Duits film woorden

0.0(0)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/241

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

German

4th

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

242 Terms

1
New cards
Gründen
Oprichten, grondvesten, constitueren
2
New cards
de Stundenplan
het rooster
3
New cards
Fussball ist zu diesem Zeitpunkt noch völlig unbekannt
Voetbal is opdat moment nog volslagen onbekend
4
New cards
der Aufschwung
de opzwaai
5
New cards
Die Turmuhr schlägt sechs
de torenklok slaat zes uur
6
New cards
Dort habe ich die Nacht verbracht
daar heb ik de nacht doorgebracht
7
New cards
Ich hoffe, SIe hatten einen angenehme Reise.
ik hoop dat u een goede reis hebt gehad
8
New cards
Die Nordsee zeigte sich ein wenig rau
De Noordzee was nogal ruig
9
New cards
rückständig
achtergebleven
10
New cards
Ich habe keine Ahnung
ik heb geen idee
11
New cards
In ein paar Tagen
over een paar dagen
12
New cards
Was nutzen uns alle Telegrafmasten der Welt wenn uns keiner versteht
Wat baten ons alle telegraafpalen van de hele wereld, als niemand ons begrijptd
13
New cards
ie ZUversicht
het vertrouwen
14
New cards
der Aufschub
het uitstel
15
New cards
Ihr Unterricht begann vor 17 Minuten
Uw les begon 17 minuten geleden
16
New cards
Pünktlichkeit
stiptheide
17
New cards
einwandfrei
perfect
18
New cards
Was könnte das bedeuten?
Wat zou dat kunnen betekenen
19
New cards
Kriegsverletzung
verwonding, opgelopen in de oorlog
20
New cards
Was meinen Sie mit barabrisch
Wat bedoelt u met barbaars?
21
New cards
Wer bitte erzählt Ihnen solch einen Unfug
Wie vertelt u zelke onzin
22
New cards
vergehen
vergaan
23
New cards
Diese Angelegenheit duldet keinen Aufschub
deze zaak kan geen uitstel lijdenau
24
New cards
auf der Stelle
terstond, direct
25
New cards
Er hat eine Säge mit gebracht
Hij heeft een zaag meegebracht
26
New cards
ausleeren
leegmaken
27
New cards
Das werden wir gleich sehen
Dat zulle we zometeen zien
28
New cards
sich beeilen
opschieten
29
New cards
der Verweis
de berisping
30
New cards
beantragen
aanvragend
31
New cards
die Geschichte
geschiedenis, verhaal
32
New cards
Sie wissen wo dieses Werkzeug hingehört
U weet waar dit gereedschap thuishoort
33
New cards
Ich lege grossen Wert auf
Ik hecht grote waarde aan
34
New cards
die Unterkunft
de huisvesting
35
New cards
Es gefällt mir
Het bevalt mij
36
New cards
Abendgarderobe
avondkleding
37
New cards
jemanden in die Knie zwingen
jemanden unterwerfen/jemanden besiegen
38
New cards
Er wird bald das Gymnasium verlassen
Hij zal spoedig het gymnasium verlaten
39
New cards
der Sieg
de overwinning
40
New cards
sich etwas merken
iets onthouden
41
New cards
Wie macht er sich
Hoe doet hij het
42
New cards
der Unfug
de onzin
43
New cards
Das ist ja grossartig
dat is geweldig
44
New cards
Hast du dich wieder mit diesem Hartung angelegt
Heb je weer ruzie gezocht met die Hartung?
45
New cards
Bist du noch ganz bei Trost
Ben je wel goed snik?
46
New cards
klatschen
applaudiseren
47
New cards
kämpfen
strijden
48
New cards
der Wehrdienst
de militaire dienst
49
New cards
Sie haben deren Zukunft in der hand.
U heeft hun towkomst in de hand
50
New cards
erziehen
opvoeden
51
New cards
ahnen
vermoeden
52
New cards
die Stelle
de baanI
53
New cards
ch bin verheiratet
ik ben getrouwd
54
New cards
einem Verein beitreten
lid worden van een vereniging
55
New cards
das Frauenwahlrecht
het stemrecht en kiesrecht voor vrouwen
56
New cards
Wer möchte es versuchen?
Wie wil het proberen?
57
New cards
Langweilen
vervelen
58
New cards
sich treffen
elkaar ontmoeten
59
New cards
Dampf ablssen
seine Wut, seinen Ärger abreagieren
60
New cards
sich etwas zuschulden kommen lassen
zich aan iets schuldig maken
61
New cards
Es wäre schade
dat zou jammer zijn
62
New cards
scheitern
mislukken
63
New cards
Vokabeln lernen
woordjes leren
64
New cards
Sind sie verletzt?
Bent u geblesseerd?
65
New cards
Der Freistoss
de vrije trap
66
New cards
direkter Freistoss
Freistoss, der unmittelbar ins Tor gehen darf
67
New cards
Halt's Maul!
Houd je bek!
68
New cards
sich täuschen
zich vergissen
69
New cards
überspringen
overslaan
70
New cards
treten
schoppen
71
New cards
Zurück an deinen Arbeitsplatz
Terug naar je werkplek
72
New cards
herstellen
produceren, vervaardigens
73
New cards
sich trauen
durven, het lef hebben
74
New cards
die ARt
de manier
75
New cards
die Wäsche
het wasgoed
76
New cards
versprechen
beloven
77
New cards
unterstützen
ondersteunen
78
New cards
ich bin gespannt
Ik ben benieuwd
79
New cards
Enschuldigen SIe
Exuceert u mij
80
New cards
erlauben
toestaan
81
New cards
während des Unterrichts
tijdens de les
82
New cards
Das stimmt nicht
dat klopt niet
83
New cards
übersetzen
vertalen
84
New cards
ein Entlassungsgrund
een reden voor ontslag
85
New cards
eine Wahl treffen
een keuze maken
86
New cards
Was ist los?
wat is er aan de hand
87
New cards
Er ist verwarnt
Hij is vermaand
88
New cards
aufhören
stoppen
89
New cards
Es gibt Hinweise
Er zijn aanwijzingen
90
New cards
entfalten
ontplooien, ontwikkelen
91
New cards
enttäuschen
teleurstellen
92
New cards
Sie haben es verboten
zij hebben het verboden
93
New cards
Tut mit leid
het spijt me
94
New cards
entfernen
verwijderen
95
New cards
der Hauswirt
de huisbaas
96
New cards
treten
schoppen
97
New cards
Es tut mir ausserondentlich leid
het spijt me heel erg
98
New cards
Ich Sohn zeigt ein ausseordentliches Talent
Uw zoon geeft blijk van een buitengewoon talent
99
New cards
Halt
stop
100
New cards
Dürfte ich kurz um ihre aufmerksamkeit bitten
zou ik kort uw aandacht mogen vragen?