toets frans

une adaptation

een aanpassing

l'alimentation

de voeding

une ambiance

een sfeer

une annulation

een annulering

un apprentissage

het aanleren

une assurance

zelfverzekerdheid, een verzekering

le bac(calauréat)

het eindexamen in het middelbaar onderwijs (Frankrijk)

un bénévole

een vrijwilliger

un bisou

een kusje

une boîte de nuit

een nachtclub, een discotheek

un brevet

een brevet

un casse-croûte

een lunchpakket, een boterham

un certificat

een attest

un collège

een middelbare school voor jongeren van 11 tot 15 jaar (Frankrijk)

un collégien, une collégienne

een leerling van een collège

une compétence

een vaardigheid

la confiance en soi

het zelfvertrouwen

la connaissance de soi

de zelfkennis

une coutume

een gewoonte

une couverture

een dekking (van de kosten)

un décalage horaire

een uurverschil

un décès

een overlijden

un défi

een uitdaging

le dépaysement

de verandering van omgeving, de onwennigheid

les dommages

de schade

un échange

een uitwisseling

une école maternelle

een kleuterschool

une école primaire

een lagere school

un écolier, une écolière

een scholier

un enrichissement

een verrijking

un entourage

een omgeving, een entourage

un étudiant, une étudiante

een student

une expérience

een ervaring

les frais

de kosten

une franchise

een franchise, een niet-vergoed bedrag

la fraternité

het broederschap

le futur

de toekomst

un goûter

een vieruurtje

un horaire

een uurrooster, een uurregeling

une immersion

een immersie, een onderdompeling

un imprévu

een onvoorziene omstandigheid

une intégration

een integratie

un lycée

een middelbare school voor jongeren van 16 tot 18 jaar (Frankrijk)

un lycéen, une lycéenne

een leerling van een lycée

le manque

het gebrek, het gemis

la maturité

de maturiteit, de volwassenheid

une opportunité

een kans

une ouverture d'esprit

een openheid, een ruimdenkendheid

un mode de vie

een levenswijze

un obstacle

een hindernis

les parents d'accueil

de opvangouders

un paysage

een landschap

un produit du terroir

een streekproduct

le quotidien

het alledaagse leven

un rapatriement

een repatriëring

un remboursement

een terugbetaling

une résidence

een woonplaats, een verblijfplaats

la responsabilité civile

de burgerlijke aansprakelijkheid

une rhéto(rique)

het laatste jaar van de middelbare studies

un savoir-faire

een bekwaamheid

un séjour

een verblijf

le sens de l'humour

de zin voor humor

la terminale

het laatste jaar van een lycée

la tolérance

de verdraagzaamheid

un végétarien

een vegetariër

la viennoiserie

de koffiekoeken

accueillant(-e)

gastvrij, vriendelijk

alléchant(e)

verleidelijk, aantrekkelijk

anticipé(-e)

vroegtijdig

autonome

zelfstandig

aventureux(-euse)

avontuurlijk

bilingue

tweetalig

chaleureux(-euse)

warm, hartelijk

corporel(-le)

lichamelijk, lichaams-

enchanté(-e) (de)

zeer blij, opgetogen (over)

épicé(-e)

gekruid

extraverti(-e)

extravert

inclus(-e)

inbegrepen

juridique

rechterlijk

festif(-ive)

feestelijk

général(-e)

algemeen

indispensable

onmisbaar, (absoluut) noodzakelijk

linguistique

taal-, linguistisch

marrant(-e)

lollig, grappig

métropolitain(-e)

van het moederland

motivé(-e)

gemotiveerd

préparatoire

voorbereidend

professionnel(-le)

professioneel, beroeps-

salé(-e)

gezouten

sucré(-e)

zoet

superficiel(-le)

oppervlakkig

surprenant(-e)

verrassend

valable

geldig

végétarien(-e)

vegetarisch

améliorer

verbeteren

couvrir

dekken (van kosten)

décrocher

in de wacht slepen, behalen

disposer (de)

beschikken over

effectuer

uitvoeren, doen

emmener

meenemen (van een persoon)