1/57
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
boekhouden
het systematisch registreren van de uitgaven en de ontvangsten, bezittingen, schulden, rechten en verplichtingen van een persoon, bedrijf of overheidsinstelling
doel van boekhouden is:
overzicht krijgen en houden in de financiele positie
Winst of verlies bepalen
Verantwoording afleggen aan de overheid
cijfers verzamelen voor offerters en prijsberekening
naast een beleidsinstrument, is een boekhouding ook een verantwoordingsinstrument naar … toe
de overheid (rapporteren van resultaten van onderneming om de verschuldigde belasting te betalen)
In de Renaissance (ca. 15e eeuw) ontwikkelden Italiaanse handelaars het …, waarbij elke transactie op twee plaatsen werd genoteerd. Hierdoor konden fouten makkelijker worden opgespoord, en kreeg men beter zicht op de bezittingen en schulden.
dubbel boeken
een goede boekhouding is verplicht voor
de belastingdienst
boekhouden moet:
correct zijn
controleerbaar zijn
veranderingen zichtbaar tonen
een goede boekhouding is verplicht voor de belastingsdienst. elke betaling of ontvangst moet … zijn met documenten zoals …
bewijsbaar - facutren of bankafschriften
een enkelcoudig boekhouden , is alleen toegelaten voor:
eenmanszaken met omzet < 500.000 euro (exc. btw)
vennootsschappen met onbeperkte aansprakelijkheid onder die grens
pomphouders: grend is 620.000 euro
omzet=
het totaalbedrag dat een onderneming ontvangt uit de verkoop van goederen of diensten in een bepaalde periode, exclusief btw.
de omzet berekend men door de verkoopprijs x verkochte eenheden, exclusief btw te doen. Maar stel dat een boekjaar geen compleet jaar was
dan worden de bedragen vermenigvuldigde met het aantal maanden van het boekjaar / 12 maanden
de … is in alle gevallen verplicht om een dubbele boekhouding te voeren
fincanciele sector
enkel boekhouden of enkelvoudig boekhouden is het systeem waarin
dagelijkse boekingen worden bijgehouden
de enkelvoudige boekhouding houdt enkel rekening met
financiele transacties en niet met bewegingen van vorderingen en schulden (winst/verlies kan wel worden bepaald doordat alle uitgaven en ontvangsten genoteerd zijn)
bij enkelvoudige boekhouden beperkt men zich tot het bijhouden van:
inkoopdagboek (inkomende facturen, creditnotas)
verkoopdagboek (uitgaande facturen, kassatickets)
financieel dagboek (kas, bankbewegingen)
inventarisboek (bezittingen en schulden)
vb. indien je bij de bakker 20 euro betaalt voor meel: in fincancieel dagboek noteer je -20 en inkoopdagboek noteer je +20 euro kosten grondstoffen
nadelen van eenvoudige boekingen
geen inzicht op openstaande vorderingen/schulden
minder geschikt voor grote ondernemingen
minder controle op fouten
Alle inkomende facturen/creditnota’s van leveranciers gaat in |
inkoopdagboek
Alle uitgaande facturen/creditnota’s aan klanten gaan in |
verkoopdagboek
Alles wat met geldstromen te maken heeft: kas, privé-opnames, enz. gaan in |
fincancieel dagboek
Jaarlijkse opsomming van alle bezittingen en schulden gaan in |
inventarisboek
Alleen professionele rekeningen mogen bekeken worden door de fiscus, maar als er 1 beroepsveririchting gebeurt op een prive-rekening
wordt automatisch als professionele rekening beschouwd (geld ook omgekeerd !: indien de professionele rekening voor de priverekening wordt gebruikt)
bij dubbele boekhouden wordt elke transactie 2x geboekt:
op de debietzijde van de rekening
op de creditzijde van een andere rekening
Daardoor ontstaat er controleerbaarheid en evenwicht (evenwicht is activa en passiva)
het evenwicht tussen herkomst (waar het geld vandaan komt) en aanwending van het vermogen (wat je met het geld doet) zal in de boekhouding weergegeven worden door
de balans
balans=
een momentopname van de bronnen en aanwendingen van vermogen (een balans op een bepaalde dag waarop je ziet wat je hebt en hoe je dat betaald hebt)
de bronnen van het vermogen worden aan de rechterzijde geregistreerd, en we noemen deze
de passiva
de aanwendingen van het vermogen registreren we aan de linkerzijde en noemen we
de activa
activa=
de bezittingen die in de onderneming aanwezig zijn om een activiteit uit te voeren
bij de avtiva spreken we van:
vaste activa
vlottende activa
vaste activa=
bezittingen die langer dan een jaar meegaan
vlottende activa:
KORTETERMIJNBEZITTINGEN
de vaste activa kan je opdelen in:
oprichtingskosten
immateriele vaste activa
materiele vaste activa
financiele vaste activa
de vlottende activa zijn het doel van de onderneming (vlottende middelen) wegens ze
worden aangekocht en zo snel mogelijk verkocht worden en zo toegevoegde waarde creeeren voor onderneming
we onderscheiden volgende vlottende activa:
