stoffen opgelost in dat water (bv. vetten, zouten, eiwitten, aminozuren, RNA, suikers, ionen,…)
alle celorganellen
13
New cards
Cytosol
De inhoud van de cel zonder de celorganellen
(dus water + stoffen opgelost in dat water)
14
New cards
Celmembraan (herkennen)
De buitenkant van een dierlijke cel
en de laag voor de celwand bij een bacterie, schimmel en plant cel
15
New cards
Functies van het celmembraan (4)
### Selectieve stofuitwisseling met de omgeving:
Bepaalde stoffen tegenhouden en andere doorlaten.
• CO2, N2, vetoplossende middelen en alcohol → heel snel .
• Water → snel .
• Glucose, aminozuren en vetzuren → traag .
• Sterke elektrolyten, zuren, basen en disachariden → zeer traag
\ **Afsluiting:** Het celmembraan zorgt dus voor een scheiding tussen het intracellulair milieu (in de cel) en het extracellulair milieu (buiten de cel).
\ **Communicatie**: Het celmembraan ontvangt signalen van buiten de cel en geeft die door aan het binnenste van de cel (en omgekeerd).
\ **Interactie met andere cellen:** Via het celmembraan kunnen cellen met elkaar interageren.
16
New cards
fosfolipiden
Verbindingen van vet en fosfor
17
New cards
Fosfolipiden benoemen
Bovenkant: hydrofiele kop
Onderkant : Hydrofobe staart
18
New cards
glycolipiden
zeshoekjes aan de buitenkant van het celmembraan die van binnen de fosfolipide laag komen
19
New cards
Cholesterol Functie + herkennen
maakt het membraan stijver en minder doorlatend, zodat het stabieler is.
Bolletjes aan elkaar verbonden aan de binnenkant van de dubbele fosfolipiden laag
20
New cards
transmembraaneiwitten
membraaneiwitten die dwars door het membraan heen gaan (1ste op de foto)
Transporteiwitten
\
21
New cards
Functies van eiwitten binnen het membraan
Transport.
Boodschappen ontvangen
22
New cards
De celkern of nucleus benoemen + taken
\
Bevat al het erfelijk materiaal (chromatine)
RNA aanmaken
\
23
New cards
Glycoproteïne
Koolhydraatketen verbonden aan een eiwit
24
New cards
Passief transport (celmembraan)
transport dat geen energie vereist.
Diffusie of Osmose
25
New cards
Actief transport (Celmembraan)
transport dat wel energie vereist
26
New cards
Welke 2 vormen van Passief transport zijn er?
Diffusie en Osmose
27
New cards
Diffusie
Deeltjes die in een vloeistof bewegen om de concentratie overal gelijk te maken.
\
28
New cards
Benoemen
Glad endoplasmatisch reticulum (zonder de bolletjes
en
Ruw endoplasmatisch reticulum (met de bolletjes)
29
New cards
Benoemen
Golgi apparaat
30
New cards
Wat wordt er bedoeld met een weefsel
een groep cellen die dezelfde taakuitvoeren
31
New cards
Taken van eiwitten binnen het celmembraan
Transport, Cellen markeren (bv: bladgroenkorrels) en Dienen als receptor
32
New cards
Taak van cholesterol in het celmembraan
Cholesterol zorgt voor de juiste vloeibaarheid in het celmembraan
33
New cards
De belangrijkste functies van het celmembraan samengevat
Stevigheid van de cel
selectief doorlaten van stoffen
een grens vormen tussen cellen
34
New cards
Belangrijkste functies van de plantaardige celwand celwand
Zorgen dat de cel niet barst, en mechanische stevigheid
35
New cards
Kleine gaatjes in de celwand wat+ functie
plasmodesmatum
Vloeistofcommunicatie tussen 2 cellen mogelijk te maken
36
New cards
Functies van de bacteriële celwand
Beschermen, vorm behouden en uitdroging te voorkomen
37
New cards
Herkennen
Cytoskelet
Rood = microfilamenten
Groen = microtubili
Blauw = intermediaire filamenten
38
New cards
Kunnen benoemen
39
New cards
Wat is het cytoskelet
Cytoskelet is een netwerk van eiwitten dat zich in het cytoplasma bevindt en ook verbonden is aan het celmembraan.
