Frans 6VWO Chapitre 1 ALLEEN A EN B Grandes Lignes

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/104

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

French

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

105 Terms

1
New cards
Correspondre à
overeenkomen met
2
New cards
l'attente
de verwachting
3
New cards
dispenser
verstrekken, geven
4
New cards
l'épreuve
de toets
5
New cards
le concours
het toelatingsexamen
6
New cards
la formation
de opleiding
7
New cards
prolonger
vervolgen
8
New cards
la licence
de bachelor
9
New cards
gérer
omgaan met
10
New cards
le nid
het nest
11
New cards
déménager
verhuizen
12
New cards
se barrer (pop.)
vertrekken
13
New cards
se réjouir
zich verheugen
14
New cards
voler de ses propres ailes
op eigen benen staan
15
New cards
franchir le pas
de sprong wagen
16
New cards
avoir hâte de
haast hebben te
17
New cards
envahir
overweldigen
18
New cards
se dérouler
zich afspelen
19
New cards
en particulier
in het bijzonder
20
New cards
la responsabilité
de verantwoordelijkheid
21
New cards
l'occasion
de gelegenheid
22
New cards
par rapport à
in verhouding tot
23
New cards
aboutir à
uitkomen op
24
New cards
au sein de
binnen(in)
25
New cards
conforter
bevestigen
26
New cards
délibérer
beraadslagen
27
New cards
le souci
de zorg
28
New cards
se casser la tête
zich het hoofd breken
29
New cards
la façon
de wijze, de manier
30
New cards
à force de
door veel te
31
New cards
dépeindre
afschilderen
32
New cards
raviver
opwekken
33
New cards
adhérer
lid worden
34
New cards
l'association étudiante
de studentenvereniging
35
New cards
l'enseignement
het onderwijs
36
New cards
le parcours
de loopbaan
37
New cards
passer ses examens de fin d'études
je eindexamen maken
38
New cards
le poste
de functie
39
New cards
profiter de
genieten van
40
New cards
boire un coup
iets drinken
41
New cards
s'habituer à
wennen aan
42
New cards
l'indépendance
de onafhankelijkheid
43
New cards
suivre une formation
een opleiding volgen
44
New cards
le marché du travail
de arbeidsmarkt
45
New cards
réaliser un stage
een stage doen
46
New cards
le point fort
de sterke kant
47
New cards
le point faible
de zwakke kant
48
New cards
améliorer
verbeteren
49
New cards
le/la colocataire
de huisgenoot/-note
50
New cards
vivre en colocation
samen iets huren
51
New cards
la fac
de universiteit
52
New cards
Ces études m'attirent parce que ...
Die studie trekt me aan omdat ...
53
New cards
Les études durent 4 ans et préparent à la profession de ...
De studie duurt 4 jaar en bereidt voor op het beroep van ...
54
New cards
Ça te tente de quitter la maison?
Heb je zin om het huis uit te gaan?
55
New cards
Je vais adhérer à une association étudiante pour / parce que ...
Ik ga lid worden van een studentenvereniging om te / omdat ...
56
New cards
la comptabilité
de boekhouding
57
New cards
la clientèle
de klanten
58
New cards
la gestion
het management
59
New cards
puisque
aangezien
60
New cards
autant ... que
zowel ... als
61
New cards
notamment
voornamelijk
62
New cards
en alternance
deeltijd(opleiding)
63
New cards
le BTS (brevet de technicien supérieur)
de mbo-opleiding
64
New cards
bac+2
2-jarige opleiding na eindexamen
65
New cards
en toute sécurité
in veiligheid
66
New cards
faire appel à
een beroep doen op
67
New cards
diriger
leiden
68
New cards
envisager
op het oog hebben
69
New cards
proposer
voorstellen, aanbieden
70
New cards
retarder
vertragen
71
New cards
remplacer
vervangen
72
New cards
une quinzaine
een 15-tal
73
New cards
le sol
de grond, de vloer
74
New cards
fréquent
veel voorkomend
75
New cards
l'inconvénient
het nadeel
76
New cards
l'avantage
het voordeel
77
New cards
avoir affaire à
te maken hebben met
78
New cards
de moins en moins
steeds minder
79
New cards
pour l'instant
voor nu
80
New cards
en fonction de
wat betreft
81
New cards
le livreur
de bezorger
82
New cards
le sauveteur
de reddingswerker
83
New cards
le conseiller
de adviseur
84
New cards
la vente
de verkoop
85
New cards
le réchauffement
het opwarmen
86
New cards
la personne âgée
de bejaarde
87
New cards
le quotidien
het dagelijkse leven
88
New cards
donner des cours de soutien
bijles geven
89
New cards
faire de la mise en rayon
vakkenvullen
90
New cards
faire du baby-sitting
babysitten
91
New cards
faire de la comptabilité
boekhouden
92
New cards
la société
de maatschappij
93
New cards
l'entreprise
de onderneming
94
New cards
le développement
de ontwikkeling
95
New cards
environ
ongeveer
96
New cards
exercer un métier
een beroep uitoefenen
97
New cards
le livreur
de bezorger
98
New cards
Je possède toutes les qualités demandées.
Ik bezit alle gevraagde kwaliteiten.
99
New cards
Ce travail me permet de concilier travail et études.
Dit werk stelt me in staat school en studie te combineren.
100
New cards
Le travail consiste à ...
Het werk bestaat uit ...