vorderingen op meer dan 1 jaar
voorraden en bestellingen in uitvoering
vorderingen op ten hoogste 1 jaar
geldbeleggingen
liquide middelen
overlopende rekeningen
passiva geeft aan
van waar het vermogen komt (betekent dat er nooit meer middelen kunnen zijn dan bronnen van vermogen en omgekeerd)
fundamenteel balansevenwicht
activa =passiva (bezittingen= eigen vermogen + schulden)
eigen vermogen =
(niet opeisbaar vermogen) vermogen dat aan de onderneming is toegewezen en dus continu aanwezig is en blijft. Het kan niet door derden worden teruggevraagd, enkel bij vereffing van de onderneming
vreemd vermogen=
(opeisbaar vermogen) Dit is vermogen dat gedurende een bepaalde periode ter beschikking van de onderneming is en terugbetaald moet worden, ok korte of longere termijn
welke rubrieken onderscheiden we bij een eigen vermogen ?:
kapitaal
uitgiftepremies
herwaarderingsmeerwaarden
reserves
overgedragen winst/verlies
kapitaalsubsidies
voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief
opeisbare vermogen =
bedragen die derden (niet eigenaars) aan een onderneming hebben geleend of geleverd, en die de onderneming moet terugbetalen. (het zijn dus schulden van de onderneming aan anderen)
voorzieningen bij opeisbare vermogen (vreemd vermogen)=
reserves voor toekomstige kosten of verliezen waarvan je weet dat ze zullenkomen, maar je weet nog niet precies wanneer of hoeveel)
uitgestelde belastingen (van deopeisbare vermogen, dus vreemd vermogen)=
belastingen die je nog niet nu moet betalen, maar die je later mogelijk wel verschuldigd bent, vb. door boekhoudkundige verschillen tussen je reultatenrekening en siscale regels
schulden=
verplichtingen van een onderneming tegenover derden die in de toekomst moeten worden terugbetaald (maken deel uit van het vreemd vermogen op de passivazijde van de balans)
schuld ontstaat wanneer
je iets ontvangt (zoals geld, goederen of diensten), maar het nog moet teruggegeven of terugbetaalt worden
bij de schulden (die onderdeel zijn van de opeisbare vermogen, vreemd vermogen) onderscheiden we volgende rubrieken:
schulden op meer dan 1 jaar
schulden op ten hoogste 1 jaar
overlopende rekeningen
wat is een kenmerk van vaste activa
ze blijven lang in de onderneming
vaste activa mogen best gefinancieerd worden met kortlopende schulden
onjuist
de gouden financieringsregel zegt dat activa en financiering qua looptijd moeten overeenkomen
juist
wat is de gouden financieringsregel en waarom is die belangrijk
dat activa best gefinancieerd worden met passiva van gelijke looptijd (zo voorkom je financiele onbalans)
met welk soort vermogen financier je het best vaste activa
eigen vermogen of lang vreemd vermogen
een voorraad die lang in het magazijn blijft liggen,
wordt best gefinancierd met langlopend vermogen
kortstondige vlottende activa mogen gefinancieerd worden met
kort vreemd vermogen
waarom is het risicovol om vaste activa te financieren met kort vreemd vermogen?
omdast je de lening snel moet terugbetalen terwijl het actief nog lang niet is terugverdiend
wat is het verschil tussen korte en lange termijn vermogen
kort vermogen heeft een looptijd onder 1 jaar, lang vermogen langer dan 1 jaar
de bedrijfswinst of bedrijfsverlies is een onderdeel van het resultaat ontstaan uit de gewone bedrijfsuitoefening en wordt gevormd door
het verschil van de bedrijfsopbrengsten en de besdrijfskosten
financiele opbrengsten kan via
opbrengsten uit financiele vaste activa
opbrengsten uit vlottende activa
winst van het boekjaar=
bedrag dat overblijft aan het einde van het boekjaar nadat alle opbrengsten en belastingen op het resultaat en de overboeking naar de uitgestelde belastingen met elkaar zijn verrekend, en de onttrekking aan de uitgestelde belastingen worden vermeerderd
de winst van boekjaar wordt aangepast door:
aftrek van de belastingen op het resultaat
aftrek van toevoegingen aan uitgestelde belastingen
toevoeging van onttrekkingen aan uitgestelde belastingen
de netto-winst van het boekjaar wordt na het aftrekken van de belastingen op het resultaat en het aftrekken van toevoegingen aan uitgestelde belastingen en het toevoegen van onttrekkingen aan uitgestelde belastingen nog verder aangepast (om te bepalen hoeveel er beschikbaar is voor verdeling) door:
+ onttrekking aan belastingvrije reserves
- toevoeging aan belastingvrije reserves
Belastingvrije reserves= winsten die niet belawst worden zolang ze in de onderneming blijven e op een apart rubriek van het eigen vermogen geboekt worden
uitgestelde belastingen=
belastingen die je later betaalt of terugkrijgt. Ze ontstaan omdat de belastingsdienst en de boekhouding anders tellen