\
40
New cards
Functies van het cytoskelet
De cel vorm geven en verstevigen (Bv: Rode bloedcellen)
Beweging mogelijk maken
Cellen van vorm laten veranderen
Organellen op hun plaats houden
\
41
New cards
Opbouw van het cytoskelet
## Het bestaat uit 3 soorten filamenten (proteïne draden).
### **Microfilamenten:**
**Wat →** Kleine strengen met een diameter van 7 nm.
**Ligging →** In de buurt van het celmembraan
**Functie →** De cel vorm en bewegelijkheid geven, de spanning van de cel dragen.
### Microtubili
**Wat →** Buisvormige eiwitstructuren die in alle eukaryoten cellen voorkomen
**Functie →** Celdeling, Celmigratie en intra cellulaire transport.
### Intermediaire filamenten
**Wat →** eiwitten die specifiek zijn voor elke cel
**Ligging →** Vooral geconcentreerd rond de celkern.
**Functie →** De functie is celspecifiek
42
New cards
Functies van het golgi apparaat
eiwitten afwerken en transporteren
Onderhoud van het celmembraan
Productie van enzymen
\
43
New cards
Opbouw van het golgi apparaat
Vergelijkbaar met een Wi-Fi symbool.
Bestaat uit platte zakken gevormd door eenheidsmembranen.
De ingang (Cis-Kant) is gericht naar de Celkern
De uitgang (Trans-Kant) is gericht naar het celmembraan
\
44
New cards
Werking van het Golgi-apparaat
1. Ribosomen maken transportblaasjes met eiwitten aan 2. De eiwitten worden vervoerd naar de cis kant van het Golgi apparaat. 3. Het Golgi-apparaat bewerkt de eiwitten 4. De afgewerkte eiwitten schuiven door naar de trans-kant en worden daar ingepakt tot blaasjes. 5. Wanneer deze blaasjes een bepaalde grote bereikt hebben worden ze als **secretieblaasjes** losgekoppeld.
1. Dan zijn er 3 mogelijkheden
a. Ze worden getransporteerd binnen de cel
b. Ze gaan zelf aan het werk
c. Ze worden naar het celmembraan getransporteerd.
\
45
New cards
Ribosomen (opbouw, ligging en functie)
### Opbouw
Ze bestaan uit eiwitten en RNA-ketens
### Ligging
op het **ruw** @@**endoplasmatisch**@@ reticulum, op het @@**kernmembraan**@@ en aan de binnenkant van het @@**celmembraan.**@@
### Functie
Belangrijke rol bij eiwitsynthese (zorgen voor de maak van eiwitten)
46
New cards
Functies van het R.E.R
Bijdrage aan eiwitsynthese
47
New cards
Functies van het G.E.R
Opslaan van calciumionen.
Synthese van lipiden en fosfolipiden.
Detoxificatie
48
New cards
Lysosomen
Blaasjes verantwoordelijk voor de afbraak van afvalproducten en grote molecule
Deze komen enkel voor in Dierlijke cellen
er zijn secundaire (Onderste 2) en primaire lysosomen (bovenste 2)
\
49
New cards
Benoemen
\
Lysosomen
de bovenste 2 zijn primair omdat ze homogeen gevuld zijn
de onderste 2 zijn secundair omdat ze niet homogeen gevuld zijn
50
New cards
Lysosomen werking
1. De lysosomen worden geproduceerd door het golgi apparaat 2. De lysosoom verlaat het Golgi-apparaat (primaire lysosoom) 3. De lysosoom versmelt met een organel van de cel (hier wordt het een secundaire lysosoom) 4. De stoffen die niet schadelijk zijn voor de cel worden losgelaten in de cel 5. De stoffen die wel schadelijk zijn blijven in de secundaire lysosoom zitten
51
New cards
Benoemen
Vacuole
52
New cards
Opbouw vacuole
Vacuole zelf (middelste deel)
Tonoplast of vacuolemembraan (de rand rond de vacuole)
53
New cards
Hoe kun je aan de hand van de vacuole zien of een cel jong of oud is
Bij jonge cellen zijn er veel kleine vacuole
Bij oudere is er 1 grote
54
New cards
Vacuole komen voor in welke cellen
Enkel bij planten
55
New cards
Herkennen
Mitochondriën
56
New cards
Mitochondriën (functie, opbouw, bijzonder waarom)
### Functie
De energie (ATP) die de cel nodig heeft produceren
### Opbouw
Omgeven door 2 dubbele fosfolipide lagen
Buitenste laag = buitenmembraan
Binnenste dubbele laag = binnenmembraan
Ruimte tussen de membranen = intermembrane ruimte
De ruimte a/d binnenkant v/h binnenmembraan = de matrix
volgroeide geslachtsorganen • verlaging van de stem (baard in de keel) • schaamhaar • beharing borst, gezicht en ledematen • sterke toename van de spierkracht
67
New cards
Secundaire geslachtskenmerken bij vrouwen
volgroeide geslachtsorganen • borsten • schaamhaar • verbreding van de heupen • toename van onderhuids vet op specifieke plaatsen (bv. heupen)
68
New cards
tertiaire geslachtskenmerken bij vrouwen
vroege taalvaardigheid • handig met kleine voorwerpen • sneller overeenkomsten zien • gevoeliger voor emotie
69
New cards
tertiaire geslachtskenmerken bij mannen
problemen bij taalverwerving • beter ruimtelijk inzicht • beter gevoel voor oriëntatie • hyperactief