1/109
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Instructie
Het creëren van leeromgevingen die maximale kansen bieden voor het leren van nieuw, gewenst gedrag, met de 'contingencies of reinforcement' als centrale rol.
Contingencies of reinforcement
Omvatten de situatie waarin het gedrag zich voordoet, het gedrag zelf, en het plannen van consequenties van het gedrag.
Bekrachtigers/reinforcers
Consequenties van gedrag die systematisch en consequent moeten volgen op het optreden van elk gewenst gedrag.
Constructivistische aanpak
Een aanpak die open en vrije ervaringen van lerenden omvat, waarbij lln bij elke stap begeleid worden.
Taakanalyse
Het opstellen van een reeks van gedragingen, startend bij het oorspronkelijke gedrag en opklimmend tot het uiteindelijke, gewenste gedrag.
Feedback
Snelle informatie aan lerenden over de mate waarin hun leren correct is.
Teaching Machines
Technische instrumenten die nodig zijn voor geïndividualiseerde instructie.
Behaviorisme
Een leeraanpak waarbij observeerbaar gedrag centraal staat en leerdoelen in termen van observeerbaar gedrag worden geformuleerd.
Eindtermen
Onderwijsdoelen die een school moet bereiken, kunnen leergebiedgebonden of leergebiedoverschrijdend zijn.
Taxonomieën
Ordeningssystemen om leerdoelen te structureren, zoals de "Taxonomie van De Block" en "Taxonomie van Bloom". Ze zijn hierarchisch georganiseerd en elke categorie moet worden beheerst voordat men naar de volgende kan gaan.
Metacognitieve kennis
Kennis over het eigen leerproces die pas op een rijke manier kan worden verworven na veel ervaring met kennisverwerving.
Geprogrammeerde Instructie (GI)
Een instructiesysteem dat leermaterialen en media centraal stelt, ontwikkeld volgens behavioristische principes, waardoor lerenden zelfstandig kunnen studeren.
Skinner
Een belangrijke figuur in het behaviorisme die de leermachines van Pressey verder ontwikkelde met nadruk op directe feedback en controle.
Feedback
Informatie over de prestatie van een student in relatie tot een standaard of doel, kan extern of intern zijn en is cruciaal voor leren en zelfmonitoring.
Feedup
Feedback die de doelen verheldert en de relatie met leerdoelen benadrukt, waardoor de lerende wordt aangemoedigd om doelen voorop te stellen.
Feedforwards
Feedback die aangeeft wat de volgende stap is na de ontvangen feedback, waardoor leerprocessen stapsgewijs kunnen worden gevolgd en verbeterpunten kunnen worden meegenomen.
Mastery Learning
Een benadering waarbij het respecteren van individuele verschillen tussen lerenden centraal staat en waarbij instructie wordt aangepast aan de behoeften van elke leerling.
Carroll
Legt het leerproces uit aan de hand van 5 variabelen, waaronder de beschikbare tijd, doorzettingsvermogen, en aanleg van de lerende.
Bloom
Paste het model van Carroll aan voor klassikaal onderwijs en benadrukt het belang van het definiëren van hoofddoelstellingen en het behalen van een hoog beheersingsniveau door instructie op te delen in kleinere delen.
Tutoring
Een 1-op-1 relatie tussen leerkracht en leerling waarbij de instructie wordt aangepast aan de individuele behoeften van de leerling.
Direct Instruction (DI)
Een benadering waarbij de instructieverantwoordelijke een gerichte tussenkomst heeft en lesgeven gebeurt aan een gepast tempo met stap-voor-stap voorgestructureerde scripts.
Contingency Contracting (CC)
Een toepassing van behavioristische principes waarbij afspraken worden vastgelegd in een contract en bekrachtiging volgt enkel bij het vertonen van het gewenste gedrag.
Empirische ondersteuning
Onderzoek toont aan dat Mastery Learning effectief is doordat lerenden meer onthouden, positiever staan tegenover leerinhouden en meer zelfvertrouwen ontwikkelen.
Personalized System of Instruction (PSI)
Een onderwijsbenadering ontworpen door Fred Keller, waarbij leerstof in kleine delen wordt angeboden, lerenden individueel op eigen tempo werken en testing met onmiddellijke feedback plaatsvindt.
Mastery Learning
Een principe waarbij lerenden pas naar een volgende leereenheid mogen na het behalen van 80% beheersing van de huidige stof.
Behavioristische leertheorie
Een benadering die centraal staat in PSI, met focus op concrete doelstellingen, frequente toetsing, en begeleiding van lerenden.
Instructieverantwoordelijke
Degene met volledige eindverantwoordelijkheid voor het instructieproces en de leeractiviteiten van de lerende, ondersteund door leermachines/computers.
Voorkennis
Belangrijk in cognitivisme, omvat het coderen, opslaan, en ophalen van informatie in het geheugen, en vormt de basis voor informatieverwerking en leren.
