Mots et Contexte - chap 5

ontvolking van het platteland/stad

l’exode rural/urbain

geindustrialiseerd worden

s’industrialiser

plattelandsbewoners

les ruraux

landbouwer

agriculteur

grond, land

les terres

werk, baan

une embauche, un boulot

stedelijk

urbain

platteland

campagne

ontvolkt raken

se dépeupler

stadsbewoner

un citadin(-e)

economische dynamiek

dynamisme économique

arbeidersvoorstad

une banlieue ouvrière

zich omkeren

s’inverser

decentralisatie

décentralisation

plan voor ruimtelijke ordening

un plan d’aménagement

regionale groeikern

une métropole régionale d’équilibre

communicatiemiddel

moyen de communication

aantrekkelijk

attrayant

aan de rand van de stad

rurbain

iets verlaten

délaisser qq chose

grote stad, metropool

métropole

aan de rand (van de stad) gelegen

périphérique

plattelandsgemeente

commune rurale

nabijheid

proximité

nadeel

inconvénient

arbeidsomstandigheden

les conditions de travail

verbeteren

améliorer

wekelijkse arbeidsduur

durée hebdomadaire du travail

verkleinen

réduire

betaald verlof

congés payés

feestdag

jour férié

pensioengerechtigde leeftijd

l’âge de la retraite

(waardevast) minimumloon

le SMIC (salaire minimum interprofessionnel de croissance)

invoeren

instaurer

bestaansminimum

le minimum vital

fulltime

à temps complet

variabele werktijden

un horaire à la carte

noodoplossing

solution de dépannage

halftime

à mi-temps

parttime

à temps partiel

uitzendwerk

le travail par intérim/l’intérim

contract voor bepaalde tijd

contrat à durée déterminée (CDD)

een beroep doen op

avoir recours à

combineren

concilier

beroep(sbezigheden)

une activité professionnelle

sociaal-economisch

socioprofessionnel

boer

paysan

bewerken

labourer

boerderij

une ferme

zaaien

semer

oogsten

récolter

sterk ontwikkeld

poussé

handwerksman, ambachtsman

un artisan

handelaar

un commerçant

ambachtelijke onderneming

entreprise artisanale

detailhandelzaak

un petit commerce

beperkt

limité

metselaar

un maçon

schilder

peintre

timmerman

un menuisier

reparatie

réparation

monteur, technicus

un mécanicien

elektricien

électricien

bakker

un boulanger

banketbakker

un pâtissier

slager

un boucher

slager voor fijne vleeswaren

un charcutier

kapper

un coiffeur

herwaardering

la revalorisation

handarbeid

le travail manuel

voorliefde

le goût

zich als zelfstandige vestigen

s’installer à son compte

kennis van zaken, bekwaamheid

la compétence

aanpassingsvermogen

capacité d’adaption

(het) overleven

la survie

(grote) supermarkt

une grande surface

sterk punt

un point fort

klantenkring

la clientèle

klant

client

artikel

une marchandise

advies

conseil

lid van het midden/hoger kader

un cadre moyen/supérieur

vrije beroepen

les professions libérales

innemen

occuper

verantwoordelijkheid

responsabilité

hierarchisch

hiérarchique

beroepsbevolking

la population active

advocaat

avocat

hevig

vif

beroepen uit het middenkader

les professions intermédiaires

samenvoegen

regrouper

vertegenwoordiger

représentant

middenstand

la classe moyenne

opzichter, voorman

un agent de maîtrise

werknemer

un employé

ambtenaar

un fonctionnaire

uitoefenen

exercer

particuliere sector/overheidssector

le secteur privé/public

ambtsbekleder

un titulaire

van iets profiteren

bénéficier de qq chose