waken

content, contente

tevreden

rassurer

geruststellen

triste, triste

verdrietig, droevig

latin, latine

latijn

classique, classique

klassiek

une alliance

verbond, bondgenootschap, alliantie; huwelijk; trouwring

une préoccupation

bezorgdheid, bekommernis

une trace

spoor

un logement

woning, verblijf, logement

la langage

taal; taalgebruik

une plainte

(aan)klacht

chaud, chaude

warm

taire

verzwijgen

une émotion

emotie, ontroering

judiciaire, judiciaire

juridisch, gerechtelijk, rechterlijk

progresser

vooruitgaan, vorderen

le secours

hulp

confronter

confronteren, tegenover elkaar stellen; vergelijken

strict, stricte

strikt, streng

un club

club

un ouvrier

arbeidskracht, (hand)arbeider

la souffrance

leed, het lijden

une observation

waarneming; opmerking; aanmerking

rétablir

herstellen

un immeuble

(flat)gebouw

une passion

passie, hartstoch

une rupture

breuk

un office

kantoor, bureau, dienst

compliquer

ingewikkeld maken, compliceren, bemoeilijken

assumer

op zich nemen; bewust accepteren

partiel, partielle

gedeeltelijk

éprouver

ondervinden, voelen, ervaren; op de proef stellen

un rendez-vous

afspraak

un argument

argument, bewijs(grond)

une planète

planeet, hemellichaam

le maire

burgemeester

délicat, délicate

teer, fijngevoelig; netelig, benard, delicaat

un attentat

aanslag

boire

drinken

la richesse

rijkdom

une caisse

kassa, kist

un hasard

toeval

un héros

held

une oreille

oor

un incident

voorval, incident

un café

café, bar; koffie

une annonce

aankondiging; advertentie

régulièrement

regelmatig

un pont

brug

foutre

kunnen stikken, basten (informeel)

apercevoir

opmerken

refléter

weerspiegelen, reflecteren

bouger

bewegen

une foule

menigte, massa

chrétien, chrétienne

christelijk

isoler

afzonderen, isoleren

une norme

norm, regel

une égalité

gelijkheid

une tenue

kleding, outfit; houding, gedrag, manieren

animer

animeren, opwekken