connect 3: unit4 + extra

the stand (Am.)/ the witness box (Br.)

getuigenbank

to take the stand

getuigen

a detour

omweg, omleiding

a wig

pruik

a robe

ambtsgewaad, toga

on behalf of

namens

to partition

verdelen

to underscore

onderstrepen, benadrukken

pivotal

centraal, spil-

prominent

opvallend, uitstekend

to look up to

opkijken naar

the proceedings

stappen, procedures

to take into account

rekening houden met

a shoplifter

winkeldief

an offender

een overtreder

to settle

regelen

tell- tale

veelbetekenend

the dock

beklaagdenbank

to be in the dock

terechtstaan

the bench

rechterstoel

trial by jury

juryrechtspraak

premeditation

voorbedachtheid

a bailiff

deurwaarder (Br.) of gerechtsdienaar (Am.)

a snippet

een stukje

a switchblade (Am.)/ a flick knife (Br.)

stiletto

a slum

achterbuurt

a slap

een klap

a punch

vuistslag

mugging

straatroof

to occur

voorkomen

itinerant

rondreizend, rondtrekkend

to live off the fat of the land

van het goede der aarde genieten

slender

slank, tenger

sloping (shoulders)

neerhangend

mentally retarded

geestelijk gehandicapt

to tend

verzorgen

to provoke

uitlokken, uitdagen

a coward

lafaard

a barn

schuur

accidentally

toevallig, per ongeluk

to smack

slaan

reluctant

onwillig, aarzelend

to stroke

aaien, strelen

to head back

terugkeren

in tatters

aan flarden, kapot

to make ends meet

rondkomen

to plummet (wages)

kelderen, scherp dalen

a gulp

slok

to snort

snuiven

to dabble

ploeteren

a scoop

schep, lepel

a gutter

goot

to jerk

schokken, trekken

to scowl

voorhoofd fronsen, stuurs kijken

despair

wanhoop, vertwijfeling

a reed

riet

to lumber

sjokken, zich log voortbewegen

a pantomime

gebarenspel

to contemplate

overwegen, nadenken over

to sock

meppen, slaan, dreunen

imperiously

heerszuchtig, dwingend

whimpering

jammerend, jankend

to wheel about

zich omkeren, omdraaien

to blubber

snotteren, janken

to quiver

trillen, beven

dejected

somber, bedroefd

to scoff

bespotten

apologetic(ally)

verontschuldigend

a brush

kreupelbos, met dicht struikgewas

to drone

opdreunen

dusk

schemering

a willow

wilg

a sycamore

esdoorn, plataan

a bindle

bundel kleren/ beddengoed

a ditch

sloot, greppel

morose(ly)

somber

a cat house

bordeel

a bait

lokaas

craftily

geslepen, doortrapt, geraffineerd

to pound

hard slaan, flinke klappen uitdelen

delighted

verheugd, verrukt

by heart

uit het hoofd

a patch

een lapje grond, een veldje

a treasurer

penningmeester

instant

onmiddelijk

a plight

benarde situatie

a backlash

tegenstroom, verzet, reactie

an accused, a defendant

een beschuldigde

the defence

de verdediging

a judge

rechter

a jury

een jury

a member of the jury/ juror

een jurylid

a lawyer/ a barrister/ an attorney (Am.E.)

een advocaat

a plaintiff

een aanklager, eiser

the prosecution

het openbare ministerie

a victim

een slachtoffer

a witness

een getuige

to release on bail

vrijlaten op borgtocht

to charge with a crime, to bring charges against, to bring up on charges of

aanklagen voor een misdaad

to try for a crime, to put on trial for

voor een rechter brengen