unit 27-39: facts and figures
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/348
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
349 Terms
the sales
de verkoop
he works in sales
hij werkt in de verkoop
sales director
verkoop/commercieel directeur
in charge of the sales department
verantwoordelijk voor de verkoopafdeling
the sales team
het verkoopteam
a sales meeting
een verkoop vergadering
the sales figures
de verkoopcijfers
sales revenue, turnover
inkomsten, opbrengsten van verkopen
the sales volume, unit sales
de omzetgrootte
EN: the amount of sales, either in terms of money or the number of things sold
our target
ons doel
sales growth
verkoopgroei/ omzetstijging
sales forecast
verkoopvoorspelling
costs
de kosten
EN: the amount of money that a business spends
direct costs
Directe kosten
EN: ...are directly related to providing the product, bv: salaries
to provide
voorzien van
fixed costs
vaste kosten
EN: ...doesn't change when production goes up or down, bv: rent, heating, ...
variable costs
variabele kosten
EN: ...change when production goes up or down, bv: materials
COGS
kosten van verkochte goederen (=costs of goods sold)
EN: ...change when production goes up or down, bv: materials
particular goods
bepaalde goederen
overheads, overhead costs, indirect costs
indirecte kosten
expenses, operating expenses
uitgaven, bedrijfskosten
costing
kostprijsberekening
EN: the activity of calculating costs
costings
kostprijsberekening(en)
EN: amounts calculated for particular things
amounts
hoeveelheden
the selling price
de verkoopprijs
the direct production costs
de directe productiekosten
for example: costs of raw materials, labour, ...
the gross margin
de bruto winstmarge
(= verkoopprijs - directe productiekosten)
the total costs
de totale kosten
net margin, profit margin, mark-up
de netto winstmarge
(= selling price - total costs)
What is the mark-up (€50 selling price - €36 production costs/costs to make - €4 other costs = €10) in a percentage of total costs (€40)?
25 per cent (€10/€40 = 0,25)
profitable, unprofitable
winstgevend, niet-winstgevend
sales price per unit
verkoopprijs per stuk
we make a profit: the product is profitable or profit-making
€10 costs, €12 sales price per unit => conclusion?
we break-even: we reach break-even point
€15 costs, €15 sales price per unit => conclusion?
we make a loss. The product is loss-making. But we keep using this product as a loss-leader to attract people to the store, knowing they will then also buy profitable products
€8 costs, €7 sales price per unit => conclusion?
This product is a money spinner, cash cow
€12 costs, €22 sales price per unit => conclusion?
profit-making
winstgevend
break-even
quitte spelen, uit de kosten zijn
break-even point
kostendekkend punt
loss-making
verliesgevend
money spinners, cash cows
products that have very good profitability
the expenditure
de uitgave
to go over budget, to overspent by €200
het budget overschrijden, overschrijden met €200
to be under budget, to underspent by €50
minder besteden dan gepland (minder dan je kan uitgeven), €50 minder uitgeven
economies of scale
kostenbesparingen door schaalvergroting, schaalvoordelen
diseconomies of scale
kostenverhogingen door schaalvergroting, schaalnadelen
EN: an even bigger increase in production costs
the experience curve, the learning curve
de leercurve
EN: as the company produces more, it learns how to do things more and more quickly and efficiently
to order, to place an order
bestellen, een bestelling plaatsen
to dispatch, to ship
verzenden
an invoice
een factuur
invoicing, billing
facturatie, facturering
EN: the activity of producing invoices and sending them to customers
to chase an invoice
aandringen op betaling (omdat het niet op tijd betaald werd)
to settle an invoice
een factuur betalen
trade credit
handelskrediet
EN: a period of time before you have to pay
a discount
een korting
to pay upfront
op voorhand betalen (voor levering goederen)
a credit policy
een kredietbeleid
payment terms
betalingsvoorwaarden
the cashflow
de geldstroom
EN: the timing of payments coming into and going out of the business
accounts
(klanten)rekeningen
the key accounts
belangrijkste (klanten)rekeningen
debtors
schuldenaren, debiteuren
creditors
schuldeisers, crediteuren
bad debts
bedrijven die schulden hebben, maar ze waarschijnlijk nooit zullen betalen
to write them off
beslissen om niet-betalende bedrijven niet meer te achtervolgen, moeite voor te doen
accounts receivable
te innen rekeningen (van schuld
accounts payable
te betalen rekeningen (van schuldeisers)
assets, possessions
(bedrijfs)middelen, bezittingen, aanwinsten
current assets
fixed assets
intagible assets
sorts of assets:
current assets
(bv: money in the bank, money that customers owe, ...
vlottende activa
fixed assets
bv: equipment, machinery, buildings, land, ...
vaste activa
equipment
uitrusting
intagible assets
bv: goodwill, brands, ...
immateriële activa
goodwill
"de waarde die een bedrijf heeft door zijn reputatie met bestaande klanten"
a going concern
(= a company with a functioning operation)
een goed renderend bedrijf
the depreciation, amortization
de afschrijving, waardevermindering
to depreciate, to amortize
afschrijven
over a very short period
afschrijven over een zeer korte periode
the charge
de kosten (bij afschrijvingen)
to write down
een afschrijving ieder jaar doen verminderen in waarde
to write off
het af te schrijven bedrag volledig op €0 plaatsen
a write-off
een afgeschreven afschrijving (waarde €0)
the book value
EN: the value of an asset at a particular time as shown in a company's accounts
de boekwaarde
liabilities
passiva, schulden
current liabilities
schulden op korte termijn
long-term liabilities
schulden op lange termijn
a balance sheet
EN: it gives a picture of the companies assets and liabilities at a particular time
een (jaar)balans
a financial year
een boekjaar
an accountant, a book-keeper
een boekhouder
a accountancy firm
een boekhoudkantoor
accountants look at the accounts
boekhouders kijken naar de rekeningen
financial records, accounts
financiële gegevens, rekeningen
sometimes accountants act like auditors
soms handelen boekhouders alsof ze specialisten zijn
a true and fair view
waar en eerlijk beeld, een getrouw beeld
creative accounting, window dressing
Misleidende gunstige voorstelling (bedrijven tonen een gunstigere situatie, maar ze zijn het niet => foute praktijken)
audits
verificaties
to report
aangifte doen
results
resultaten
an annual report (contains an income statement, balance sheet, ...)
een jaarverslag (bevat een resultatenrekening, balans, ...)
an income statement, a profit and loss account
een resultatenrekening