Engels eerste tien woordjes

0.0(0)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/209

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

210 Terms

1
New cards

to abandon (abandonment)

in de steek laten

2
New cards

able (ability)

in staat bekwaam

3
New cards

to abolish (abolition)

afschaffen

4
New cards

to abound (abundance)

in overvloed voorkomen

5
New cards

to abuse

misbruik maken van

6
New cards

abuse

misbruik; mishandeling

7
New cards

abusive

beledigend, grof

8
New cards

to accelerate

versnellen

9
New cards

acces

toegang

10
New cards

accessible (accessibility)

toegankelijk

11
New cards

to back

(onder)steunen

12
New cards

to ban

verbieden

13
New cards

bar

bar, tralie, slagboom, staaf

14
New cards

barely

nauwelijks

15
New cards

to bargain

onderhandelen

16
New cards

bargain

koopje

17
New cards

to behave (behaviour)

zich gedragen

18
New cards

to belong to

behoren bij

19
New cards

beneficial

heilzaam

20
New cards

to benefit from (benefit)

profiteren van, zijn voordeel doen bij

21
New cards

to carry on

doorgaan met

22
New cards

casual

terloops, vrijetijds-

23
New cards

casualties

doden en gewonden

24
New cards

to catch up (on)

inhalen

25
New cards

to cause (cause)

veroorzaken

26
New cards

cause

oorzaak, zaak

27
New cards

cautious

voorzichtig

28
New cards

to celebrate (celebration)

vieren

29
New cards

censorship

censuur

30
New cards

chain

ketting, keten

31
New cards

to damage (damage)

beschadigen, schaden

32
New cards

damages

schadevergoeding

33
New cards

to deal with

behandelen, gaan over

34
New cards

debt

schuld

35
New cards

decade

10 jaar

36
New cards

to decay

in verval raken, bederven

37
New cards

to deceive (deception, deceit)

bedriegen

38
New cards

decent

beschaafd, behoorlijk

39
New cards

to declare (declaration)

(openlijk) verklaren

40
New cards

to decline

in verval raken, achteruitgaan, afnemen, (beleefd) weigeren

41
New cards

eager (eagerness)

enthousiast

42
New cards

edge

rand

43
New cards

to edit (edition)

de uitgave verzorgen van , bewerken

44
New cards

editor

redacteur

45
New cards

effort

inspaning, poging

46
New cards

elaborate

ingewikkeld, uitvoering

47
New cards

to elaborate (up) on

uitvoerig ingaan op

48
New cards

elderly

bejaard

49
New cards

to elect (election)

(ver)kiezen

50
New cards

eligible

verkiesbaar, in aanmerking komend

51
New cards

to face

onder ogen zien, het hoofd bieden, geconfronteerd worden met

52
New cards

facility

faciliteit, gemak

53
New cards

factual

feitelijk

54
New cards

to fade

(langzaam) verdwijnen, verbleken

55
New cards

to fail to

er niet in slagen te, nalaten te, niet…

56
New cards

fairly

tamelijk

57
New cards

to fake

namaken, doen alsof

58
New cards

familiar

bekend, vertrouwd

59
New cards

famine

hongersnood

60
New cards

to gain

verkrijgen, verwerven, winnen

61
New cards

gain

winst, stijging

62
New cards

gap

kloof, gat

63
New cards

to gather (gathering)

verzamelen

64
New cards

gear

uitrusting, versnelling

65
New cards

gender

geslacht, sekse

66
New cards

general practitioner (GP)

huisarts

67
New cards

generous (generosity)

edelmoedig, royaal

68
New cards

genuine

echt, oprecht

69
New cards

gesture

gebaar

70
New cards

to handle

omgaan met

71
New cards

hapless

betreurenswaardig

72
New cards

hardship

tegenspoed, ontbering

73
New cards

to harm

schaden

74
New cards

harmful

schadelijk

75
New cards

harmless

onschuldig, onschadelijk

76
New cards

harvest

oogsten

77
New cards

to haunt

voortdurend achtervolgen, kwellen, regelmatig bezoeken

78
New cards

hazard

gevaar, risico

79
New cards

headline

krantenkop

80
New cards

ignorance

onwetendheid

81
New cards

to ignore

negeren, geen notitie nemen van

82
New cards

illiterate (illiteracy)

analfabeet

83
New cards

imminent

dreigend

84
New cards

impact

invloed, inwerking, inslag

85
New cards

to impede (impediment)

belemmeren

86
New cards

to imply (implication)

suggereren, met zich meebrengen

87
New cards

to impose

opleggen

88
New cards

to impress (impression)

indruk maken

89
New cards

impressive

indrukwekkend

90
New cards

to join

samenvoegen, zich voegen bij

91
New cards

joint

1) gezamenlijk 2) gewricht, verbindingsstuk

92
New cards

to judge (judgement)

(be)oordelen

93
New cards

to justify (justification)

rechtvaardigen

94
New cards

juvenile

jeugd-

95
New cards

keen

enthousiast, scherp (van gehoor, wind)

96
New cards

to keep up with

bijhouden

97
New cards

labour (labourer)

arbeid

98
New cards

to lack

gebrek hebben aan, missen

99
New cards

largely

grotendeels

100
New cards

lasting

duurzaam, langdurig