1/403
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
bouger
bewegen
changer
veranderen
déménager
verhuizen
déranger
storen
échanger
uitwisselen
encourager
bemoedigen
interroger
ondervragen
juger
beoordelen
loger
logeren
mélanger
mengen
nager
zwemmen
negliger
verwaarlozen
plonger
duiken
protéger
beschermen
songer
denken
aboyer
blaffen
appuyer
duwen
balayer
vegen
effrayer
afschrikken
employer
gebruiken
ennuyer
vervelen
envoyer
sturen
essayer
proberen
essuyer
afvegen
payer
betalen
tutoyer
met je aanspreken
vouvoyer
met u aanspreken
annoncer
aankondigen
avancer
vooruit gaan
commencer
beginnen
divorcer
scheiden
effacer
uitwissen
exercer
oefenen
influencer
beinvloeden
menacer
bedreigen
percer
doorboren
pincer
knijpen
placer
plaatsen
prononcer
uitspreken
remplacer
vervangen
céder
afstaan
célébrer
vieren
compléter
vervolledigen
décéder
overlijden
exagérer
overdrijven
opérer
opereren
posséder
bezitten
précéder
vooraf gaan
préférer
verkiezen
protéger
beschermen
régler
regelen
régner
regeren
repérer
opmerken
répéter
herhalen
révéler
onthullen
sécher
drogen
succéder a
opvolgen
s’appeler
heten
se rappeler
zich herinneren
jeter
werpen
rejeter
verwerpen
projeter
plannen maken
renouveler
verniewen
épeler
spellen
feuilleter
bladeren
achever
afwerken
amener
meebrengen
congeler
bevriezen
élever
grootbrengen
emmener
wegbrengen
enlever
wegnemen
geler
vriezen
lever
opheffen
peler
pellen
peser
wegen
promener
wandelen
semer
zaaien
soulever
optillen
surgeler
invriezen
démentir
ontkennen
dormir
slapen
mentir
liegen
repentir
berouw hebben
senitr
voelen
servir
bedienen
sortir
uitgaan
appartenir
toebehoren
contenir
bevatten
convenir
passen
devenir
worden
entretenir
onderhouden
intervenir
tussenkomen
maintenir
behouden
obtenir
bekomen
parvenir
ertoe komen
prévenir
voorkomen/waarschuwen
provenir
afkomstig zijn van
retenir
onthouden
revenir
terugkomen
soutenir
ondersteunen