Soorten kennis
Declaratief (wat), procedureel (hoe), conditioneel (wanneer), en metacognitief (inzichten over denkprocessen) vormen verschillende vormen van kennis in cognitivisme.
Cognitive load
De beperkingen van het cognitieve verwerkingssysteem die optreden bij een overbelasting van informatie, waarbij het werkgeheugen een beperkt aantal elementen tegelijk kan verwerken.
Schema's en mentale representaties
Mentale structuren die helpen bij het interpreteren en verankeren van nieuwe informatie, en essentieel zijn voor het opbouwen van kennis in cognitieve processen.
Cognitive Strategy Instruction (CSI)
Een aanpak waarbij lerenden effectieve cognitieve strategieën ontwikkelen en gebruiken voor leren, probleemoplossing en zelfregulering.
Non-linguïstische representaties (NLR)
Strategie waarbij de inhoud grafisch/visueel en niet-talig wordt voorgesteld om informatie te verwerken.
Metaplan
Voorkennis ordenen door verschillende deelnemers om gezamenlijke kennisbasis te organiseren en te elaboreren.
Multiple Representations
Gebruik van verschillende manieren om kennisschema's samen te stellen, zoals propositienetwerken en beelden.
Mnemonics
Geheugensteuntjes zoals liedjes, rijmpjes, acroniemen om nieuwe kennis te verankeren in het geheugen.
De lerende zelf vragen uitwerken
Zelf vragen stellen om kennis op te halen, combineren, ordenen, vergelijken, en associaties te maken.
Nota's nemen
Informatieverwerking door het nemen van nota's, een complexe vaardigheid om input te verwerken en op te slaan.
Begrippen opbouwen
Opbouwen van kennis via het zoeken van voorbeelden en bewust de omgeving waarnemen.
Instructiestrategieën voor procedurele kennis
Strategieën om procedurele kennis op te bouwen, zoals het verwerven van deelvaardigheden en continu toepassen van productiesystemen.
Gangé's aanpak
Richt zich op complexe kennis die verder gaat dan geïsoleerde begrippen, relaties en structuren.
Leerhiërarchie van Gangé
Bestaat uit 8 componenten, waaronder signaalleren, stimulus-respons leren, en oplossen van problemen.
Social Learning Theory
Bandura's theorie benadrukt observationeel leren en modeling als centrale begrippen.
Symbolische representatie
In Bandura's theorie, het omzetten van waargenomen informatie in mentale notities.
Expectations
Verwachtingen van succesvol gedrag gebaseerd op eerdere ervaringen, beïnvloeden de impact van bekrachtigers.
Vicarious experiences
Leren door observatie van gedrag en bekrachtiging bij anderen, inclusief vicarious reinforcement en punishment.
Concept Maps
Grafische representaties van kennis, waarbij Novak drie soorten leren onderscheidt: representational, concept, en propositional learning.
Cognitive Theory of Multimedia
Gebaseerd op de assumpties van dual channel, limited capacity, en active processing voor effectieve kennisverwerking.
Ontwerpprincipes van Mayer
Inclusief multimedia principe, spatial contiguity principe, en coherentieprincipe voor effectieve multimediale materialen.
Nadruk op individueel leerproces
De focus ligt op het leerproces van het individu en de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van eigen kennis.
Coaching en individuele feedback
Begeleiding op het niveau van het individuele leerproces met speciale aandacht voor individuele feedback op basis van toetsing.
Tools voor kennisrepresentatie
Hulpmiddelen die kennisrepresentaties expliciet maken, zoals Concept Mapping tools.
Organisatie van leerproces
Systematische organisatie van instructie op microniveau met heldere ontwerpprincipes en multimediaondersteuning.
Leeractiviteiten
Combinatie van elaboratie en organisatie van schema's om opname in het LTG te ondersteunen, beschreven in termen van observeerbaar gedrag.
Leerdoelen en curriculumopbouw
Operationele leerdoelen, curriculumopbouw op meso-niveau en ordening van leerstof op basis van taakanalyse.
Instructiestrategieën
Variatie aan werkvormen voor elaboratie- en organisatieprocessen, zoals voorkennis activeren en gebruik van advance organizers.
Constructivisme
Filosofisch referentiekader waarbij lerenden actief kennis construeren en kennisuitwisseling en samenwerking centraal staan.
Piaget en cognitief constructivisme
Piaget's theorie over het construeren van kennis door reflectie en interactie met de buitenwereld, met nadruk op assimilatie en accommodatieprocessen.
Ontwikkelingsfasen volgens Piaget
Vaststaand ontwikkelingsverloop met universele leeftijdsgrenzen en ontwikkelingsmechanismen zoals assimilatie en accommodatie.
Regulatie
Aanpassing aan initiële gedrag op basis van ervaringen.
Compensatie
Aanpassing van cognitieve structuur om nieuw evenwicht te bereiken.
Piaget en spel
Spel als versterkend mechanisme, vooral 'pretend play'.
Leren vs. Piaget
Piaget benadrukt individuele cognitieve kennisconstructie.
