Zakelijk Nederlands - Dossier 2 - E-commerce Cartes | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/226

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

227 Terms

1
New cards

De e-commerce

Le commerce en ligne

2
New cards

Aanmelden (meldde aan - heeft aangemeld) >< afmelden (meldde af - afgemeld)

Ouvrir la session, se connecter>< fermer la session, se déconnecter

3
New cards

De/het account

Le compte (Facebook)

4
New cards

De beheerder

L'administrateur

5
New cards

Le fichier

Het bestand

6
New cards

Online

En ligne >< hors ligne

7
New cards

De online betaling

Le paiement en ligne

8
New cards

De betalingswijze

La méthode de paiement

9
New cards

De winkelier

Le commerçant

10
New cards

De webwinkel = de virtuele winkel, de online winkel, de webshop

Le magasin en ligne

11
New cards

De webwinkelier = de internetwinkelier

Le commerçant en ligne

12
New cards

Het online verkopen >< het online kopen

La vente en ligne >< l'achat en ligne

13
New cards

Toenemen (nam toe - toegenomen) >< afnemen (nam af - afgenomen)

Augmenter >< diminuer, baisser

14
New cards

De toename = de stijging >< de afname = de daling

L'augmentation >< la diminution

15
New cards

De maatregel

La mesure (fig.)

16
New cards

maatregelen nemen/treffen

Prendre des mesures

17
New cards

De bijlage

L'annexe, la pièce jointe

18
New cards

Chatten (chatte - heeft gechat)

Chatter

19
New cards

De computer

L'ordinateur

20
New cards

De computer aanzetten >< afsluiten

Allumer >< éteindre l'ordinateur

21
New cards

Downloaden (downloadde - heeft gedownload)

Télécharger

22
New cards

De e-mail

Le courrier électronique

23
New cards

De e-mailing

L'e-mailing

24
New cards

De ongewenste e-mails

Le courrier indésirable

25
New cards

Mailen (mailde - heeft gemaild)

Envoyer des e-mails

26
New cards

Het e-mailadres

L'adresse de messagerie

27
New cards

De favoriet

Le favori

28
New cards

De gebruiker

L'utilisateur

29
New cards

De gebruikersnaam

Le nom d'utilisateur

30
New cards

Het gegeven (mv:de gegevens)

La donnée

31
New cards

De persoonlijke gegevens

Les données personnelles

32
New cards

Het geheugen

La mémoire

33
New cards

Hacken

Pirater

34
New cards

De hacker

Le hacker, le pirate

35
New cards

De harde schijf

Le disque dur

36
New cards

De homepage

La page d'accueil

37
New cards

De startpagina

La page de démarrage

38
New cards

De informatica

L'informatique

39
New cards

De informaticus

L'informaticien

40
New cards

Inloggen (logde in - heeft ingelogd)>< uitloggen (logde uit - heeft uigelogd)

Se connecter, se loguer

41
New cards

Inscannen

Scanner

42
New cards

De internetaansluiting = de internetverbinding

La connexion internet

43
New cards

De map

Le dossier

44
New cards

Opslaan

Enregistrer / stocker

45
New cards

De opslag (de opslagkosten)

Le stockage (les frais de stockage)

46
New cards

De opslagruimte

La mémoire (digitale) / l'espace de stockage

47
New cards

De voorraad

Le stock

48
New cards

Het voorraadbeheer

La gestion des stocks

49
New cards

Uitverkocht

En rupture de stock

50
New cards

Vernieuwen

Renouveler (bv: les stocks)

51
New cards

Het paswoord

Le mot de passe

52
New cards

Het postvak

La boîte aux lettres, la boîte de réception

53
New cards

Het profiel

Le profil

54
New cards

Het programma

Le programme

55
New cards

Het scherm

L'écran

56
New cards

De software

Le logiciel

57
New cards

Surfen (op het internet surfen)

Surfer (sur internet)

58
New cards

Toegang hebben tot

Avoir accès à

59
New cards

De toepassing

L'application

60
New cards

Toepassen

Appliquer

61
New cards

De update

La mise à jour

62
New cards

Updaten (updatete - heeft geüpdatet)

Mettre à jour

63
New cards

Beveiligen

Sécuriser

64
New cards

De beveiliging

La sécurisation, la protection

65
New cards

De veiligheid

La sécurité

66
New cards

Veilig

Sûr, en sécurité

67
New cards

De veiling

La vente publique

68
New cards

De veilingsite

Le site de ventes aux enchères

69
New cards

De e-veiling

L'enchère en ligne

70
New cards

Een bod uitbrengen

Faire une offre

71
New cards

Verzamelen

Collectionner, rassembler

72
New cards

Verzenden

Envoyer, expédier

73
New cards

Succesvol

Réussi, couronné de succès

74
New cards

De webmaster

Le webmaster

75
New cards

De website

Le site internet

76
New cards

De extensie

L'extension

77
New cards

De zoekmachine

Le moteur de recherche

78
New cards

Boodschappen doen

Faire des achats

79
New cards

Een website bezoeken

Visiter un site

80
New cards

De internetgebruiker

L'internaute

81
New cards

De keuze

Le choix

82
New cards

Een koopje doen

Faire une bonne affaire

83
New cards

Zich veroorloven

Se permettre

84
New cards

Het koopgedrag

Le comportement d'achat

85
New cards

Verrichten

Effectuer (un achat, un paiement)

86
New cards

De betrouwbaarheid

La fiabilité

87
New cards

Het netwerk

Le réseau

88
New cards

de verzending

l'envoi, l'expédition

89
New cards

De verzendingskosten = de verzendkosten

Les frais d'expédition

90
New cards

De kostenraming = het bestek

Le devis

91
New cards

De algemene voorwaarden

Les conditions générales

92
New cards

Het voorschot

L'acompte

93
New cards

De waarborg

La garantie

94
New cards

onder waarborg

sous garantie

95
New cards

Overeenstemmen met

Correspondre à

96
New cards

Terugsturen

Renvoyer

97
New cards

Wettelijk

Légal

98
New cards

Ruilen

Échanger

99
New cards

De catalogus (-i)

Le catalogue

100
New cards

De collectie (artikelen)

La collection, la gamme d'articles