Kaarten: Pegasus Novus 1 caput 1 | Quizlet (copy)

amicus/amici,m

de vriend

deus/dei,m

god

dominus/domini,m

de meester

equus/equi,m

paard

filius/filii,m

de zoon

servus/servi,m

slaaf

aqua/aquae,v

water

familia/familiae,v

gezin, personeel

via/viae,v

weg

monumentum/monumenti,o

monument, aandenken

templum/templi,o

tempel

vinum/vini,o

wijn

pater/patris,m

vader

senex/senis,m

oude man

virgo/virginis,v

maagd, meisje

vox/vocis,v

stem, woord

flumen/fluminis,o

rivier

sidus/sideris,o

ster, sterrenbeeld

femina/feminae,v

de vrouw

canis/canis,m

hond

iuvenis/iuvenis,m

jongeman

mercator/mercatoris,m

de handelaar

miles/militis,m

soldaat

senator/senatoris,m

senator

nox/noctis,v

nacht

caput/capitis, o

hoofd, hoofdstuk

est

(hij, zij, het) is

sunt

(zij) zijn

ibi

daar

saepe

dikwijls

aut

of

et

en, ook

-que

en

sed

maar

avus/avi,m

grootvader

rosa/rosae, v

roos

donum/doni, o

geschenk

dux/ducis,m

leider

mater/matris, v

moeder

corpus/corporis, o

lichaam

iam

al,dadelijk

interdum

soms

quoque

ook

enim

want

curia/curia,v

curia

fabula/fabulae, v

verhaal, toneelstuk

luna/lunae,v

maan

forum/fori,o

forum

iudex/iudicis, m

rechter

onus/oneris, o

last

tempus/temporis, o

tijd

non

niet

semper

altijd

statua/statuae,v

standbeeld

eques/equitis,m

ruiter

laborare/laboro

werken, lijden

apparere/appareo

verschijnen, blijken

dormire/dormio

slapen

domi

thuis

etiam

ook, zelfs

nondum

nog niet

non iam

niet meer

nunc

nu

theatrum/theatri, o

het theater

mulier/mulieris, v

vrouw

uxor/uxoris,v

echtgenote

cogitare/cogito

nadenken

dare/do

geven

narrare/narro

vertellen

properare/propero

zich haasten

rogare/rogo

vragen

spectare/specto

(be)kijken, op het oog hebben

stare/sto

staan, blijven staan

gaudere/gaudeo

blij zijn

habere/habeo

hebben,beschouwen als

respondere/respondeo

antwoorden

sedere/sedeo

zitten

videre/video

zien

aperire/aperio

openen, onthullen

venire/venio

komen

esse

zijn,bestaan

cur?

waarom

domum

naar huis

ideo

daarom

interea

intussen

pecunia/pecuniae,v

geld

aedificium/aedificii,o

gebouw

spectaculum/spectaculi, o

schouwspel

finis/finis,m

grens,einde,doel

iter/itineris, o

reis,weg

clamare/clamo

roepen

invenire/invenio

vinden, ontdekken

altus/~a, ~um

hoog, diep

laetus/~a, ~um

vrolijk

latus/~a, ~um

breed, uitgestrekt

longus/~a, ~um

lang

magnus/~a, ~um

groot, belangrijk

malus/~a, ~um

slecht

optimus/~a, ~um

beste, zeer goed

Romanus/~a, ~um

Romeins