Vygotsky (1896-1934) - sociaal constructivisme
Theorie waarbij cultuuroverdracht centraal staat.
Psychological Tools
Tools zoals taal, symbolen die culturele invloed op kennisopbouw weerspiegelen.
Zone van naaste ontwikkeling
Afstand tussen actueel en potentieel ontwikkelingsniveau.
Scaffolding
Instructievorm waarbij leerlingen stappen zetten om verder te komen.
Social en internal speech
Sociale en interne taalgebruik in kennisopbouw.
Mediatie
Proces waarbij lerenden bewust hun wereld ervaren en betekenis geven.
Alledaagse kennis
Eigen ervaringsgebaseerde kennis, basis voor wetenschappelijke kennis.
Discovery Learning
Zelfstandige kennisverwerving in zorgvuldig opgezette probleemsituaties.
Opeenvolgende representaties in kennisopbouw
Enactive, iconic en symbolic representations.
Guided practice
Het laten spelen van anderen de rol van het model om leren uit te lokken.
Cognitieve conflicten
Situaties die niet aansluiten bij voorkennis en verwarring veroorzaken om leerrijke reacties uit te lokken.
Spiral curriculum
Terugkeren van leerinhouden op hoger abstractieniveau om voorkennis te verbinden en te garanderen.
Experiential Learning Theory (ELT)
Theorie die benadrukt dat leren plaatsvindt door persoonlijke ervaringen en kenniscreatie.
Leerstijlen
Verschillende manieren waarop individuen informatie verwerken en leren, zoals concrete, reflectieve, abstracte en actieve leerstijlen.
Learning Styles Inventory (LSI)
Meetinstrument om leerstijlprofiel van een individu af te leiden door zinnen aan te vullen.
Situated Learning
Leren als sociaal proces in authentieke contexten, waar betekenis, praktijk, gemeenschap en identiteit centraal staan.
Legitimate Peripheral Participation (LPP)
Lerenden verwerven vaardigheden om kennis toe te passen in een praktijkcontext onder begeleiding van een expert, met beperkte eindverantwoordelijkheid.
Constructivistische Instructie
Onderwijs benadrukt leren op basis van concrete ervaringen, actieve betrokkenheid, samenwerkend leren, en probleemoplossend denken.
Competentiegericht Onderwijs (CBE)
Capaciteiten om succesvol te functioneren in een concrete context, waarbij kennis, vaardigheden, attitudes en persoonlijke kenmerken een rol spelen.
Cognitive Apprenticeship
Leerling-gezel-meester model waarbij lerenden in authentieke contexten onder begeleiding van een expert kennis en vaardigheden verwerven.
Modeling
Instructieverantwoordelijke voert taken uit en denkt hardop, terwijl lerenden observeren en luisteren om te leren.
Articuleren
Lerenden expliciteren wat ze doen en waarom ze het op die manier aanpakken.
Reflecteren
Lerenden vergelijken hun gedrag met dat van expert of andere lerenden.
Exploreren
Lerenden worden aangemoedigd zelf vragen te stellen en eigen probleemtaken aan te pakken.
Probleemgestuurd onderwijs (PGO)
Onderwijsbenadering waarbij lerenden zelfstandig complexe problemen aanpakken.
Theoretische basis van PGO
Leren verankerd in grote taken, lerenden eigenaar van het probleem, complexe taken, zelf oplossingen bedenken.
Kernbegrippen voor PGO
Werken met authentieke problemen, zelfstudie bevorderen, leerkracht als facilitator, activering van voorkennis.
Ontwerpen van PGO
Taakanalyse, vakoverschrijdende aanpak, genereren van complexe problemen, combinatie van groepswerk en zelfstudie.
Assessment/toetsing
Evaluatiemethoden zoals zelftoetsing, peer-assessment, interdisciplinaire voortgangstoets.
Zevenstap
Procedure voor het bespreken van problemen:verhelderen, definiëren, analyseren, clusteren, leerdoelen formuleren, zelfstudie, rapporteren.
Constructivistische principes
CIS (Concreet - Iconisch - Symbolisch), leren start bij concrete ervaringen en evolueert naar abstracte representaties.
Samenwerkend leren
Groepswerk waarbij lerenden actief kennis construeren en sociale vaardigheden ontwikkelen.
Peer tutoring
Vorm van samenwerkend leren waarbij lerenden elkaar helpen en leren, met rollen van tutor en tutee.
Brutusproject
Leerlingen in secundair onderwijs krijgen extra uitleg van studenten leerkrachten, bevordert eigen reguleringsactiviteiten.
Computergebaseerde leeromgeving
Een omgeving waarin computers worden gebruikt in het onderwijs, vaak in lijn met constructivistische benaderingen.
MOOC's (Massive Open Online Courses)
Online cursussen die vaak niet volledig gebaseerd zijn op constructivistische leerprincipes, maar eerder op behavioristische principes.
Open leeromgevingen (OLO)
Complex ontworpen computerleeromgevingen met componenten zoals contexten, informatiebronnen, tools en scaffolding.